| |
| |
| |
Ao. 1727. No. 25
De vervrolykende Momus, of koddige berisper.
Maandag, den 2. Juny.
Eêr wy overgaan, volgens onze belofte van voorleden week, tot den Castraat te ontleden, zo verzoekt Momus, als een ernst met jokvermengenden spotter, dat de Lezers, voor ze treeden tot het gehoor dezer waarheden, hun zelve eerst eens naâuw gelieven hoofd voor hoofd te onderzoeken. Zynder mannen onder het gezelschap, die niet wel met hun zelven staan, of die iets ontbreeken, omtrent de vereiste dingen, die tot den trouw, en de voortteeling behooren, dat die vertrekken! want met de spreuk: veritas odium parit, dat is: die liegt vind overal vrinden begeeren wy niets te doen te hebben. Wy willen wel waarheid spreeken by een twee, drie uitgebanne verstanden, maar geenzints uit lapzalven loopen met afgekeurde medicamenten, by al de waereld. Nos kennimus nos, zei de Duivel, en hy had een arm met katten. Die binnenshuis niet en deugen, willen zelden hun gebreeken elders hooren bestraffen. Ieder solliciteert om een flikflooijer, en wyl die overal gewild zyn, zo loopen de opregten zonder huur. Onderzoekt by de besteesters, of 'er wel meêr vraag na een knegt, of een meid is, die zuiver van grond gaat. Kan de koetsier geen honing om Mevrouws mond smeeren, of weet het kameniertje zig niet te voegen na de stuipen van den jonker, de appelen zyn zuur, riep de Vos, en hy kon aan geen officie koomen. Een Fransman, die uit Parys overwaait op een compliment van de noorder zon, zal myn zaaken kunnen bevestigen, zo men de moeite wil nemen van zyn avancementen na te zinnen. Hy slagt hier in de moffen, want pas is 'er een geärriveert, als een barrevoeter, of hy is in de
| |
| |
sessie der winsten. Hoe komt dat? zal men denken. Men zal 't u zeggen: hy heet het kwad van zyn heer goed. Al wou de baas de nikker dienen, om geld, hy zal hem niet afvallen, zo hy daar door maar kans kan zien, om dien weg te vinden, waar door 'er honderd duizenden ter helle raaken. Item zo veel in myn zak is het naaste pad tot Huizen, en Erven, dog hoe of een kalis aan die itemtjes komt, dat laat ik daar, zonder 'er by te voegen: hebben is hebben, en kreigen is de kunst. ô! Die stilzwygentheid, die ons eigen is, geeft ons considerabele Mecaenaten! en daarom meen ik 'er my by te houden, gelyk de Liefhebbers zullen hooren.
De koning van Marocco, die al de vereiste hoedanigheden had, om voor Bul te loopen, gelyk het getal zyner kinderen uitwyst, was pas gecastreert van leeven, troon en scepter door het knipschaartje van Atropos, of een ontmande zwart, die zo veel in staat was, om een juffer te animeeren, gelyk een Os van Parnas bekwaam is om vaerzen te brodden, meende zyn insolventen boedel te doen herstellen, door de matrimoniële inkomsten der Princessen des overledenen Monarchs te occupeeren, dog gewoogen zynde door een zeker Serailpop, en te ligt bevonden wordende op het kapittel van den byslaap, raakte de kaart vals, en Mons: Barmacan beest, dat is te zeggen: het blondtje, met het bruintje niet kunnende hotten, uit gebrek van vereiste stremzel, zo wierd die vriend voor zyn genoome moeite bedankt, die op zulken wyze was voorzien van alle nood wendigheden voor zyn leven lang, dat hy voor niets had te zorgen, als om door een attestatie de vita te bewyzen, dat hy nog in staat was om die te kunnen verorberen. 't Is veel, als het een eerelyk patriot zo ver brengt, en nog meêr, als hem geen Doctor versteekt van zyn overgewonne voordeden. De geleeftogten hebben veel vyanden, want de erfgenaamen, die t'avond, of morgen gelegateert zyn om den aap te vlooijen, bidden de maats capot. Elke zugt is een doodslag, en was 't geen zonde die te deporteeren, die de menschen waanen, dat in het hunne zitten, men kwam van dreigen, tot daadelyk heden, en of 'er zomtyds niet wel wat van sint An onderloopt, dat laaten wy daar, om dat wy geen gepromoveerde geneesheeren zynde, niet weeten wat of 'er onder den kwakzalver en zyn lancet schuilt.
Een hongerige vrouw eet een heelen man op, want het zy hy
| |
| |
haar wel, of kwalyk smaakt, hy dobbelt, by manier van zeggen, om de galg. Moêr raakt doorgaants vry, en vader druipt door den strop, tot 'er de dood na volgt. De Usurpateur had pas de middernagts kroon erkamt, of de gekroonde dagerrat leerde hem, dat het avondgordyn een weg sloot voor zyn middag. Om dat de majesteit van den staaf niet kon reizen, zo daalden de actien van den capoen. Pas had de Koningin, als een tweede Brita, voorzeid aan haar mede-Vorstinnen, dat het niet regenen zou op den bodem van het Serail, zo lange als 'er geen andere wolk hong boven de verwagting van een begeerelyke schoot, of 't was alarm: want een zekere Hans Christoffel sprong op de bres, met zyn pols, en maakte een leven van de andere waereld. Toen de vriend met zyn spanriem had bewezen, dat hy niet hoefde te zwigten voor den ontmanden Pretendent, toen was de ontramponeerde vliegende in gevaar, en uit gebrek van attestatie de vita gesuspendeert van alle digniteiten.
Een Meid is een gevaarelyk tydverdryf voor een onbedreve minnaar, want kan een man niet regts, en links ageeren, de honden vreeten Acteön. 't Is of'er een zekere drift in de menschen schuilt om met Alexander de waereld te winnen, schoon ze geen dolk hebben, om haar aan te randen. Die pas een vinger, of een duim heeft wil het wydste overspannen. Siet men dit niet aan Orsini, en aan Doctor Crispyn? Begeeren die met hunne afgronds sleutels niet alles te openen, en te sluiten na hunnen kop, schoon men klaarelyk merkt, dat de Monarchie der Castraaten te zwak is om de kleine Republiek der waarheid te bestieren. Ik heb duizendmaal gedagt, 't is wonder, dat de Munniken, en de Paapen in stee van uiterlyke, geen innerlyke kinderen fokken, terwyl zy dog in 't publiek met den tempel en altaaren trouwen. Sint Pieter slaapt wel by zyn wyf, maar ik lees niet van de afzetsels, die 'er geestelyk van groeijen. Kunnen de maats op de catechiseerbank van habet, of non habit de vraagen niet beantwoorden? Zyn de haanen-spooren van die snaaken ntet goed? Is 'er geen geest in die klompen vlees? Zyn de klossen hunner Ideën of verlept, of verlooren? Waar hapert het? roep ik dagelyks. Ieder houd de bek; want niemant durft schryven: de heilige Vader, en zyn Domestiken zyn gelubt. De ziel, die door op- en afwindingen van tyd, en
| |
| |
eeuwigheid hoorde eindeloze uitbaaringen te verwekken, is mistice gecastreert door conciliemissen, en overleveringen der boovendryvende partyschappen, waar door de generatie der vrye wysheid pas meêr te vinden is.
Is 't niet beklagens waard, dat vleesselyke en vette Capoenen op het hennennest van geest, 't geen thans uitgemergelt is door gebrek van zuiver voedzel, willen broeijen, schoon de meeste weeten, dat hunne kammen gekort, niet kunnen strekken om kuikens te verwekken? Is 'er liefde, waarheid, en opregtigheid onder de voorstanders van het Colegium de propaganda fide? Toonen die Heeren aan de vrugten, dat hunne stammen goed zyn? Ik zie wel boomen, met bladers binnen Romen, maar geen bloessem; wel animalen overal, maar byna nergens geen menschen. De Castraaten tragten in Morenland niet alleen op den troon te klauwteren, maar door de heele waereld. Daar word 'er één in Africa, 't is waar, gemold, om zyn onregtvaardige poging, maar in Europa houdenze stand, schoon hunne verkeerde doeningen die der Musulmannen overtreffen. Men knipt overal de verstanden hun poppengoed weg, door een dommekragt van Dominicaanse, en Jesuietze geweldenaryen, en ondertusschen wil men 't maagdelyk gemoed wys maaken, dat een kaerel, die zig aan zyn klooster voor kost, en kleeren verkogt heeft, om al dat geene te trompetten, dat hem word opgegeven, in staat is, om door wezentlyke mededelingen van hemel, en aardze globen, het die ondervindende kragt te schenken, die 'er vereist word om een jonkvrouw te bevrugten. Sommigen, die nog in geene heele Eunuchi zyn gemetamorphoseert hebben nog wel een entje om de waarheid te peilen, waar door ze het verval van hun zelven, en van andere zien, maar dewyl die regte rondingen mankeeren, waar langs de spirituële Ideën moeten circuleeren, zullen ze ryp gemaakt, neêrvloeijen langs de tregter van een spreekende liefde in de honger der toehoorende verlangens, zo blyven de voortbrengingen zo min vast en verbonden, dat het heele spel op wildzang uitdraaid. Daar is geen lymigheid in de geestelyke natuur, en daarom is de akker der Catholyke kerk onvrugtbaar. Men beneemt de jeugd de knikkers binnen Venetien, om de jongens in het choor beter te doen zingen na de willekeuren der kapelbaazen, maar wat 'er gedaan word op de Paryse
| |
| |
en op de Leuvense Facultyten, door de Professoren dier Academiën, dat zullen wy wel zwygen.
't Is genoeg, als wy zeggen, dat men veeltyds by de instructien der Philosophie, Theologie, Medicynen, en Regten de gewrigten der toehoorders zo verlamt, en ontheupt, dat 'er geen kans schynt, om een jongeling, die daar is gesneden, weder te herstellen; want schoon de drift van een Castraat, die van een gezond man al surpasseerde, om zyn Vaderland te nutte te zyn, zo kan de eens geknakte reden niet weêr steigeren boven de leertrap. Een dief komt wel aan de bovenbalk der galg, langs verscheidene sporten, maar eêr hy 'er op komt, speelt meester Hans voor Doctor, en weg is de vink. Of zeven wyven nu om een mans broek by zulke maats vegten, daar is nihil op het request: want het vermogen, om de zuivere waarheid te spreeken, is afgebarbiert door 't hannekenmanijers begrip der bovendry vende schreeuwers. 't Is, wy gelubde Pauzen begeeren geene ongecastreerde Bisschoppen, en die zeggen weder tegens hunne Parochiegezellen den zelven teem, die door den Koster tot den Hondenslager voortscharrelende, eindelyk een monarchie verwekt, by Jan, en alle man, van eindelooze capoenen.
Is 't vreemd, als de vrouwtjes bot vangen, dat zy dan na post viszen? Ik wil zeggen, als regt hongerige zielen geen voedzel vinden by Heer-Ooms krommen credo, dat zy dan na een regte pater noster vraagen? my dunkt van neen. De wetten der Landen brengen meê, dat als een man mankeert in zyn huuwelyks les op te sneiden, door een ongeneesselyk ongeval, 't geen hy voor de trouw heeft ontfangen, dat dan het wyf, door hogerhand hier van gescheiden zynde, mag elders haar fortuin verwagten of zoeken. Zo ik my expres geestelyk verbinde met een Patroon, die niet in staat is myn last te beuren, zo wyst de zaak van zelfs dat ik tot een beter myn toevlugt mag nemen. Doe Luther, en Calvien zagen, dat het de Paus daar schorte, daar het tegenwoordig de ossen hapert, doe lietenze de buffel vaaren, en zy voerden de verlegenen van buiten na binnen, waar door toen ter tyd meêr wierd gevordert, als 'er in eenige honderde jaaren te vooren was verlooren, door de agteloosheid, of baatzugt: der Conciliebestierders. Dat eene voorbeeld zy nog genoeg voor alle vrouwelyke gemoede- | |
| |
ren, die met muilezels zyn gebruit, die niet in staat zyn om leven te verwekken. Het oogmerk der trouw van een leek met zyn biegtheer is om een verëeniging te obtineeren, waar uit levendige afzetzels moeten komen; en zo dat niet volgt, om dat de vriend, door zyn traditiënvoorstander is gelubt, zo doet myns bedunkens, de patient niet kwalyk, dat zy een agent opzoekt, die dat geene heeft behouden, 't geen de andere is ontfutzelt.
Zo men zyt, dat is waarheid, maar dewyl de meeste publike Romynen zyn bedorven, zo is 'er gevaar om gezonde mannen onder die helden te vinden; zo antwoorden wy, dat een verlege zieke juist aan geen Docter Crispyn alleen verbonden is. Men hoeft geen schoenpennen voor geld te slokken, als 'er goud tincturen, om niet te bekomen zyn, Stap uit Babel, zei Lutherus, en hy scheide de bokken van de schaapen, en waarom zou het my dan niet vry staan, als my de capoenen verveelen, gelykze hem deeden, dat ik na een regte haan zou omzien! ô! In de lommer der beschouwing geraakt zynde, door den weg der bedenking zo vind men haast een herder, die bekwaam is een kudde te wyden. Buiten de innerlyke man, die de geest het beeld van uiterlyke doet kennen, ontmoet men ligt, wanneer men zelver los is van vooroordeelen, een vryë gids, die door het buitenste de zinnen na binnen vleid. Ik zal myn werk niet maaken om in 't generaal het ligt te trompetten onzer regte bestierders, ook de een niet verheffen booven de anderen, maar alleen melden, dat onzen uittogt van Egypten ons heeft erfgenamen gemaakt van dat Canaän, waar in geen ongezond Priester den Altaar mag genaaken. Ik weet niet, of de naaste weg tot een Hemelsche bezwangering, niet zou gevonden konnen worden door te blyven onder de harmonie der éénsgezinde zugten dier welmeenende vaders, die hun dagwerk maaken, onder ons alle verdeeltheden te verëenen in de éénigheid des geestes, die kenbaar is door de liefde. Dat zyn de testiculen, en getuigen der opregte mannen, die bewyzen dat ze getrouw aan de waarheid, geen constitutiën omhelzen, als die accordeeren met den zin der schrift. Zo veele als 'er van die gevonden worden, zo veele zyn 'er vry van het Castratendom. Dat zyn de maats, die genereren kunnen. Over die zal zig geen maagd of vrouw beklaagen. De zulke hoeven niet verslaagen te worden als de swarte Barmacan, want de troon, die zy
| |
| |
begeeren te beklimmen kan de waare Seraildames voedzel verschaffen voor den ingebooren honger door proef der mannelyke genietingen. Pas is iemant onder de lommer hunner uitgangen of hy is vol van liefde; hy is swanger, hy voelt leeven, hy baard kinderen der vryheid, en brengt die groot tot nut van Staat, en Kerk. De andere doen niets, als hun eigen glorie te bevorderen, en als smarotsers te smullen, ten laste van 't gemeen, zonder iets te verwekken, waar op de tyd, of de volgende eeuwen konnen trotzen.
Waaren al de gemuilbande Munniken, die de regte Castraaten der kerk zyn, en zy die als dikke, en gladde capoenen geen nut doen voor 't gemeen, altemaal gemassacreerde Barmacans! Wat zou 'er na de eerste onlusten, die ordinarie volgen op reformen, geen langduurige vreugde pryken op den troon der vryheid! Zyn langs de heele waereld, geene duizenden in de possessien van staaten, ampten, revenuën, en goederen, die 'er toe passen als het vyfde rat aan den waagen? Ziet men de zoonen der vryën niet dienstbaar onder een deel Ismaëliten? Zyn de beste kinderen der wysheid, en de neeven der waarheid niet een deel banditen, afgekeurde, en gedetroneerde pretendenten, of te vergeefs worstelende voorstanders der onderdrukte regten. Zyn de a, b, c rekels geen pagters van den Helicon, en willen de ruinen van Parnas voor geen henksten erkent worden, schoon ze niet in staat zyn om Zangmerriën te dekken? Hebben de ezels niet de langste ooren, schoon ze het minste verstaan? Zyn de wyven de baas niet, schoon hun regeerstaf is gespleeten? Is de heele waereld niet een mandtje vol gekken, schoon elk de wyste wil zyn? Zeg je ja, en vraag je na de waarom? Men zal 't u zeggen: sint de Hemel gelubt wierd, door het snoeimes van den tyd, vraaten aarde, en zee hen zo dik aan de afgetornde ballen, dat ze te vet, te zwaar, en te grof wierden tot de voortteling van iets verhevens. Alleen de lugt, en het vuur trokken in de nederdaling dier eigenschappen iets na hun der bovenste vermoogens, het geen in de hoogte zynde blyven woonen, daar dan, en dan altemets nog een zeker spook, of verschynzel fabriceert, dat geen overeenkomst hebbende met de benedenste elementen, pas eens na den grond snelt, of het moet verkassen uit de vergadering der plompen na den middelkring der gevangenhuizen en schavotten, waar in het hangende, net als een Tantalus,
| |
| |
de bovenste, en de onderste gelukzaligheden ziet, zonder ze te bezitten: dog te vreden, door in eene af hankelykheid alles te wikken, blyft het volstandig door kruis, in steê van munt de voorwerpen te verduuren, en schoon het gebooren schynt tot arremoede, en ontblooting, ja ontbéring van alle voorwerpen, om 'er in te genereeren, zo verwekt het dog in zyn eigen begrip magice alleen meêr zoonen, en dogters, dan het ondermaanse Castratendom met malkander kan teelen.
Dit weinige hoop ik zal dien welmenende Lezer over de groote Monarchie der Castraaten, en de kleine Republiek der Teelkundige Wysgeeren verder doen redenkavelen, die wy van zints zyn over agt daagen den Lapis Philosophorum zo klaar voor te stellen, dat het onwederspreekelyk zal geavoyeert worden. Dog hoc opus hic labor, dat is te zeggen: veel belooven, en wynig geeven, doet de gekken in vreugde leeven.
Deze Leerzaame Tydkortingen, werden tot Amsterdam, voor den Autheur gedrukt, en Heden, en vervolgens, zonder fout alle Week, 's Maandags, uitgegeeven, en zyn by de Boekverkopers aldaar te bekomen, als ook tot Haarlem, M. van Lee, Delft, R. Boitet, Rotterdam, A. Willis, 's Hage, P. vander Burg, Utregt, Besseling, Hoorn, Beukelman en verder by de Boekverkoopers in andere Steeden.
|
|