Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] V. Passiebloem. Is haar in 't hart de passiebloem ontloken, Zoo wordt de vrouw aan 't martelkruis geklonken. De bittre beker wordt haar volgeschonken, Haar hoofd gebogen en haar kracht gebroken. Doch de alsem wordt haar wijn en, lijdensdronken, Dunkt haar, als 't woord van liefde is uitgesproken, De doornenkroon, van perels bloed omblonken, Een diadeem, in 't vorstlijk haar gestoken. Laat vrij de kudde zedig-vrome vrouwen Voor 't schoon gebed de handen samenvouwen: - ‘Heb dank, o Heer! dat wij niet zijn als deze!’ Laat vrij de schare hoonend samenrotten, Vol lagen lust, en met haar lijden spotten! Wie lijdt om Liefdes wille kent geen vreeze. Vorige Volgende