De sijncope, of afneming geschied in 't midden van het woord, of in 't eynde.
In 't midden, gelijk gesien is, en blijkt uijt navolgende: als d'oud'ren voor d'ouderen, spieglen voor spiegelen, ed'len voor edelen, nedrigen voor nederigen &a. Sij bestaet inde nalating van eene of twee klinkletters, gelyk de bijgebragte voorbeelden aenwysen.
d'Afneming in 't eijnde van t'woord, neemt eenen medeklinker weg, om beijde de klinkers t'samen te voegen, gelyk: te vreen voor te vreden, mogentheen voor mogentheden &a., dese is seer in 't gebruijk.
Wat d'eerste belant, sij moet seldsaemer gebruijkt worden, bijsonderlijk in een sedelijk, en eenvoudig onderwerp. In uijtbeelding van geweldige hartstochten, beschrijving van veldslagen, statige rédeningen, en diergelijke heeft sij meerder behagelijkheijd: In sommige gevallen heeft sij ook haere soetigheijd voornamelyk in t'eijnde van t'vers, gelyk in dese verssen uijt gemelde Lucifer
De suyvere wijsheijd wouw ten deel haer wel beségelen
Ten deel uijtsluyten sich te schikken en te regelen
waermen om de rijm lesen moet bezéglen, en réglen. En dit geschied sonder dat het gehoor eenige hardluijding gewaer word, gelijk ook in de volgende uijt het selve treurspel:
....... de starren over hoop
wan orden, orden en geschiktheyd overrompelen in dien
de bron van t'licht haer klaerheijt quaem te dompelen
int graf van een moerasch.
Dese toelating staet ook wonderlijk wel aen, aen onse nieuwe schrijvers, die sich laeten voorstaen Van Vondels stijl niet nagevolgt te hebben, ten zij men dikwils hunne rijmen siet eijndigen met anderen, malkanderen, ségenen, régenen, won-