Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] XXVII. De plas in 't woud. Twee blonde kindren plonsen door den plas Die, blinkend blauw, de lentelucht wêerstraalt, Door takken, rood van knoppend loover, heen. Met gouden stralen streelt de blijde zon Het water warm, waar 't kinderpaar door waadt, En 't water kust die beentjes, bloot en blank, Die vlugge voetjes, dansend van genot, En rein als rozen, drijvende in kristal. Doch, waar viooltjes aadmen in het gras, Houdt, met haar handje wijzend naar omhoog, Met opgeheven, luisterend gelaat En open mondje, 't kleine meisje stil: Daar zingt een vogel op dien berkentak! En dartel vliegt, om 's meisjes gouden haar, Een gele vlinder door de blauwe lucht. Vorige Volgende