Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] L. Weg langs het water. Een zachtgetinte zomerhemel, bleek Bij wit af, ijle wolken, heel licht grijs, Die langzaam drijven op de kalme lucht. En over 't vlak der gladde waatren glijdt Een zuchtend zoeltje, als de adem van een kind, Dat, moegespeeld, zich vleit in moeders arm, En blaast den vloed in fijne fronsen voort. 't Grijsgele zandpad loopt een rechten weg. Langs de oevers weent het grijsgroen wilgenloof; Het blank gebladert van de berken trilt, Als zilvren vlinders. En een zwellend zeil Zwemt, donkergrijs, op 't witte water weg. Vorige Volgende