| |
| |
| |
Ao. 1727. No. 28
De vervrolykende Momus, of koddige berisper.
Maandag, den 23. Juny.
Alle de Heeren, die de natuur der Dames kennen, zeggen eenparelyk, dat de consternatie onder de Juffers door geheel Vrankryk met geen foenix vederen is te beschryven, zint 'er zig een gerugt heeft verspreid van de belasting haarer balyne rokken, die by de meeste kenderessen der zusterlyke zwakheden veel noodzakelyker worden geoordeelt voor het vrouwentimmer, dan de maagdom zelfs, om dat een jong kleuter onder die veel beter een dragt van een zeven, of agt maanden kan bedekken, dan 'er een belvidére van kuisheid onder vertoonen. Het verlies van den slag van Hogstet schafte aan de zonnelingen van den Franschen Apol een heele Parnas van huilebalkende Melpomenen, of bedroefde weduwen, maar deze afgrysselyke mâar, doet duizend, en duizend kaale geraamtens op dien gespannen buik met misbaar maakende handen trommen, die graag zou aangezien zyn voor een bedekte weg tot de vestaalse altaar vlammen der nimmer vleeseetende nonnen. 't Is omgekomen met de glorie der arremoede, riep een gryze matroon, die begenadigt van de fortuin met zeven schraale dogters yder der zelve, als een koordendansers princes verzag, door de zielverkopers uitrusting van een brede hoepel, met een enkel rokje daar over te spannen, om 'er de hemdelooze billen der Parysiaanschen bruinetten meê te dekken voor de belegering der nieuwsgierige oogen. Onsterffelyke goden! wat pagter is oorzaak dezer Sireenze ruïnen? vervolgde een ander, die de heupelooze postuuren der koggel bagaynen had opgetrarariet tot een zekere welstand, die de voedster is der vallende ziekte. Een derde, iets navorsender van
| |
| |
aart, dan de voorgaande twee, kon niet bezeffen welke collecteurs de maat zouden durven neemen van katten, die zonder handschoen niet hooren aangevat te zyn. Na proportie van de wydte zal den tol zyn; word 'er geroepen, rezoneerde zy verder, maar wat juffer zal dien hoepel met een verklikkers duimstok laaten omspannen, waar aan haar heele fatzoen hangt! word die op een zestienendeel meer of min gewikt, zo is ons huishouden verlooren, balkte een vierde, want myn drie nigten hebben niets, als even die, om op te gloriëeren. 't Kan de Adel, 't is waar, niet verscheelen, want die vraagen 'er niet na wat men van haar zyt, ook geven ze zelden iets van de rekening, wanneer zy gemaant worden van de schuldeissende vilders; maar wy eerelyke burgeressen, die 'er op uit moeten snuiven, als onze mannen, en serviteuren mankeeren, in ons of hun zelven te maintineeren, wy, wy staan bloot voor die Inquisitie meesters, die de Vorsten stellen, om de al te weelderige gemeente te bekeeren tot dien regel van behoorelyke abstinentie, die vereist word, om als een lazarus den ryken man te zien banketteeren. Help! zint Ursul! de bedekzelen der schande, de vygenblaadjes van moeder Eva, het laatste olyzel van haar gedevaliseerde dogter, en 't heele heiligdom van uw maagdelyke klooster is in gevaar te stranden op de tong van duizend berispers! wordenvan daag de balyne rokken, en morgen de zakken, die men thans draagt, om de arremoede, en de onkuisheid te bedekben overgegeven ten prooi der onderzoekers, wat zal 't dan zyn met het lighaam der na menschen zweemende figuuren? Zal Jobs vrouw op de mesthoop der veragting niet zitten, als de pagters in haar capitaalen vallen? Als een arme deêrn van haar hoepelring tiende zal moeten geeven, waar van zal zy dan subsisteeren! Wy hebben niets, als dat, was 't slot der weeklagten. Belast liever de favorieten onzer actéons met duizend pasquillen, dan dat gy ons onnozel hoepeltje bezwaart tot nut van 't land met één enkele duit. 't Geen zo vaak heeft gestrekt tot een klok van heerooms klépel, ik wil zeggen, waar op een franciscaan zo dikwils heeft gepreekt, als 't hem, zo wel als andere paapen, aan stof manqueerde om verstandigere zaaken te verhandelen, dat, even dat, 't geen dus in deze de kerk zelfs heeft gedient tot stigting, zal dan moeten paszen, om de goddelooze waereld te ondersteunen! Een allermalste sloot het hek zonder te
| |
| |
bedenken, waar zy was met deze exelamatie: Heilige Vader! gy die minder lorren hebt gesanctificeert, dan deze onze noodzakelyke wisje wasjes erbarm u over onze hoepels! want zy zyn in gevaar van te spleiten! Maar neen de Orsinise willekeuren gelden niets, daar wysäarts regeeren! Schoon de Paus al een Concilium beriep in Romen om de wydste ringen te beätificeeren, men zou binnen Parys na de naauwste vraagen; en dit Janseniste gevoelen is niet alleen hier maar rits overal den baas: want de Gallicaanze mode is de lieve vrouw van geheel Europa. Yder aanbid de franszen opschik, en om die reeden dringen de povere refugeês door alle deelen des waerelds tot in de kabinetten der dames. Daar leeren zy de jonge juffers goede manieren, en om die te maintineeren, zo steekenze dezelve in 't harnas van een wallevisreep. Wat daar onder geschiet, zullen wy niet melden, om de voortreffelykheid der hoepelrokken niet te brandmerken met de historise herscheppingen van vaerzen, en koeijen. 't Zy genoeg, dat ik deze periode sluit, door te zeggen, dat groot, en klein meer in de weer is, over de aanstaande noot der hoepelrokken, dan over de tegenswoordige elende der armen. En dat zulks niet alleen plaats heeft onder de Ingezetenen van den allerchristelyksten koning, maar dat zig zulks zelfs uitstrekt tot onder onze Nederlandze juffertjes, die in vrees zyn, datze uit een diergelyke lotery hier mede eerlang een watje zullen trekken van iets te moeten geeven van een ding, dar nergens toe strekt, als om de hoererye, de arremoede, of eenige lighamentlyke mistal daar door te ontveinzen.
Op het arriveeren van een expreszen met de Vreedens articulen van den Keizer toegestaan zyn hier de puplieke fondzen van den spaansen generaal de las Torres merkelyk gerezen, want de oorlog kundigen zyn van advys dat hy nu van Gibralter met immer zo veel volle tekenen van Eer zal kunnen aftrekken, als of hy door ziekte was genootzaakt geworden, die Vest te abandoneren, die hy ondermeint hebbende, na zyn voorgeeven door slegts een zwavelstok, by manier van spreeken in brand te steeken, zou hebben doen vallen in de handen van den catholyken koning. Als ymant parfors victorieus zal zyn, dan heeft hy kunst, verstand, en conduïte genoeg, zo draa hem de fortuin slegts begunstigt. Dit ziet men niet alleen aan de soldaaten, maar ook aan een deel gekken, die door
| |
| |
ervenis, of andere onverwagte toevallen in de bezitting raaken van een party capitaalen, daar verdienstigere nimmer toe steigeren, schoon zy volgens den trant van réden en oordeel dingen na dat geene, 't welk meêr een eigendom is van de zotten, dan van de wyzen. Zulke zaaken zouden zeer wel te dulden zyn voor alle die geene, die de natuur der dingen na gaan, by aldienze niet merkten dat doorgaants alle die perzoonen, die toevallig verreiken, en boven hun waarde steigeren zo onverdragelyk groots, en ingebeeld verstandig wierden, dat zy als toe ballasten verstrekken van alle publieke gezelschappen, waar in men veeltyds een Apollo ziet verdrukken om een Midas, die geen andere rykdom bezit, als het geld, 't geen de domme aanschouwers in zo een ezel aanbidden, schoon zy 'er geen eenen penning van profiteeren. Wy zullen van den burger stappen tot den edelman, die groots op zyn papâs overwinningen geene andere quartieren bezit, als die hem een geboorte heeft vergunt, waar toe hy niets heeft gecontribuëert, als onwetend, en zonder zyn toedoen gevormt te zyn. Zo een quant, die zyn grootste geleertheid verschuldigt is aan een Ezaus Accademie, waar op hy hebbende leeren jaagen, vissen, vreeten, zuipen, hoeren, en boeren plaagen, al dat geene heeft vergeeten, 't geen overeen komt met de menszelyke gezelligheid, is zo afschuwelyk voor een man, die in de possessie is der waare wysheid, dat hy liever wil zitten by een gemeenen boer, dan by een baron, die zyn character wil doen gelden, door overal den beest te speelen op der voorouderen verdiensten. Zelfs te bakken, 't geen aan anderen roem verschaft is de regte weg tot glorie. Of de generaal de lus Torres al pogte op de daaden van zyn familie, en hy had zelfs niet dat victorieuze verrigt, 't geen hy na gedaan heeft, wat zou hem zulks baaten? Zou een wysäart niet zeggen: waarom doet gy niet meede, waar op u vaders den lauwer hebben gedraagen? Ik meen van ja, en om die reeden was deze dappere generaal van advys een staale Vest hoe ontoegankelyk met eizere tanden te verscheuren. Is 't hem gelukt zal een botte hollander vraagen? Wagt een beetje, men zal 't u zeggen: had de vréde niet in 't spel gekoomen, je zoud wonderen van dien oorlog gehoord hebben. Als een afmars de overwinningen schut, dan kan men niets positive stellen. Doe de mooren voor Ceuta wierden gecommandeert om op te breeken,
| |
| |
doe kondenze de spanjaarden niet verduuren. Haddenze nog een honderd jaar, of anderhalf 'er voor blyven leggen gehad, zy zouden het ligt wel gekreegen hebben; of ook wel niet, want de kans van den kryg is onzéker. Trouwens de aftrekker kan 'er zig op beroepen door te zeggen: op het tipje van de overgaaf der stad te zien waar aan myn roem hong moest ik hem deelen met een ander, door heels hoofs te vertrekken. Ik had liever een paar beenen verlooren, als deeze overwiuning te ontbeeren, maar wat zal men doen, de wil van de koning is de gids van den onderdaan. Zelderement! wat is een Braaf soldaat een vies kaerel! Ik spreek van die van Africa, want met die van Spanjen wil deze pen niets te doen hebben. Een Don van dat land slagt een Gelderze jonker, die, zelden schoolgeleerd, geen spottige contraversiën kan verantwoorden door reden, maar wel door de punt van zyn lemmer: en daar ben ik alzo min in staat toe om tegens te praaten als een ander, die begind, eêr hy verzind, om aan de waarheid te participeeren, die zeit. gelukkige gekken hebben geen wysheid van nooden, en daar meê is 't beleg van Gibralter gedaan; en wy bevreid als een tweede Sanche Panche om meêr van de rodomontades der Don Quichotten te gewaagen.
Innocentius is een andere kabouter. Die vat beget, geen duivel aan, of hy slaat hem ten minsten den neus en de bek aan 't bloeden. Al sloot de heele waereld gelyk de Bekkeriänen reeds gedaan hebben een treves met heintje pik, de Paus zou 'er neen toe zeggen. Hy kan om de duivel geen duivel verdraagen, of hy moest in een monniken pei schuilen. Zonder die is lucifers apostel veeg, want zint de heilige vader de kap van Dominicus stelde booven den hartogelyken muts, was 'tmet alle booze geesten nagt, die zig niet toetakelde als de engelen des ligts; waar van zyn onfeilbaarheid de opper zeraphiên waand te zyn, om dat hy half mal van 't mirakel brodden, overal gezonde spooken maaid, daar bedriegers en schelmen valsche elendigen zaaijen. Zy denken laat onze oude henkst, voor zyn dood nog een gangetje gaan, met de schentmerrie der hel, want de veulens, die 'er van komen, zullen in den rosmeulen der kerk, t'avond, of morgen dienen om onze loogens zo fyn te maalen, dat alle de catholyken met malkander 'er een paasbroodje van zullen kunnen kneeijen voor heeroom, en de zynen. Selderement,
| |
| |
als Orsini, getyk een grossier in wonderwerken, door een bankroetje te leggen op de aarde, eens verkast na het bovenmaanze Viänen, om daar te leeven, gelyk het de manier is der gefailjeerde deserteurs, wat willen dan de opregte curateurs van den Roomzen dezolaten boedelkamer niet roezemoezen in vaders effecten! zy zullen de kunsten niet by 't stuk, maar by dozynen opventen. 't Zal zyn hier maakte hy een wysaart gek, en een ziende blind, zagt ik verspreekme, en wil zeggen, een spreeker stom, en een regt perzoon kreupel. Holla! 't moet zyn, hy deed, al wat de bovendryvende paapen meest doen, en dat is, hy joeg de waarheid uit het land, om de loogen te doen heerschen. Ik voel wel dat ik my verkeert uitdruk, maar hoe ik my al klaarder wil expliceeren, hoe ik het al meêr verknoei. De ketterze geest bruid de geuzen, en my in 't bezonder. Kon heeroom 'er die zo wel uitkrygen met zyn weiquast, als hy ze 'er door in de gadareenze nonnen weet te jaagen hy was een man als Steven van der Klok. Ik wouw hem, onder reventie gesprooken, den heiligen maars wel kussen, wist hy kans, om de onheilige conciliebaazen buiten de regering aller tempels, en chooren te bannen. Als paar dat kan bakken voor zyn sterven, dan is hy, waard na zyn dood, van alle monden gecanonizeerr te worden. Maar zagt, 't kunsje zou te groot zyn voor één man, die voor de revenuën, die hy jaarlyks trekt, even zo moet praaten, als het de orthodoxie der kerk mede brengt. Alle ziektens van 't gemeen mag een publiek geneesheer wel curéren, maar die tot den autaar hooren, die moet hy 'er toe laaten, of happa is de medicyn. Dronkene, hoeragtige, moordende, stelende, en groove lasteren begaande duivels mag een bisschop wel uitwerpen, uit jan, en alle man, maar de schynheilige, kerkvernielende, regeerzugtige, gierige, en de gemeente inzwelgende duivels der opperbestierders daar moet hy af blyven, of zyn hoogwaardigheid word zelfs uitgebannen. Die snaaken, die in de grooten zitten, die willen niet verkaszen. Zy slagten de kanker, en geeven na geen pappen, nog zalven. 't Is overal wygeestelyke koningen der aarde, ondersteunt door den politieken deegen vraagen na geen meszen, zo ze zouden gewet worden tegens ons, en onze constumen. Hoe zwaar het valt de gebreeken der Vorsten te verbeteren, zo is het nog niet half zo moeijelyk, als Levis baard te potzen, want de knevels dier heeren
| |
| |
zyn gezalst wet het crisma der Pauszen, en om die réden durft 'er niemant aan tornen, als die verlangt om voor een beëlzebub uit de vergadering der zo genoemde geloovigen verbannen te worden. Tot die kunst heeft men alleen geen servus servorum Dei nodig, een mindere dienaar kan dat kunsje wel bakken, als hem een heer in de weeg is, die zyn vreije adel wil bewyzen door zig niet te onderwerpen aan de malle gewoontens dier slaaven, die alles verketteren, 't geen met haar Lovenze accademieslender niet overeen en stemt. Dog al genoeg geparenthezeert, 't word tyd dat wy reverteeren na den onnozelen vader, die volgens het zeggen der leidze Courantier een Italiaanze duivel uit een meisje heeft geworpen, zonder 'er by te voegen, hoe veel duimen diep hy 'er wel in heeft gezeten, eêr hy voor inhabiel verklaard wierd. Trouwens, dat doet tot de zaak niets, als wy bedenken, dat het teefje van het reutje los nu kan vertellen, hoe een dogter te moede is, die haar jonge spiritus familiaris moet verzaaken om een ouden stompert, die tegens zyn eigen ryk verdeeld, juist een Italiaanzen zathan, in plaats van een andere heeft uit de deêrn gegochelt, die ligt nu al met een Spanjaard, Fransman, Mof, of Deen zal te doen hebben; want de krieken daar de een niet by en kan, die peuzelt vaak een ander. 't Geen de heer is verbooden, dat eet de knegt, en 't geen de laatste niet en lust, word van de jonker verörbert. Als de juffers eens bezeten zyn, dan willenze ligt weêr bezeeten worden, want die verleidentheid, waar meê Joosje de zinnen behekst is zo overeenkomende met de vrouwelyke natuur, dat het niemant zou kunnen gelooven, of hy moest de eer hebben van zig als man, en vrouw in een persoon gekent te hebben. Dit is een mistieke manier van spreeken by de Jacob böhmisten grondiger bekent, dan by andere, die in de te zamenstremming der dingen hun zelven vergeeten, en dat is waerelds, zeggen de Piëtisten, en niet overeenkomende met de pligt der redelyke dieren.
Dog dit overgeslaagen, en weder tot den Italiaan gekeert, die op de eene plaats uitgedreeven zynde, ligt al weêr in een ander logement zal overgegaan wezen, zo diend ter overweging der Lezers, of het niet wel te wenschen was, dat 'er zig hier ook de een of de andere snaek op deed, die met heintje pik leefde, als Docter Crispyn met zyne patiënten, ik wil zeggen, die een eind maakte van
| |
| |
zyn gezag, regeering, en leeven. Ik heb zeer veel kruiszen, maar had ik 'er dat kruisje van heeroom by, waar voor de Sathan vlied, ik had meêr munt, dan de vedste Parochie bestierder bezit. 't Is nog maar weinige weekcn geleeden, dat ik heb gezien, dat een zekere Italiaanze nikker, die iets lelyker is, dan cen getaande Savoijaard, zig in postuur stelde. om niet alleen een kamer, een zolder, of een kelder te bemorszen met zyn stinkenden, en vergistigen adem, maar die zelfs een geheel huis infecteerde met zyn verdoemelyke logens, en lasteringen, waar tegens niemant raad wist, want hy vroeg na geen Lutherze nog Calvinize bezweering, vermaaning, of réden, cn om dat niemant, zo heilig was van hem regtschaapen met een hout kruis te begroeten, en te excomuniceren zo bleef hy zo opstinaat boos, dat hy zyne verhuurders even zo dwong, als hy te vooren had gedaan aan zyne schuldeiszers, doe hy door veertig van het honderd te geeven mer ecn bankeroet zo veel over hiel, dat hy nu zeit voor geen olyvenkooper in heel Nederland te willen wyken. Op die tyd manqueerde binnen Amsterdam een onfeilbaartreffende geest, want had 'er die verscheenen, het spook had verdweenen. De lyders hadden gaârn een braaf stuk geld willen gceven, had ymant een belézing konnen pappegaaijen, tekens dien boozen duivel, die 't alles dwong door ongehoorde geweldenareiën. Hy hieuw zig by de lógen, en daarom schoot de waarheid te kort. 's Was wy cavalliers zwigten voor geen strop. Ter contrarie, die moet scheuren of verbrooken worden, als 'er een nobele bedrieger door ziet. Uit de test van een gepretendeerde zotheid word den Steen der wyzen gebooren, en nu ik die bezit, nu lag ik met den Zwitzer, en den Duidzer, of den Koopman, en den geneesheer, te meer terwyl ik in staat ben om t'avond, of morgen myn eerste bankeroet door een tweede te vergrooten. Ik zeg nog, 't ontbreekt ons aan een eiken Paus, om dien Sathan, die beter gelykt na een ultramontaanze Bandiet, dan na een eerelyk Patriot, te verdryven. Konden zugten helpen, wy riepen: Och heilige Vader! erbarm u onzer! door ons slegts alleen een geweid crucifix vap anderhalf el te stuuren! 't geen zo wel 't vermoogen heeft om beesten tot menschen te fabriceeren, als het gccanonizeer de bullepeesje van de rasp, en spinhuis bisschoppen voorgeeft te konnen doen, en daar meê is 't uit.
Deze Leerzaame Tydkortingen, werden tot Amsterdam, voor den Autheur gedrukt, en Heden, en vervolgens, zonder fout alle Week, 's Maandags, uitgegeeven, en zyn by de Boekverkopers aldaar te bekomen, als ook tot Haarlem, M. van Lee, Delft, R. Boitet, Rotterdam, A. Willis, 's Hage, P. vander Burg, Utregt, Besseling, Hoorn, Beukelman en verder by de Boekverkoopers in andere Steeden.
|
|