Werken. Deel 2
(1929)–Michiel de Swaen– Auteursrecht onbekend
[pagina 175]
| |
Absolon
| |
[pagina 177]
| |
Absolon
| |
[pagina 179]
| |
Het treurspel Absolon in zijn geheel is ons nog steeds onbekend. Tot voor kort wisten we zelfs van volgend fragment niets met zekerheid af. Wel vermoedden we dat De Swaen een drama, Absolon genaamd, geschreven moest hebben. In 1854 deelde de heer Morael uit Wormhoudt op een zitting van het Comité flamand de FranceGa naar voetnoot(1) mede, dat er op zijn dorp een afschrift bestond van Absolon en eenige maandenGa naar voetnoot(2) later, beweerde hij een rol uit het spel ontdekt te hebben en beloofde er een afschrift van te bezorgen aan het Comité. Sedertdien vernam men echter over dit alles niets meer. Niet alleen de volledige Absolon maar ook de rol, waarvan de heer Morael gewag had gemaakt, bleven in het duister. Voor eenigen tijd konden wij in de stedelijke boekerij te Duinkerke de hand leggen op een rol uit Absolon, die van Joab. Wij troffen het stuk aan in een weinig bekend handschrift met werken van De Swaen. Dit handschrift komt voort van den heer Bonvarlet, oud-voorzitter van het Comité flam. de France, en werd voor hem vervaardigd door den onderwijzer J. Blomme, die langen tijd zijn kopist was. Wij weten niet met zekerheid of de teruggevonden rol deze is, waarvan de heer Morael gewaagde, doch wij meenen dat zulks waarschijnlijk het geval is. Volgens priester CarnelGa naar voetnoot(3) zou de heele Absolon zoo wat | |
[pagina 180]
| |
1800 verzen bedragen. De auteur zegt echter niet waarop hij steunt voor deze opgave. J.J. Carlier deelt mee dat hij kon vaststellenGa naar voetnoot(1) dat in 1685 te Duinkerke het volgende treurspel gedrukt werd: De gestrafte wederspannighen in den eerzuchtigen Absalon. Hij drukt de meening uit dat dit waarschijnlijk De Swaen's Absolon was. Jammer genoeg geeft de schrijver geen bronnen op, zoodat we dit punt niet nader hebben kunnen onderzoeken. De kopisten hebben het gevonden fragment erg gehavend. Af en toe stoot men op plaatsen, waar de tekst blijkbaar jammerlijk verminkt werd en ook hebben ze de De Swaen's spelling niet geëerbiedigd. Dr V. Celen. |
|