Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] VIII. Voor een bruid. De lelie bloeit in blanken pracht. Zoet geurt de linde voor mijn raam. - In weeldezang verkeere uw klacht! Vlecht tot een krans uw bloemen saam! Zoet geurt de linde voor mijn raam, Die linde, waar een lijster neurt. - Vlecht tot een krans uw bloemen saam! Zij nu getroost, wie eenzaam treurt! Die linde, waar een lijster neurt, Wat ruischt haar loof, met zacht geluid? - Zij nu getroost, wie eenzaam treurt! Brengt blanke bloemen voor de bruid. [pagina 137] [p. 137] Wat ruischt haar loof, met zacht geluid? Een bruiloftslied? een zegezang? - Brengt blanke bloemen voor de bruid. De bleeke Bruigom toefde lang. Een bruiloftslied, een zegezang Doortrilt de zoele zomerlucht. - De bleeke Bruigom toefde lang. Hoe beeft de bruid! Hoe diep die zucht! Doortrilt de zoele zomerlucht, O klokken, met metalen mond! - Hoe beeft de bruid! Hoe diep die zucht! Strooit bloemen op de stille spond! O klokken, met metalen mond, Verkondt, dat wie vermoeid was, rust! - Strooit bloemen op de stille spond. Haar heeft de Dood in slaap gekust. Verkondt dat wie vermoeid was, rust! De Zon is dochter van den Nacht. - Haar heeft de Dood in slaap gekust. De lelie bloeit in blanken pracht. Vorige Volgende