De Natuurkundige Historie van het een dag levende Haft, of Oeveraas, uit het gedrukte Neerduitsch Tractaat van J. Swammerdam onder deezen Titel, afbeelding van's Menschen Leeven &c. getrokken.
IN welk Boekje dewyl de Aucteur heeft tussengevoegt, en ingemengt, oneindig veele seer godvruchtige overdenkingen, en plichtvermanende Leeringen, welke eigentlyk tot het oogmerk van dit Natuurkundig Werk, 't geen wy nu uitgeeven, geensins schynen te behooren; en ook buiten reden het werk te zeer zouden vergrooten, zoo hebben wy het oorbaar gedagt alle deeze zaaken agter te laten. Want alhoewel het waar sy, dat de Aucteur dit werkje heeft geschreven en uitgegeven met oogmerk, om den Mensch eene afbeelding van zyn elendig leven te vertonen, en om den selven door heilsaame vermaningen op te wekken tot het uitzien en betrachten van hoogere saaken; evenwel denken wy niet, dat iemant ons, deeze ingevoegde bespiegelingen everslaande, met regt zoude konnen berispen, als of wy het oogmerk van den Aucteur hebben te kort gedaan: nademaal dit boekje in 't geheel, van den Aucteur by zyn leven en afsonderlyk uitgegeeven, in veler handen is, en ook nog wel te bekomen, indien iemand lust heeft dit alles te leezen. Zoo dat de Aucteur toen zyn loffelyk voorneemen zelf heeft uitgevoert en zig hier in voldaan. Hier komt by, dat in dit boekje voorkomen een overgroot getal spreekwyzen, en Neerduitsche Gedichjes, welke in het Latyn over te zetten, waardig om te werden uitgegeven, naaulyks wel geschieden en vlyen konde: ook quam het geenzins met de voortreffelykheid van dit werk over een, het Latyn en Duitsch afgebroken onder een te mengen. Jaa maar, 't geen meest dringt, de vermaarde Heer Thevenot, wien allereerst, van den Aucteur self, de zorge van dit werk uit te geeven toevertrouwt was, zoude zelf niet anders gedaan hebben, indien zyn E. in 't leven was gebleven, gelyk uyt de Fransche overzetting, ons ook ter hand gekomen, duidelyk blykt. Dus vangen wy het werk zelf aan.