Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] XXII. Woud van masten. Doorgloord van zuiver zonlicht, zilverblank, Dekt, met de slippen van haar slepend kleed, De morgenmist den statigbreeden stroom, Die, fijngerimpeld door den zeewind, licht, Als ware 't speelgoed, slanke schepen draagt. Zacht fluit de wind door 't hooggetopte wond Van ranke masten, rijzende op den vloed, En laat de wimpels wappren in de lucht, Waar, zacht gewiegd, als vlokken vliegend schuim, Melkwitte meeuwen zeilen door het blauw. Vorige Volgende