Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] II. Vóór 't open raam. Vóór 't open raam, omrankt van wilden wingerd, - Een looverlijst, begloord door de avondzon - Zit, mijmrend, Grootmoê met haar ouden bijbel. De koopren sloten vonklen in het zonlicht En 't koeltje krult een hoek van 't gele blad om, Waarop, gevouwen, 't handenpaar nu rust. Op 't vensterbankje, in roode potten, bloeien Een laatste lelie en een bleeke maandroos. En langzaam drijft, aan 't smeltend blauw der transen, De wind de wolkjes, blank als lammren, weiwaarts. Vorige Volgende