Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] XVI. In de kermistent. ‘Treedt binnen maar! Het traliewerk is stevig!’ En binnen treedt, gevolgd door vrouw en kroost, De brave burger, in de kermistent, Waar, levensgroot, de koning der woestijn Is afgebeeld, met vreeslijk vlammende oogen En rosse manen, op den linnen voorhang, Die zachtkens golft en zwelt in 't zomerzoeltje. De kindren beven, grijpen vaders hand Of moeders kleed, ja, 't kleintje durft niet opzien En dekt, verschrikt, met beide rozehandjes Haar lief gezichtje, al maant mama: - ‘Niet bang zijn!’ Daar ligt de leeuw, in 't enge hok, getemd. De breede kop, omgolfd van ruige manen, [pagina 106] [p. 106] Blikt naar 't verleden, met zijn droomende oogen. Hij geeuwt, verjaagt den vlieg, die laf hem sart, En zwijgt, onmachtig, mak gelijk een huisdier. Doch stil! Eens geeft een vlaag van toorn hem kracht weer. Zij 't heden niet, eens slaat de stond der wrake! Dan kraakt en splijt, als riet, de sterke tralie, Des nachts ontworteld door zijn koene klauwen, Als, al verscheurend wat zich in zijn weg waagt, 't Gevangen dier, van blijdschap brullend, losbreekt! Vorige Volgende