| |
| |
| |
Ao. 1727. No. 38
De vervrolykende Momus, of koddige berisper.
Maandag, den 1. September.
Even zo min als de Engelze doggen vragen naar het blaffen van het Bollogneeze Reutje, 't geen nog voor zyn dood hoopt op een koninklyk kuszen te slapen, even zo min aandoening heeft de altaar van de allerheiligste roos van den weikwast van een verschrompelde Paus, waar van de koffiehuis bybel gewaagt, daar hy zeit, dat de vorst der Dominicaanen in de kerk van Minerva de functie heeft verrigt. Op welke wyze dat de angel van een oude bei met zo een geurige bloem leeft, zullen wy verzwygen, dewyl ons dunkt, dat een zaak van die natuur te pennen voor jonge lieden te belagchelyk, en voor gryze stompers te beschreijelyk zou voorkomen. Wy zullen ons vergenoegen ter overweging der Lezers te stellen, of het niet een byzondere staatkunde is by de bovendryven de Religiönariszen, dat zy de domste kruinen met de verstandigste mutszen hullen. Snaaken, die over de natuur van een glas wyn, of bier beter kunnen redeneeren, dan over een bottel Aganip, te verzien met den helm van Pallas, is een stukje, dat bekwaam is de meeste waereld te bedotten. Athenens tempel aan Midas te offeren past beter voor Marsias, dan voor Apol, die, zint de eeuwen hunne lakkeyën begunstigden met de beste officiën, zyn vilders beneficie is ontnomen, om 'er de boksvoeten meê te geryven, die met het speldingsrietje van Siringa's a, b, c, de ooren der menszen zo verdoven, dat zy pas meêr in staat zyn, om een ongewoonen geestklank te verduuwen. Ik zou my breder kunnen uitbreiden over deze Dominicaanze stof, waaren eenige liefhebbers niet van advies, dat ik meêr stigting onder de Pannen zou verwekken, door Dou- | |
| |
dyns korte aanmerkingen te volgen, dan door de Swaanenburgze uitbreidingen eenige wynige opmerkende zielen te verschalken. Een weekelyks Autheur moet, zeid men, ten respecte van zyn kalanten een compleete poesjenel zyn, dat is, hy moet zyn theäterpakje zo met alderhande lapjes, en koleuren doorweeven, dat een redelyk schepzel pas kan begrypen, hoe het mogelyk kan zyn, dat één en dezelve man tot zo veel rollen teffens te speelen kan dienen. Dog dit overgeslaagen, om te Doudyneeren, of verscheidentheden te anatomiseeren.
Dat alle de Dames van Europa met den Allerchristelyksten Koning wel een piquetje zouden willen speelen, met verlies van honderd pistoolen, mits de vermeerdering op haare pensioenen genietende van een 50000. Ecus, word byna van niemand gecontrariëert. Op een genereuze overgaaf volgt doorgaants een heldhaftig present. Hoe grooter Vorst, hoe edelmoediger daaden. Dit zien wy in Lodewyk de XV. vervuld. De Gravinne van Thoulouze had de eer haar beurs voor haar Monarch open te stellen, die 'er maar een wynig uitnam, om 'er meêr in te storten. Verheeve Princen trekken nooit voordeel van hunne onderdaanen, als om ze te meêr te verreiken. Als de zon, het zinnebeeld van den Franzen Alleenheerzer, het vogt van de benedenste elementen, gelyk een puttertje opheisd, en uit den vingerhoed der natuur peuzelt, zo stort dezelve, als een uitgewronge spons, den gouden regen naderhand weder neêr in de gaapende Danaë der dorstige aarde. Doet Caesar eenige dienst, Soldaaten, zal hy niet heilig, als Jupyn, zyne helden beloonen? Toen Maro zong, op Latynze nooten den lof van Augustus, toen veranderde hy al zo wel van een paardensmit in een hoveling, als Crispyn is verwiszelt van een schoenmaker tot een doctor, door de goedgunstigheid zyner Mecaenaten. Het gemeen, te weinig voorzien met adelyk bloed, leeft anders met zyne kruiërs, ik meen de Poeëten, want de dagelykze verstanden weegen de lofgedigten niet met een centener twee drie, maar met een gryntje, 't geen pas een compliment van een dankzegging zwaar is. Waar het vlugge bryn der ingezetenen word vet gemaakt op het koopmans boek, daar word het zo leivig, en dik, als of het met een mug over de bezitting van een rankpostuur zou moeten procedeeren. Byaldien ik voor een wys man begeerde te paszéren, hoorden ik nooit geld te
| |
| |
willen maaijen voor een bruiloftsvaers, waar geen genereusiteit te vooren is gezaait geweest. Eêr zal een weerelooze mennoniet op de vereering van een konkel 'er zyn party drie in de plaats schenken, eêr een gierigaart het hart zou durven hebben van te denken, ik behoorde ten weinigste een aalmoes te geven aan de rampzaligste der tydelingen, verstaat hier door de hedendaagze rymers, en lymers. Hecl anders zyn de voorstanders der kunsten, en der wetenschappen, want die belouïdooren, als kleine koningen, de beurzen der schaamele Poeëten, die thans meest zo ryk zyn, dat zy met haar Pegasus uit eenen bak met de greetigste honger dezelve paarden te vreeten hun niet en schaamen. Gaat van de Parnaszelingen, Lezers, vry over tot alle verdere Faculteiten, en Kunsten, en let of de ryke man wel een duit voor die Lazaruszen over heeft, die van hun geesten, en niet van hun pooten moeten leven, byaldien hy ze juist niet nodig heeft. Even gelyk een Philosooph speelt met zyn matres, even zo handeld Midas met den wysgeer. De eerste vult geen van de twee beurzen zyner favoriet, dat is, hy is in geen staat om met kragt, of geld haar te verkwikken, en de laatste meent, dat hy voor zyn zuuren arbeid van die Madame nog een bedankje toe behoorde te hebben, wiens Philosooph vaak na den hemel tragt te steigeren, op de twee overgewonne hoorenen, die hem zyn bedëngel gulhartig heeft geschonken, om dat hy meêr houdende van Apollo's glans te bespiegelen, dan Diana's halve maan te bestudeeren, even zo bekwaam is tot de huuwelyks legenden te lezen, als Brita tot het veertig daagige vasten.
Momus, je moet je jongens Doudeynen, en daarom zing de wiggen al weêr met een ander deuntje in slaap. 't Is immers evenveel, wat je verteld, als 't maar geduurig wat nieuws is. Fiat, men heeft binnen Napels ten toon gesteld de Hardersstaf van sinte Pieter, waar meê hy de H. Aspremo heeft genezen, als Swaanenburg die van Ludeman heeft gedaan, die, 't is wel waar, zo wel niet, als de eerste tot Bisschop daar door is ingeweid, dog 'er egter zo snede is gepromoveert, dat hy geen academie nodig heeft, om op het verzoek van in het Duits geëxamineert te worden, een bul van zyn doctoraale onwetendheid te haalen. In Italiën admireert men heiligen wandelstok, waar meê de eerste Apostel heeft gereisd, zo het anders waar is, dog in Holland leggen een deel hazenkoppen
| |
| |
den moffenknuppel op het secreet, en snyën 'er alle daagen even zo veel af, als 'er vereist word, om den podex 'er meê te potzen. Verscheidene lieden houden zyn kwastige rotting voor een stopmiddel tegens den loop. Andere zyn van advies, dat hy dienstig zou kunnen zyn om 'er den théketel op te kooken, die de voorloper is onder de Amsterdamze wyfjes van den brandewyn, en den jenever. Nog worden 'er gevonden, die meenen dat hy een praeservatief zou kunnen zyn tegens alle ketteryën, en zy geven tot reden, dat de onhebbelyke geestdryvery, die 'er in verborgen zit een zekere kragt cauzeert, die de menschen noopt van duizend zotte concepten, eigen aan de separatisten, weder te keeren tot de algemeene universiteit der bovende dryvende waarheden. Nog zynder, die zeggen, dat zy die verwarden harderstaf aanzien, als een nieuwe zinte peters ring, waar aan de twee sleutelen van rasp en spinhuizen vast zyn, waar mede dat de boosheden worden geteugeld, met een woord, daar worden meêr notis variorum over toegetakeld, als 'er verëist worden, om voor wind, en stroom naar het dolhuis te zeilen.
Zelderemcnt! wat zitten myne lezende kabouters nu stil in den koffyhuis kakstoel, nu ze papa zo hooren variëeren van deunen! Ik zal myne aapjes, als hoofdbaviaan nog de ribben hunner harszenen indouwen, uit klinkklaare liefde, zo ze zo voortgaan te luisteren na myne arabize nagtvertellingen, als zy tot nog toe hebben begonnen. Halte! geen voorreden, zeggen de dames, maar vliegende tot den tekst, als 'er een weinig van de liefde word gereveld, en daarom treeden wy van onze zinte Christoffel, alhier na den H. Lazarus van Israël. De laatste na den lighaame tweemaal gestorven zynde, gelyk de eerste na den geest dubbeld dood gelykt, is korts, volgens de vertellingen der oude wyven opgebaggerd van onder den grooten altaar in de hoofdkerk van Autun, in Bourgon. diën gelegen, en dewyl 'er aan den romp van zo een heilig vry meêr gelegen schynt, als aan een millioen zondige zielen min, of meêr, zo laat het zig aanzien, als of men dat geraamte geerne zou willen promoveeren tot een publieken afgod, om van jan, en alleman aangebeeden te worden: en om de ongeloovigen den bek te snoeren heeft men 'er vry wat papieren, en opene brieven by gedaan, ik wil zeggen, by gevonden, waar uit die Romannieke vertelling zo klaar blykt waar te zyn, dat 'er niemant daar te lande
| |
| |
tegens zou durven spreeken, of hy moest zig zelven oordeelen Inquisitie vast te kunnen wezen. Schoon genoomen dat deze heele parabel in steê van loogen nu al eens zeker was, wat kragt zit'er, myne goede catholyken in zo eene slimmere stokvis, als de mumie der Egiptenaaren is, die nog nuttiger in de apotheken word geoordeeld als het schoenpik van Doctor Crispyn? kan een caput mortuum, waar uit de ziel is gedezerteerd, een hangebast bevryden voor den galg? is 'er pit in een magere moord, om een jonge deêrn aan 't leeven te helpen, dat Bregtje in den dood heeft gevoerd, door den dolk van meester Hans? Kan men door een gierige honger goud zuigen uit deze lapis stultorum der bedelmunnikken? Kan een christelyk gemoed haar voedzel haalen uit vermolmde beenen? met een woord, is 'er aan den drek, en den afval der natuur zo veel gelegen, dat de honingby der ziele, door daar op te bikken in staat zou kunnen geraaken, om als een andere Enoch met G.. te wandelen, en niet meêr te zyn? Vergeeft het my, papouwen, dat uw dienaar zo geus is, dat hy om van die narrepotzen af te raaken, van snaaren verwiszeld, om niet voor een domestiek van het groot ondermaanze lazarushuis begroet te werden. Had ik daar geen vrees voor, ik begon grooter oorlog, als de Jezuïten tegens Janzenius hebben gezwooren, om dat hy, door troef op te flikken, de kerk zogt te bevryden voor geduurig den beest te zyn, in spyt van die valsze speelders, die de kaart zo moffelen, dat het wel een half mirakel schynt, als 'er één den dans ontspringt, die niet met een ledige beurs van waarheid, en deugd verzien na het Elizéze Oost-indiën trekt, om warme peper te haalen. Was deze togt niet te droevig, ik zou ze voor u allen pennen, die liever met baggatellen gepaaid wat vrolykers verwagt.
Gelyk als een waal, hoorende spreeken van de delicateszen der wysbegeerte, die afmeet by de geur van een knoflook, zo wikt men binnen Italiën, en elders het geloof, en de werken der heiligen, na de begrippen dier pretendenten, die bevoegt waanen te zyn tot koningen, en vorsten van de monarchie der waarheid, welkers rykstaf alleen bestaat in een galg, of een brandstaak re verduuren. Die tot de regte steilte der wysheid zyn gesteegen agten minder een zo genoemde miraculeuze genezing aan een zieke, door een kwakzalver gedaan, dan het innig gedrag van een zondaar, die door ver- | |
| |
borge boete, en bekering tragt te steigeren tot de volmaaktheid der liefde. Hoe zuiverder de ziel is in haar geloof, hoe ze minder na buiten weid. 't Is 'er mede geleegen, als met de decoctie der mage, die hoe ze beter inwendig werkzaam bevonden word, hoe ze minder hette na buiten zend Het hemelze manna geeft nooit meêr voedzel aan den eeter, als dan wanneer de verborge warmte al zyn kragt inspand, om 'er mistice van te profiteeren. Wy willen niet zeggen, dat 'er geen vrugten aan een levende boom te vinden zouden zyn: het contrarie is waar, dan al wat innerlyk banketteert, schaft naderhand kragt aan de leden. Maar wy oordeelen, dat een geduurige honger, en een blyvende verzadiging pas tyd vinden om na buiten te wandelen. 't Is om deze reden, dat wy uiet kunnen accorderen met die canonizatien der heiligen, die de Pauzen knoeijen. Men vist doorgaans by blinden na oogen, om 'er door te zien wat waar, of vals is. Een mirakel te pleegen is geen daad, die een heilig alleen past. Judas heeft 'er ook verrigt, en 't was geen der geringste tekenen van zyn meêr, dan gemeene geest, dat hy om een hand vol geld de hardiësze had de deugd te doen kruiszen. Doe Mahometh met een loogen de waereld afliep, was hy zo wel een tovenaar, als de Egyptize paapen, en ik weet niet, of de Löjolisten geen knappe koordedanszers zyn in de magia, terwyl zy met een pols van pauszelyk bedrog kunnen huppelen van Europa, tot in Azia, Africa, en America, en daar voor een deel erweten, en boonen der roozenkranszen weeten te ruilen de meinen der Ooster, en der Wester Indiën. Zinte Xaverius bakten 'er daar meêr kunsten meê, als Lambert ooit hier met zyn dopjes heeft verrigt, en daarom zit hy ook voor een star, aan den Roomzen hemel te koekeloeren als een uil, die de mindere vogels, door zyn lymslang bedot.
De contramineerders van Momus bastionnen, en stormkat zullen veelligt al weêr zeggen, je doudynd niet genoeg met scherpzinnige slaagen, terwyl je buiten de courant periöden wild roezemoezen in een deel baggatellen, die niet tot tydkortingen dienen. Maar wy antwoorden die legerknaapen der botheid met de stinkpotten der wysheid, dat even de nouvellen ons de weg hebben gebaand tot dien slag. Als ik merk, hoe de glorie van Barbarigo in de weêr is om den afgestorven Cardinaal van dien naam op de lyst te zien der
| |
| |
Roomze wondermannen, door al de waereld om te koopen tot verklaringen ten voordeele der dooden, dan kan ik niet wel onderlaaten om met een schorpioen staartje de hovaardy der paapen te steeken. My dunkt daar zyn reeds spooken genoeg om de menschen te bruijen, al practizeeren de contra bekkerianen geene nieuwe. Dog wat zal men zeggen, elke duivel begeerd een lucifer te zyn, en daarom zyn alle munniken heet op een goede naam, en een vetten rester. Die galanteriën zyn aan de canonizatiën der ezelen vast, en daarom word een langoor eêr Paus, als een poëtizen henkst; inzonderheid, als hy aan zyn zaal, en toomen kan bewyzen, dat hy een gemakkelyken tret heeft, om 'er meê van de aarde ter helle te reiden. Als 'er zulks aan gespeurd word, dan verklaaren de getuigen, als in faveur van Barbarigo reeds is geschiet, meêr, als 'er vereist word om een grooten heilig te broeijen. Zommigen zweeren, om een hand, vol goud, dat een gortig varken gezond is, anderen daar en teegen verzekeren, om een offici, dat de vroomste vrouw met den duivel is bezeten, schoonze nog maagd zynde, nooit heeft gebukt voor den Moloch des doctoralen schoenmakers. Ik zwyge nu van de botterikken, die voor een sancta Bregitta een kaars aansteeken, die gecomponeerd is, volgens Jacob Böhme, uit sulphus, Mercurius, en Sal, om de waardy van een ingebeelde vreugde te agterhaalen. Dog voor deze reize genoeg van de metamorphosis der dieren en menschen, zagt, ik zeg der menschen in beesten. 't Word tyd, nog een baggatel op te zaagen.
Als de vliegenvangenden keizer Domitianus geen juffers kon vlooijen, dan luisde hy de heeren, en als de ridder van zint Joris het laggen te huis verveeld dan doet hy ordinarie een speelreisje om aan het huilen te raaken, en pas heeft hy als een mater dolorosa, & lachrimosa het treurspel van de zeven weën op zyn schots afgehaspeld, of hy springt op den triomphwaagen der liefde, om te proberen, of 'er ook kans voor een Martiale huilenbalg over is, om in de armen van mileddi Venus te reconvaleszeren van zyne vrugtelooze pogingen. Naauw heeft hy de fortuin van madame Es van vooren by het hair, of hy word zo coeragieus, dat hem dunkt dat hy de vlam van Etna zou kunnen verduuren, en ondertuszen komt het op een lepel dodelyk vog uit. Naauw is dat gebakken, of hy verteld onze lieve vrouw een sprookje van 't rood kousje, mits con- | |
| |
ditie, dat zy hem dog zou helpen aan een stukje wit kryt, om 'er het gelag meê te rekenen, dat de Paus en de goede catholyken hebben verteerd in de kroeg van zint Joris. Dog dewyl hy niet verder is geävanceert als tot den regel van drïen, in 't gebrooken, zo wil de heilige moeder den Socia der Stuarts in 't engels niet antwoorden, waarom hy, als een apotheker een quid pro quo uit haare Roomze vertellingen opnemende, straks al weêr met een duivelze vaart voortgaat om de novo te probeeren, of 'er volgens de philozophize gronden van Heracliet middel is in een Ierzen Democriet te vervellen. Dog eêr hy zulks onderneemt, roept hy 't Hoog, en Lagerhuis, dat is de mannen, en wyven van zyn Don Quichotze doeningen doorgaans by een, en na dat hy de beurzen der heeren heeft gemolken, en die der juffers gevuld, zo treed hy op zyn Ronzinant verzeld van den getrouwen Sanche, inbeelding genaamt, om tegéns dien molen te vegten, waar op zyn papa het kooren der burgers, en der boeren plagt te maalen voor zyne hongerige domestieken, en Ignatiaanzen biegtvaâr. Dog naauw krygt hy, volgens het noodlot der broekenscheiters, een gons van den wiek, of zonder 'er de een, of de andere Doctor Crispyn na te laaten kyken, zo reverteerd hy, als een Amersvoordze keidraager weêr na de heerlykheid van Romens Mancha, om met de opperpriester Benedictus en de barbier meester Klaas te overleggen, of 'er geen kans is, om door weiwater en een weinig extractum catholicum petri de betoverde avontuuren re herscheppen tot vorstlyke vastigheden. Dog dewyl zyn genade een cartheziaan is, en de Paus een Aristoteles van de Dominicaanen, zo wil de twyfel van de eene niet hotten mer de verzekering, die de ander kraaid, en dus doende schynt 'er geen andere hoop over te schieten voor den doolenden Ridder, als dat hy, door zomtyds een Avetje te lezen onder de hoepelrok der heilige zusjes zyn bedroefde figuur ziet zo veel her hoofd op te houden als het de catrollen van zyn geest toelaaten, en daar meê meenen wy van daag voldaan te hebben aan de tyding, die zegt, dat de doodëeter van Albano op weg is, om als een tweede Eneas met zyn paar huisgoden, die hem de natuur heeft geschonken, te onderzoeken, of 'er de eene, of de andere Britze Lavinia mogt behekst worden, om hem cum suis op te happen: dog dewyl zyn gewaande majesteit in de geuzespreuk audaces fortuna juvat, dat is te zeggen, de galg is voor de ongelukkigen geen lust heeft, zo vertrouwen de meesten, dat het zal uitdraaijen op in magnis voluisse sat est, dat is: stuurd een kat na Engeland, hy zal miauw krollen, als hy weêr by zyn bonte poesje komt.
| |
Advertentie.
Tot Amsterdam, is by de Boekverkopers alom me te bekomen: Hans Christoffel Ludeman, afgerost door syn eygen Harderstaf, die hy gebesigt heeft tegens de Magistraad der Stad Haarburg &c. &c door W. v. Swaanenburg, den tweeden Druk
NB. Zo 'er nog ymand van wil gediend zyn, die moet zig haasten, also deze Druk weer uytverkogt, en weg is, en 'er geen derde op zal volgen.
|
|