Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] XLII. Lenteweide. Hoe welig prijkt de groenfluweelen weide Met grazend vee, dat leven brengt in 't landschap! Hier ligt een koe in 't mollig gras bedolven En plukt heel rustig, voor haar morgenmaaltijd, Een malschen mondvol van de geurige aarde. Rondom zijn moeder springt een dartel kalfje En loeit en rolt, van louter levensvreugde, In 't lentegras, vol blanke en gouden bloemen, Die vriendlijk knikken tegen 't vroolijk zonlicht. Een koe staat droomend bij de breede sloot En knabbelt spruitjes van een hollen knotwilg. Een andre legt haar kop met starende oogen Op 't witte hekje en tuurt naar 's buurmans weiland, Terwijl, waar ginds een beek de wei doorkronkelt, Twee koeien traag in 't koele water waden. Vorige Volgende