Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] XIV. Verlaten straat. In de oude straat, waar vreemd de voetstap klinkt, En welig gras, voortwoekrend, ongestoord, In groenen lijst de grauwe keien vat, Staat, droef vervallen, 't lang verlaten huis. De ruiten blinken, blauw, in 't licht der maan, En staren, stil en strak, met glazen blik, Den blik van ooges, die geen licht meer zien, Den blik van een, die zich heeft blindgeweend. Droef zingt de klok der middeleeuwsche kerk, Wier grijze toren opdoemt in den nacht, Hoog boven 't stadje, een oude melodie. En, smeltend zacht, wen alles zwijgt alom, Weeklaagt een vedel in de sombre vert. Vorige Volgende