Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 2
(1980)–Jan Swammerdam– Auteursrechtelijk beschermdDen Aart deeser Wurm.Siet myn Heer, dit is soo kortelyk de beschryving der uytwendige deelen, en ook van eenige die | |
[pagina 699]
| |
interiores, quae transparent, exposui. At vero omnia haec nullius sunt momenti, si cum admirabili conferantur artificio, quod in singulis istis membris animadvertitur, neque profefto a quopiam alio describi pro dignitate potest:, nisi ab eo duntaxat, qui partes illas fabrefecit: partes, inquam, quae architectonica sua conformatione artificia atque inventa hominum, tanquam insulsissima, exagitant. Vermem hunc, qui ingenti robore vitaque admodum valida pollet, Tibi hac Icone repraesento, perinde, ac si, Dorso innixus, Caudam suam Dentibus Pedibusve prehenderet: quae tamen positio ipsi haud naturalis est; quandoquidem is nunquam, cum vivit, Dorso suo insidens reperitur. At hac ratione constitutum heic depingere volui; ut, qua lege & modo suum is saltum efficiat, quantum pote, dilucidissime exprimere mihi liceret. Quapropter Iconem hancce tantummodo invertere oportet; ut, quod sursum est, deorsum fiat: sic ilico exactissimè secundum naturam patescit, quanam ratione Acarus sese ad subsultandum accingat. Quando itaque Vermis iste subsultare conatur; tunc prius Ano suo insidens sese surrigit: ad quam actionem peragendam tubercula, quae, circa corporis extremum, e duodecimo ejus Annulo prominentia depinxi, plurimum ipsi inserviunt; quum Vermis, ea exporrigendo aut introrsum trahendo, semet in aequilibrio sustinere queat. Deinde vero eodem simul tempore in circulum is se recurvat, &, Capite versus Caudam adductoGa naar margenoota, mox binos suos Ungues, incurvos, nigros, exserit; quos porro admodum expedite, inter posteriores duas corporis sui papillas, in foveolas illic impressas insinuare, & in cute ibidem desigere novit: prout Ga naar margenoot+Icon secunda, intercedente microscopio ad vivum exemplar delineata, ostendit. Modo dictis omnibus unico quasi temporis puncto peractis, Acarus dein sese tam fortiter contrahit; ut circularis ejus figura in oblongamGa naar margenootb mutetur & universum ipsius corpus veluti contrahatur. Quo facto is se postmodum tam enormi rursus vi ad lineam rectam reducit; ut in Ore ejus siti Ungues, dum de cute Annuli postremi abstrahuntur, manifestum sonitum excitent. Atque sic tandem efficitur, ut Vermis, corpus suum ad Caseum, lignum, terramve allidendo, iterumque exporrigendo, derepente in altum evehatur, ingentemque, ratione parvitatis corpusculi sui, saltum faciat. | |
daar door schynen: maar dat alles heeft niets te beduyden by de admirable kunst, die in alle deese leeden bespeurt wort, en die niet en kan beschreevan worden, als alleen door Hem, die deese deelen gefabriceert heeft; dewelke door haar architectuur alle de menschelyke kunstwerken en inventien voor dwaasheid uytkryten.
Deese Wurm, die seer sterk van kragt en leeven is, die vertoon ik UEd. even al eens, als of hy op syn rug sat, en met syne Tanden en Voeten in syn Staart vatte, maar dat postuur is hem niet naturel, alsoo hy sig nimmer op syn rug sittende in het leeven vertoont; waarom het dan alsoo van my afgebeelt is, om de manier en aart van syn springen soo verstandelyk, als het weesen kon, uyt te beelden. En daarom soo behoeft men niet, als deese figuur maar het onderste boven te drayen, soo siet men heel natuurlyk, op wat wys hy sig tot het springen gereet maakt.
Wanneer dan deese Wurm syn sprong wil doen, soo regt hy sig over eyndt op syn Aars, waar toe hem seer veel helpen de knopkens, die ik op de twaalfde Ring agter op syn lichaam heb uytgebeelt; alsoo hy die uytsteekende en intrekkende, sig daar meede in balans hout. Dit gedaan synde, soo buygt hy sig te gelyk op de selve tyt hoepelwys, met syn Hooft naa de StaartGa naar margenoota en als dan steekt hy syn twee kromme en swarte Klaauwmen uyt, die hy seer behendig, tusschen de twee laatste tepelkens van syn Lichaam, in de kreuken, die aldaar syn, weet in te voegen, en die op het vel daar vast te haaken, gelyk in de tweede figuur naa 't leeven in 't groot vertoont is.
Dit alles soo in een ogenblik volbragt synde, soo trekt by sig soo sterk te saamen, dat syn hoepelwyse figuur in een langwerpige komt te veranderenGa naar margenootb, en syn gansche Lichaam als samen getrokken te worden. En daar op, soo trekt hy sig weer met sulk een ongemeene force in de regte van malkanderen, dat syne Nagelen des Monts met een kennelyk geluyt van het vel afglyen, waar door syn Lichaam op de Kaas, het hout, of de aarde aanstotende, en weer uyt gerekt wordende, hy schielyk in de hoogte verheeven wort, en een seer groote sprong doet, naa de proportie van syn kleen Lichaam. | |
[pagina 700]
| |
Vidi fane Vermem, nonnisi quarta pollicis Hollandici parte longum, e capsula sex pollices alta exsiliisse; id est, ad altitudinem, quae Vermis ipsius longitudinem quater & vicesies in se continebat. Quin alios quosdam vel notabiliter altius adhuc subsultantes observavi. Attamen Vermis subsulturus haud semper orbiculatim supinus stat: imo in latus etiam reclinatus quandoque id peragit: quamvis interim corpore erecto communiter saltum exerceat. At vero semper tamen in circulum is sese prius inflectit, figuramque circularem constanter in oblongam convertit, antequam subsultet. Quodsi, Vir Illustrissime! volupe Tibi fuerit, isthaec DEI miracula in exemplo nativo contemplari; Acarum duntaxat, alba super basi, intra aquae guttulam collocatum, microscopio objice: extra aquam enim prosilire non potest. Sic distinctissime simul videbis, quomodo is Pedibus suis Anum apprehendat, & supra descriptas in figuras simili ratione semet componat, uti Icone secunda, tertia, & quarta expressi. Alia insuper encheiresi id ipsum oculis usurpari potest; quando nimirum Vermis cuspidi subtilis cujusdam specilli, ope amyli, adglutinatur: inde enim tum quoque subsiliendo is semet expedire haud potest. Quin vel tertius etiam modus datur; qui quidem in eo situs est, ut Acarus digitis prius tantillum super mensa volutetur, & tamdiu contrectetur, donec vires suas ex parte amiserit. At tum is valde irregulariter Anum suum prehendit, & nonnunquam errans oftiis etiam Fistularum Pulmonalium ibi hiantibus Ungues suos injicit. Interim commodissime tamen fic videre licet, quonam pacto Vermis Pedes suos exserat. Haec omnia Tibi eruditissimus Vir, Mattheus Sladus, Medicinae Doctor, & communis noster Amicus, aeque ac ego, confirmare posset; quippe qui ista Na turae miracula mecum est admiratus. | |
Want ik heb gesien, dat een Wurm, die maar het viesendeel van een Hollantsche duym lang was, uyt een doosje van ses duym hoog sprong; dat is 23 maal hooger, als hy selve lang was: en eenige andere heb ik merkelyk hoger sien springen. Maar altyt soo gaat de Wurm niet in de ronte over eynt staan, als hy springt, want somtyts soo doet hy dat op syn syde leggende: hoewel hy gemeenlyk sig over eynt regt. Dan altyt buygt hy fig eerst circulair te samen, en eer hy springt, soo verandert hy die circulaire figuur altyt in een langiwerpige.
Als gy deese wonieren GODS in de Natuur belieft te sien myn Heer; soo is daar niets anders te doen, als de Wurm onder een vergroot glas, op een witte gront, binnen in een droppel water te leggen: want daar kan hy niet uyt springen. En als dan siet men ook distinct, hoe hy met syne Voeten syn Aars komt vast te grypen, en de beschreeve postuuren te maaken; op de wys, gelyk ik in de tweede, derde, en vierde figuuren uyt gebeelt heb. Men kan het ook sien op een andere wys, te weeten, met de Wurm aan de punt van een dunne stilet te kleeven, daar wat Styfsel aan is, waar van hy meede niet los kan springen. Daar is nog een derde manier, dat men hem eerst op de tafel onder de vinger een weynig rolt, en soo wat handelt, tot hy syn kragt eenigsins komt te verliesen: maar op welken tyt hy heel irregulier syn aars vat, en somtyts grypt hy ook wel op syne openingen der Lengpypen: en als dan siet men het alder bequaamste, op wat wyse hy syne Voeten uytsteekt. Als UE. neffens my sou kunnen verseekeren, onse gemeene en seer geleerde Vrient, de Heer Doctor Mattheus Sladus, dewelke neffens my deese wonderen van de Natuur geadmireert heeft. |