| |
| |
| |
Ao. 1727. No. 29.
De vervrolykende Momus, of koddige berisper.
Maandag, den 30. Juny.
't Zal my benieuwen, of die Doctor binnen Parys, die door, fyn gesleepe glaazen kan aantoonen, dat alle ziektens ontspruiten uit eene verscheidentheid van wormtjes, zal konnen demonstreren, in zyn onder de handen zynde boek, 't geen opgesteld word, tot demping dier bedervende pieren, op welke wyze, dat zint Francisco de Paolo de Cardinaal Patricii heeft verlost van een agt en veertig uurige opstopping des waters. Zo ons dien Heer zulks wiskonstig kan bewyzen, blyft Momus ontslaagen van de moeite, om aan zyn Edel: te zeggen, dat hy met een considerabelen worm moet gebruit zyn, als hy de waereld meend wys te maaken, dat even die kleine maaitjes, en bewegende vlindertjes, die de wortel der duuringen zyn, by hem worden aangezien voor ruïneerende ondermeinders van het mensselyke leeven. Ik, die nog in ver na zo doorzigtkundig niet en ben, als Doctor Crispyn, heb van overlang al begreepen, dat alle dingen haar bestaan genieten door een gestadige veelvuldigheid van hob, en tobbende creätuurtjes, die dat lighaam, 't geen ze bezielen, in een zekere werkzaame omwenteling houden; ja wat meer is, ik maak my stout te bewaarheeden, dat na maate, dat deze allerkleinste buitelaartjes, en subtiele koordendanssertjes des bloeds haar meêr verkleinen, en snelder draaijen, dat na die maate de vlugge circulatie geschiet. Hoe grooter wormen hun op doen in de animale gestellen, hoe loomer, en traager schepzelen dat 'er gevonden worden. Beschouwd de sanguine deelen van een melancolieke gierigaart eens tegens de verquistende aard van een vervrolykende gast, en let, of de laatste niet,
| |
| |
na proportie van zyn vlugtige inborst een dozyn of anderhalf meêr kleine kruipertjes zal hebben in een gelyke droppel bloeds, als een kaerel, die om uit te geeuwen ten minsten, op één reis, drie minuten, en een quart nodig heeft. 't Ontbreekt de meeste geleerden aan overvloed van wormen, en om die réden hebben die snaaken ordinary zeer lang werk, eêr ze door een langdradig vertoog kunnen vertoonen ezels te zyn. De Athomize vliegjes van hun brein zyn te grof om de spirituële snelligheeden te agterhaalen. Zy slagten een deel de Poeëten van onzen tyd, en schryven een paar vellen, eêr ze nog eenige zakelykheid debiteeren. De scholastieke resonomenten gelyken de kokinjens, die de kinderen een el, of anderhalf uittrekken, eerze ze na binnen slieren. Als de meeste door langzaam voortscharrelende mieren zyn geävanceert tot de begreepe overlevering van hunne meesters blyvenze ordinary by dien tekst, of raaken weinig verder, want de groote hunner wormen belet hun te merken, hoe, of ik, en myn zoort in één oogenblik driemaal als een camelion van couleuren verwisselen. Een vlug Philosooph kan de hemel en de aarde met één span meeten, want terwyl de helft van zyn wormen na onder kykt, springt de ander na booven. Aan 't snel gaan der mannen, aan de vlugge wending der oogen van de juffers, aan 't draaijen van de billen van een merrie, aan de sprongen van een hengst, en zo voort, kan men dadelyk merken, of 'er overvloed of gebrek van pieren by die gestellen huizen. De Galenuse Societeit houd veel van langdraadige wormen, en daarom zyn de purgatoria van een groot aanzien onder die heeren. De Paracelsise, en Helmondise Hipocraaten zyn lief hebbers van oneindige klyne serpentjes, en daarom kappenze mee vlugge zouten frikkedillen van de maaijen. De eerste zyn verminderaars der nootzakelyke mieren, de andere daar en tegen houden dermaaten vaak van de multiplicering der beweegelyke vliegjes, datze op het laatst zo klyn worden, dat ze malkanderenzelfs niet meêr konnende zien, zo vervliegen, dat men ze met geen kakken, nog laaten aan 't bedaaren kan brengen.
Ik meen, byaldien men my wilde betaalen voor myne moeite, dat ik in staat zou kunnen zyn om aan heel veel menschen te toonen met welk zoort van wormen zy bevragt zyn. De Heilige Vander heeft 'er maar één dog zonder weêrgaâ, en daarom zyn al de
| |
| |
sancten niet in staat, om dien tragen beschouwer der kerkelyke bederving, te versnelleren tot gezonder bevatting van zaaken. De Paapze wormen slagten de Lutherze, en vallen vry wat dik koppig, stuur, en bot, en als ze veel overhellen tot de orthodoxie der conciliën, dan zynze zo apocryf voor de apostolize geneezing, dat geen réden ter waereld in staat is, om de onrédelykheid der geestelyken tot réden te brengen. De generaal de las Torres heeft 'er twee, en dat is veel voor een Spanjaard, die het perpetuum mobile voor Gibralter zou gevonden gehad hebben, waaren zyne wormen niet op het tipje van gecontramendeert te worden. De usurpateur van Persiën heeft 'er drie, en daarom pierd by de Turken, en Persianen op één tyd met alcoranze streeken, die meer helpen tot zyne overwinningen, dan den dégen. Als ik zo van één, twee, en drie spreek, dan begryp ik daar door de regerende commandeurs der minderen, waar onder de anderen ten oorlog trekken, om haar naasten, of ook wel haar zelven te bruijen. Hoe 'er meêr zoort van insecten in een perzoon te vinden zyn, hoe hy al meêr veranderingen brouwd. Dit zien wy aan Doctor Crispyn, die alleen meêr strydige wormen bezit, als alle de doctoren te zamen, en daarom het toepad heeft gevonden tot de pythagorize verwiszeling der zielen. Al had ymant nog meêr wormen in den kop, of pens, als ik zelver heb, nog zou die held raad weeten, om ze te vernielen, zo 'er anders door 'er een erfenis voor te trekken kans was, om 'er zo veel op over te winnen, als 'er verëist word, om zyn leven lang met pasquinaden de vroomste inwoonderen te roszen.
De wormstékelagtigste meiden hebben de meeste wormen nodig, dog dit zullen wy buiten twyfel eerlang door den in Vrankryk opgestaanen worm Esculaap verneemen, waarom ik myn pen zal inkrimpen, om een zaak te bewyzen, die zig zelfs verdedigt. De ooren der Leezers zyn tot nog toe niet genoeg bereid, tot Swedize middernagts vertellingen. Die leggen binnen veertien daagen aan de beurt, en als die uit komen, zal het proces der wormen zonnenklaar worden uitgesprooken. Ten minsten zal het zelve beeter worden begreepen, dan de geneezing van zyn Eminentie Patricii, wiens waterloozing belegerd zynde door een regement pis verstoppende wormen is opgeslaagen. door het tydig secoers van F: de Paola, die, wie kan 't gelooven, en wys zyn? een kunsje bakt
| |
| |
dat meêr hoord tot de natuur der sanctinnen, dan der sancten. Dat een Dame een verstopt man aan 't urineren helpt is eenigzints te begrypen, maar hoe zulks een heilig aan een onheilige bakt is boven de koers onzer bevatting. Trouwens, wy Batavize geuzen weeten weinig van de catholyke doeningen der Italianen, en nog veelminder van die miraculeuze vlindertjes, die nederzakken, om die te bevrédigen, die onder overhoop leggen, om datze de soevereiniteit niet kunnen erlangen na haar vrye wil te graazen in die gewenste vermaaken, waar na de allergeringste vezelen rek halzen. De heele natuur heeft een drift om gevoed te worden, en daar door van klein tot grooter uit te deijen, en pas is de volkome groote daar, of de dingen verminderen tot nieuwen kleinigheeden, om weder te vergrooten. Ziet hier de oorzaak van het waare perpetuum mobile, 't geen door op, en afwindingen de duurzaamheid vertoond, die 'er de opperwerkbaas heeft gelieven in te leggen.
Hoewel de minste Lezers voor verstandige bedenkingen zyn, zo zullen wy evenwel ter overweeging der meêr geöeffenden dit nevensgaande hier eens ter nederstellen: wy railjeeren veeltyds over de inbeelding veeler menschen, die voorgeven, door deze en geene zaaken als miraculeus geret te zyn, en ik weet niet, of die persoonen, die wy belachgen, geen meêr reden hebben om ons te bespotten, om dat wy vaak te dom zyn, om na te gaan de kragt, die uit de sterke verbeelding ontspruit. Niemant zal ontkennen, die een gezonde wysgeerte bezit, dat de vermogens der ziel, en de spirituële kragten der lighaamen ver overtreffen de uiterlyke, en aardagtige vermogens der grovere gestellen, die haare verbeteringen meêr plukken van de innerlyke mededeelzaamheden der fynere geesten, dan van de buitenste medicynen, die niet konnen nut causeren aan de diersche aard, ten zy de subtilere die na haar zuigende, die eerst geestelyk verteeren, eêr ze vergrovende vatbaar zyn voor de elementare gestellen. Voeg hier by, dat de imaginatie van den lyder, zo wel in mensch, als beest meêr doet tot de genezing, dan het geneesmiddel zelfs. Nu is de beste verbeelding die geene, die meest synpathiseert met de aard van dat medicament, 't geen gebézigt word. Zo weten de dieren, en vogels wat haar diend voor hunne kwaalen, schoonze niet denkende, het geen overeenkomt met haar hongerende begrip na hun nemen. De magnetise
| |
| |
trek is eigentlyk maar 't Idé der beesten, en die tydig gebezigt schaft hun hun welvaaren. Hebt de goedheid van 't onredelyk gewrogt over te stappen tot het meêr redelyke, en gy zult bevinden, dat 'er na proportie der meêr volmaakte geslagten ook de meerderheid huist, om meerder nut van de voorwerpen te trekken. Exempli gratia: zien wy niet dikwils, dat een kragtige verbeelding tot een zaak, die strydig is, na het oordeel aller doctoren tegens de kwaal, die de lyder gevoelt, een volkome gezontheid causeert aan den gebruiker? Is 't niet bekent, dat Oftmaals een patient, die van alle geneesheeren is geabandoneert, reconvalesceert, door het gebruik van een kwakzalver, die met contrarie middelen te werk gaande, meêr operatie doet door zyn assuranten bek, dan door zyn konst, en dat meest, en alleen, om dat een kragtig vertrouwen van den zieken omtrent zyn operateur, de onnozele beuling in staat stelt te roemen op zyne arcana die hy eens, buiten zelfs de reden te weeten, heeft goedgevonden, om door dien weg duizenden anderen, die van die geloovige verbeeldingen niets en wisten, om hals te brengen. Wy zullen van Monsieur Crispyn nog van zyne curen niet gewaagen, 't is genoeg, dat wy hebben te kennen willen geven, dat een synpathetize zugt van twee antepathetize wormen vaak meêr wormen verschaffen, als 'er in een huishouding van noden zyn. Van de zylsteen der magia te redenkavelen is onze post niet, want anders zouden wy van den doorgaants bedriegelyken Lapis Philosophorum de welmeenende voeren tot dat universeel, dat de leider ontfangt uit de werkelykheid van dien Archeus, die geen duim breet af is van dat balneum Mariae, waar van de meeste goudmakers praaten, schoon ze 'er niets, als de klanken van gebruikende, niets meêr van weeten, als Hans Christoffel van de Medicynen. Dog om een grendel te schuiven voor deze Chymische deur, zo zeggen wy, dat zo het al mogt gebeurt zyn, dat een sterke inpressie van de Cardinaal Patricii tot S.F. de Paola, hem eenig soelaas had toegebragt, zulks egter niet navolgelyk is voor anderen, dewyl een egale bevatting by honderd duizend particulieren pas te vinden is. Hoe verstandigere creaturen, hoe minder miraculen, en om die reden ben ik van advies, dat tuszen gelooven, en wysgeeren een vervaarelyke groote kloove leit. Men zal eêr een wonderwerk gewaar worden omtrent een gering
| |
| |
begrip, als by een groot Philosooph: want de resonnementen hooren tot de tyd, en niet tot de eeuwigheid. Hoe verder van dwarsdryvend wikken, en weegen, hoe nader aan de waarheid, en hoe nader aan de waarheid, hoe verder van de meningen, die een ruïen zyn van hoop, geloof, en liefde. Niemant moet denken, dat ik vast stel dat de Cardinaal heeft geurineert op zyn vertrouwen, maar ik zeg, dat het mogelyk is, dat de vermogens konnen opwakkeren tot een byna ondoenelyke zaak, door een sterke inpressie. Dog hoe een ondermaanze met een bovenmaanze worm conjungeert is boven ons bereik, of hoe het denkbeeld van een levendige Mier kan accordéren met het Idé van een doode, is myn post niet te melden. Die dit wil weeten moet uit pierewyën loopen by Brita, die volgens myn natuurkundige bril een nest met pieren bezit, waar voor de grootste worm moet verstommen, en daar meê is het praatje van 't pieren uit, om nog iets ongereimders te beginnen.
In Vrankryk ontmoeten wy uit de Courant een Priester, die zig zullende laten examineeren, om tot een Pastoorsplaats geävanceert te worden, niet in staat was te zeggen, wat of de vyf Boeken van Moses, of de Openbaaring van Johannes waaren. Deze schoon zo onbekwaam bevonden zynde, meent evenwel den hoek te boven te zeilen, want terwyl hy, buiten alle twyffel mis kan lezen, dunkt hem dat hy dubbelt in staat is om de Catholyke kerk te stigten. Wat is aan de Bybel geleegen, als de kaerel anders maar orthodox is. Al weet ik niemendal, denkt zo een snaak, als ik slegts maar blyf by den ouden choorslender, weet ik genoeg, om als een Heer te leven. Zulk slag, als ik, en myn soort zyn, zullen de waereld niet verketteren. Geen beter maats in Europa, om het geloof voort te planten, als die niet weten wat het geloof is. Wy houden ons aan de bybel, zeggen de Paapen, en ondertuszen leezen zy de legenden der hyligen, of zo 'er dat te werkelyk valt, zo prevelen zy een pater noster, en is die nog te zwaar, zy drinken, op het welvaaren der kudde een geestelyke roes, en laaten de waereld de waereld. Onder de domste Catholyken hebje de grootste ossen, en die bulken doorgaants beter, dan de geöeffenste verstanden. Trouwens die zyn goed voor den Staat, zeid Heeroom, maar ze voegen voor al aan den altaar niet. De Parochie heilig te kennen, en die te recommandeeren voor zieke menschen of beesten
| |
| |
is genoeg, om den boventoon te kraaijen. t'Sa wakker! tree binnen, Messieurs! hier moetje wezen. Hier hebje bedriegers, zagt, ik wil zeggen, sancten uit de eerste hand. Al was je nog gekker als ik, en myn koster, je zoud gek blyven, offerde je slegts zo veel, als 'er vereist word voor een Paap, om als een Domheer te zuipen. Dat is wat anders, als lezen, bidden, onderzoeken, zyn Gemynte op te bouwen, de jeugd te stigten, of zulke oude Apostolise vindingen op de baan te brengen, als de ketters voorgeven, dat de opzienders hooren te volgen. Baggatellen, een geschooren kruin, een bef, en een mantel, en een harderlyke assurantie op de concilie goedkeuringen der voorouderen, schaffen meêr klem aan onze bediening, dan de waarheid zelfs. Koop voor de geleertheid eens een pintje wyn, en gaâ met de wysheid, en de deugd eens ter markt, je zult even zo veel opdoen, als een Poëet, die na het belezen der Zanggodinnen 'er even zo uitziet, als een oude Munnik, die met een jonge Non in extasi geweest zynde weder reverteert tot zyn verloore zelfsheid. Daar is overal nihil op het request, waar de ingeboore geleerdheid zig aankant tegens de bovendryvende botheid der by de traditie levende gezagshebberen. O summa scientia nihil scire, is wat anders te zeggen, als zyn geest af te slooven onder het onderzoeken der geweide rollen. Ik verzeeker, dat 'er duizended na kerkelyke bedieningen staan, die weinig, of niets en weeten, en die nog wat weeten, agten het zelve meêr voor de weg tot een goed bestaan, dan tot een noodzakelykheid, die vereist word, om dieren tot menschen te maaken. Wat zal men van deze dingen zeggen? Is 't niet elendig, als wolven de schaapen leiden, om een bek vol smeer? In plaats van dag en nagt op schildwagt te staan tot nut der kudde, zo vreet men de Gemeinte vaak niet alleen na den lichame op, maar men vernield de zielen der onnozelen, of door onwetendheid, of door een slegt voorbeeld. In stee dat men de gemeinte den wandel der Apostelen zou doen beleven, en navolgen met een onberispelyk voorbeeld zelfs te vertoonen, zo vertelt men een miraceltje van zyn chooruil, om, als Judassen, en regte armen dieven, de elendigen uit te zuipen onder het coevart van de een, of de andere kerkpatriöt, die zomtyds geregtelyk, om een landverraad, of een koningsmoord is gevierendeeld. Wy praaten niet van hooren zeggen, maar van
| |
| |
dingen, die wy gezien hebben, en die wy niet kunnen laaten te schryven, nu wy leezen, hoe menschen, die verdienen op de catichizeerbank te zitten, zig onderwinden durven na den predikstoel te staan, die niet hoorde verpagt te worden aan vrienden, of geïntrefzeerde zwetzers, maar alleen diende geschonken te zyn, aan de zulken, die hunne Evangelieleer bekragtigden met een heilig leeven, dat meêr miraculen alleen zou te weege brengen, dan alle de overleveringen der Concielie voorstanders ooit hebben weeten uit te werken, die doorgaants, ik zegge, liever altyd meêr hebben gezogt het geen het haare, dan eens anders was. Gelooven my de catholyken niet? zo veel te beeter, want dus doende zal de wysheid nooit de botte Munniken verveelen.
| |
Advertissement.
Verwagt toekoomende week den uitslag van een gehouden Congres, tusschen de bespiegeling, en de beleving, of om het beter te zeggen, verwagt nooit eenig goed van de bespiegeling, maar wel van de beleving, en stelt vast, dat die twee dingen byna nimmer te zaamen gaan.
Deze Leerzaame Tydkortingen, werden tot Amsterdam, voor den Autheur gedrukt, en Heden, en vervolgens, zonder fout alle Week, 's Maandags, uitgegeeven, en zyn by de Boekverkopers aldaar te bekomen, als ook tot Haarlem, M. van Lee, Delft, R. Boitet, Rotterdam, A. Willis, 's Hage, P. vander Burg, Utregt, Besseling, Hoorn, Beukelman en verder by de Boekverkoopers in andere Steeden.
|
|