Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] VI. Op de hoeve. Fel brandt de zon. Half open staat de graanschuur, En, wandlend, pikt, gevolgd door al haar kiekens, Den korrels koorn een kakelende klokhen. In 't blaakrend zonlicht, op een bruinen boomstam, Die, nêergeveld, bemost, in 't gele zand ligt, - Verslagen titan - kraait een haan victorie, En pronkt, verwaand, met glansend groen gevedert. Rood gloeit zijn kam, gelijk, in 't veld, de klaproos; Schel klinkt zijn kreet en wekt de sluimrende eendjes, In 't riet gedoken, bij den donkren poel. Vorige Volgende