Zorg en de staat
(1989)–Abram de Swaan– Auteursrechtelijk beschermdWelzijn, onderwijs en gezondheidszorg in Europa en de Verenigde Staten in de nieuwe tijd
[pagina 226]
| |
· 7 · Conclusie: het collectiviseringsproces en zijn gevolgenDe hedendaagse verzorgingsstaat is uitgegroeid tot een uitgestrekt conglomeraat van nationale, dwingende en collectieve arrangementen ter remediëring en beheersing van de externe effecten van tekort en tegenslag. Dit collectiviseringsproces heeft zich in de moderne tijd in het Westen voltrokken tegen de achtergrond van statenvorming en de opkomst van het kapitalisme. De belangrijkste impuls voor collectivisering kwam van de conflicten tussen elites die trachtten de dreiging van de armen om hen heen af te wenden, en de mogelijkheden die de armen hun ook boden wilden uitbuiten. Maar hoe machtig of rijk ze ook waren, de maatschappelijk gevestigden konden deze mogelijkheden en gevaren niet individueel tegemoet treden: dat vereiste collectieve actie. Maar de verwachting dat iemand in zo'n elite zonder iets te doen toch van andermans inspanning zou kunnen profiteren was doorgaans al voldoende om anderen van initiatieven te weerhouden. De voornaamste episoden in de ontwikkeling van armenhulp, gezondheidszorg en onderwijs kunnen worden begrepen als krachtmetingen tussen de elites over de manieren waarop men diende om te gaan met de indirecte effecten van armoede, ziekte en onwetendheid die de arme en machteloze lagen in de samenleving rechtstreeks troffen. Op zoek naar manieren om deze veranderende interdependenties tussen rijk en arm, en onder de elites zelf te beheersen, werden collectieve charitatieve arrangementen gevormd, eerst op de schaal van de parochie, later op stedelijk niveau, en ten slotte op nationale schaal. In afwezigheid van een centrale, coördinerende instelling werd de aanvankelijke impasse van onderling wantrouwen vaak overwonnen door de manipulatie van wederzijdse verwachtingen of door gedeelde illusies. Maar werd desondanks die collectieve actie eenmaal in gang gezet, dan kon dat leiden tot de schepping van collectieve goederen en de vorming van een relevante collectiviteit. In de loop van dit collectiviseringsproces ontwikkelden zich nieuwe vormen van onderlinge beheersing en wederzijdse dependentie, die op hun beurt de collectieve onderneming versterkten. Naarmate in de moderne tijd stadsbesturen en staten hun macht effectiever wisten uit te oefenen, mengden ze zich ook vaker in de conflicten tussen lokale elites over de beheersing van de armen. Door zulke interventies raakten collectieve arrangementen steeds hechter verbonden met lokale en centrale overheden en dit droeg weer bij aan de expansie van het staatsapparaat. |
|