Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] XXI. Hollandsch grachtje. Het smalle grachtje glinstert, glad van rijp. Op 't bolle brugje blinkt de winterzon En op 't verweerde steenen trapje zit Een Jodenkind, met bronsgroen lompenkleed, Vaalbleek gelaat en koolzwart kroezelhaar. En droomend werpt ze in 't water, één voor één, De brokjes puin van 't muurtje, naast de brug, En boort met elk een holte in 't vlakke vlies, Dat barst en breekt, waar 't steentje nederploft. Vorige Volgende