| |
| |
| |
Ao. 1727. No. 24
De vervrolykende Momus, of koddige berisper.
Maandag, den 26. Mei.
Quantum est in ribus inane! riep eens een jonge Deêrn, doe ze den insolventen Boedel van haar sestig jaarigen Bruidegom met traanen besproeide, die constantia, & labore al gedaan hebbende, wat van een oude ruin te wagten is, net stond als een Pegasusen ridder, wiens Blyspel van de hand geweezen, zig diverteert door Acteöns rampen op zyn bedtheater te zien vertoonen. Dat is wat anders te zeggen, als de sluikeryen van Mars en Venus door jeugdige kussen te copieeren. Speelt vyfentwintig jaarige snaaken vry perfer, & obdura, zo lang als Saturnus uwe schyven op het Verkeerbort des Huwelyks niet schut, zy die wyzer zyn door afgezolde contemplatien, werpen nimmer met twee dobbelsteenen, of sic transit gloria mundi is de galm, die hunne poging verzelt. Konden de Lezers Latyn, ik zou hen een definitie geeven van de herschepping der dingen, beneffens de reden hunner groei, en afnemingen. 't Zou my geen kunst zyn te bewyzen waarom of een stuiter eêr verwisselt in een knikker, dan een minor in een major. In die taal, Heeren, zou ik u durven zeggen, dat veele die thans voor Jupiter op Europa's roozen graazen, over weinig tyd pas een tand zullen hebben om op een pruimtje te bikken. Het Duits is niet voor de geleerden, en daarom schryf ik meest voor de zótten. Ik bewimpel myn verstand in Batavise klanken, om geen rusie te kreigen met onbedreeve kinkels. O! 't aloude schoon is begraven, want zint de vryheid der Wysgeeren wierd besnoeit, wierd de slaverny getroont. De laatste kan koopmans Duits, en daarom zullen wy, als 't verzakers past der te ondergebragte waarheid, met een snaare
| |
| |
loogen de waereld vermaaken. Of ik daar al eens, als een Diogenes, op een half vat stont te preeken met een afgekeurt accent van de edelheid der ziele, van haar betrekking tot haar oorzaak, van de natuurlyke band der geschaape dingen, waar door dat de een niet meêr is in wezen en aard, dan de andere, en van het algemeene regt der stervelingen, dat daar uit vloeid, wat zou 't my baaten? Zou ik al de ryken niet tegen kreigen, als ik voor de armen sprak? Zouden de verklikkers my niet voor een sluiker in het witte Wambes plaatzen, als ik de zwarte vliegen, ik men de rupsen van Orsini uit den hof van 't gemeen wilde verbannen, door contiabande waaren te venten? ik meen van ja; en om die reden speel ik voor Mascariljas om de losse bóllen te divertéren. De huilebalk heeft uit, en daarom vertónen wy een Democriet. De welsprekentheid is thans geen duit waard. Al kon ik de rotzen doen weenen, door myn Orpheûse gezangen, nog willen de dieren liever lagchen, om 't huppelen onzer sottiesen. Weg dan Atheense gehugten, wy treeden de dolhuizen in. Pallas, wiens eeuwige maagdom voor die van Brita Beyer niet hoeft te wyken, is te verlept, om bezwangert, door onze begeerte tot wysheid, de weg te baanen tot eeuwige kinderen. Een houte of een steene pop in den arm is thans wat anders, als een levendige inspraak der aandoenende vermogens. Voor dezen wierden, uit de vereeniging der geesten met geesten de deugden gebooren, nu kunnen vlees en geest beter te zaamen hotten, als de Digtkunde met een gouden buidel. Nog korts geleden geloofde men, dat de conjunctie van een Stier met een Koe in staat was om de wyën te bevolken met Kalveren; nu is 't uit met die praat. Een lieve Vrouwenbeeld vermag meêr, dan het portrait van een lieven Man op een Juffer. Als is de deugd zo plat als een schol door 't goed vertrouwen, zo verwisselen de voorens in posten. Waar wil dit heen! 't Is omgekoomen met de globen, wanneer de vlaktens genereeren! De mannen zyn onnut, want de wyven verwisselen van Castraten in steevige helden. 't Geen een bedorve ligtmis, oude rammelaar, of podagreuzen zondaar niet kan verrigten, dat bakken de Sanctinnen. Meenige Munnik heeft vaak zyn kop door dien venster gestooken, waar langs een waereldling de wording der dingen niet kon agterhaalen, en nut gedaan aan het gemeene best, door een bastert te zetten in de erffenisse der grooten, die lan- | |
| |
den, en steeden moeten bestieren, maar nu is 't uk met het Colegia de propagandum fide by die maats, want de bezwangering der wyven is by de wyven te haalen. 't Is ook een waarheid, maar hoc veel 'er van de man toe behoort, zal ons Docter Crispyn best kunnen zeggen, zo wy hem in de arm neemen, als een palinuur, om de maagdelyke dieptens met een verborge pikdraatje te peilen. De vuurige inprenting van ons zelven in het vrouwelyke beeld, doet een Maagd tot een Moeder verwisselen, maar of zulks kan geschieden na de loop der natuur, zonder eenige mannelykheid, zal Brita beter weten dan wy. De verborge byslaap, waar uit de Ideën vormgestellen verwerven, is een magice chimie, die de dienstmeiden zelden penetreren, voor ze eerst een wynig na de vleesse gemoffelt, het onderscheid hebben leeren kennen van het werkende, en het lydelyke deel. of dit kan geschieden, door een gesneden uithangbort boven de Huuwelykscel te hangen, zonder verder pogingen, kunnen wy, als niet ver genoeg onderregt in de synpatetise stuipen, geenzints zeggen. Innocentius, die onfeilbaar is, als hy niet en dwaald, schynt schrikkelyk voor de vrouwelykheid voor ingenomen, want schoon hy in ver na de vlugste haan niet is van Sinte Pieters hennennest, zo mag hy evenwel graag leiden, dat 'er eijeren worden gepikt. In zyn Landsdouw is eens een boom gewassen, waar uit een kunstenaar met den zelven bytel een Venus, en een lieven Vrouw heeft geschapen, welke laatste zo kwastig is, dat 'er de minste maagd, die 'er maar tegens schuurt, van bevrugt word. De distel waar tegens Juno vreef heeft 'er geen sweemzel na, want die was, na het gevoelen der natuurkenners, hoekig en puntig als een tresfolium, of een drieblad, maar 't geheim dat agter dit vygenblaadje schuilt, is als een zekere vanitas, waar uit de dartelheden minder maaijen, dan zy zaaijen. Trouwens dat is evenveel, want de meeste susjes, welkers begeerte tot de man is, houden meêr van de generatie, dan de baaring. In dat punt zyn de inwoonders der waereld Catholyk, eenige weinige uitgezondert, die verdeeld, om deze en geene oogmerken, graag van een poesjenel met bellen, jonge gekjes zien spruiten, die aan de levery hunner harssenen bewyzen, dat hunne ouders immers zo mal zyn geweest, als zy zelver worden bevonden. Om dat men zelden uit een Harlinger Paalmossel Orientaalze paerlen vist, daarom zo wil Brita ook
| |
| |
niet hebben, dat onverligte persoonen na dien oester duiken, die zig nimmer opent, als dan, wanneer de mistike droppelen van den jonkvrouwelyken man neêr regenen in de schoot van de mannelyke jonkvrouw. Verstond gy lieden, Heeren Lezers, maar half zo veel Latyn, als Hans Christoffel hoorde te verstaan, ik zou u de heele magie ontleden, en wyzen u volgens de drie principien van Jacob Bôhme, hoe de mannen een vrouw, en de vrouwen een mannelykheid bezitten, maar tegens Duitze platters latiniteiten van den Duivel te waagen is dolle mans werk, gelyk ik reeds in 't begin heb gezegt. Seldrement! dat je die verborgentheid wist, je zout u zon moeten neêrstryken voor de maan. Je zout kunnen begrypen, hoe een juffer een juffer ..... Baggatellen! hoort de Paus weet wel waar het de meisjes schort, want hy heeft al dat geene, wat een oud man moet hebben, en dat is tot de voorteling even zo nuttig, gelyk als een steene Roeland, tot een duël in het hemt met een poesele Amazoon van agtien jaaren kan dienen. Men zeid, die alle harten by zyn eigen hart rekent word zelden bedrogen, dog of onze heilige Vader alle voeten na zyn duimstok, en alle ellen na zyn sestienendeel willende meeten niet wel zou kunnen mistasten zet ik an het oordeel van bescheidene Onderzoekers. Om dat één vos geen staart heeft, daarom zyn de rest niet geschonden. Schoon de erwten, en de boonen van Papa's Roozenkrans versleeten zyn, zo bewyst zulks niet, dat 'er geene gave en heele in de waereld te vinden zouden wezen. Geenzints, een deel Nederlandze wyven zouden dit, zulks nodig zynde, u anders kunnen bewyzen. Biddenze een Pater noster kapot, zy koopenstraks een ander. 't Is vliegende libera nos a malo, en ze bikken op een goede. Men zal my ligt in 't gemoed voeren, wat of ik hiermeê wil zeggen? Luister toe, ik wil geen wyven geëmplojeert hebben, om de Dames te vertroosten, zo lange als 'er nog mannen te vinden zyn. Als die Apotheek heeft uitgediend, ordineer dan een doekje voor 't bloeden, myn heilige beuling. Zo lange als 'er klisteeren, purgatorien, en pillen in de waereld zyn, hoeft men geen amandelmelkjes, geen lavementjes, en diergelyke lorren te bezigen: in de uiterste gevaaren moet men contrariëtyten slokken. Zo lange als de schoenpinnen van Doctor Luizenbos haar operatie kunnen verrigten, zou het immers ydelheid zyn aan een wisje was- | |
| |
je te lurken. En genomen nu al, dat al wat mannelyk was gedecapiteert scheen, door het hannekemaaijers mes der wyven, zo kan ik dog niet zien, dat men tot de steene, of houte vertroostingen mag overstappen, van de hulp dervleesselyke en levendige manninnen. 't Geen altyd heeft behoort tot den mannelyken dienst, mag men niet transporteeren tot de doode beelden, voor men ten minsten de vrouwen, als de aapen der mannen de preferentie geeft der nalatenschappen. Zo draa als zy, die raad weeten om de Duivel zelfs te bedotten, in dat punt radeloos zyn, dan is het eerst tyd voor de timmerlieden om sancten, en sanctinnen te schaaven. Ik zal meer zeggen, zo de hylige Vader niet al te veel latyn ken, om duyts te verstaan, dat ik hem bid eens te willen overwegen, dat byaldien het al eens zo ver quam dat alle de ronden, en ovalen in vlaktens verwisselden, of het dan niet wel te denken zouw zyn dat de laatste aangedaan zynde door de omgekeerde vermogens der eerste, op een heele andere wyse, haar openingen, en toesluytingen zouden vinden. O hylige dommekragt! De natuur heeft een zekere lugt, die die der brakken surpasseert. De allergrootste vierkantigheden hebben haare innerlyke ballen, en rondingen. Hier van daan groeijen en verminderen alle de zaden, en planten. Als Doctor Crispyns theorie uyt is, dan begint immers Britâs practyk. Och! hylige Vader! was je maar half zo onhylig, als die twee spooken zyn, je zout de dooden, om de levendigen verzaaken; je gaaft je Vrouw, de hylige Kerk de bons, om als een omgekeerde zog te wentele in den modder aller logens, lasteringen, en geestdryveryën van een getaande baviaan, je zout nog meer doen. Wel wat zulje zeggen? Hoor bolletje, 't geen in de binnekameren gedaan word, zullen wy thans op de daaken niet verkondigen. Ik durf my zo volkomen in 't duyts niet uitdrukken, gelyk ik het wel in 't latyn begryp, en daarom keeren wy weêr na 't lieven vrouwen beeld, 't geen de gave der kindermaking bezit. Ik heb zulks wel van Doctoren gehoort, en van de Papen gezien, maar ik zeg nog, dat ik niet kan begrypen door welken medium dat het Oost, aan 't West zyn adem schenkt. Dor Oost en West verstaan wy man en vrouw, of de wysheid en de zotheid. Hoe deelen die twee partyën hun natuur aan malkander, als 'er geen buis is, waar langs de spirituële vermogens, als door een tregter van de eene kruik in
| |
| |
de andere stroomen? Daar staan we nouw, als piet snot. Kom! t'za wakker onfeilbaare weetniet! leer de geuzen eens kindermaaken zonder behulp van een &c. Of wys ons eens de weg, waar door de eene geest de andere bekruipt, zonder die mogelykheid af te schilderen waar door de Ideën de een de ander geestelyk kunnen raaken. Was je een Deurhoviäan, je zout 'er ten minsten na raaden, maar neen, de Pausselyke Philosophie slagt die van Crispyn Medicyn, die door de wenteltrap van duizend Sottiesen is gezift. Innocentius, en ik zullen over deze manieren van genereren het niet eens worden, en daarom sla ik een kruis tegens de beelden. 't Is een kettery liever te willen met het kind raaken door een houte meid, als een vleesselyk kaerel. Ik ben een vyand van de hoerery, maar als ik dog zondigen moest, ley ik liever by een levendige juffer, dan een doode stok. Ik weet niet, of de Paus zelver, hoe vroom of hy is, al meê niet liever een warm katje aan zyn voetjes zouw voelen, als een steene Lievenvrouw. Daar is meer overeenkomst van geest, tusschen twee animalen, als tusschen een dier, en een plant. Hoor ik kant zo niet altemaal zeggen, maar leert dat van my, dat 'er niets in de waereld beter accordeert, als een meisje, met een knegtje. De kindermakery is geen werk voor zulk volk, want eer ment gist, is een maagt al een vrouw, en een vrouw al moeder. Dat bakken hier de wereldse menschen zonder bidden. Wat de fynen daar omtrent doen, weet ik niet, dog ik geloof dat zy geen klyntje de verstrooide van gedagten speelen, als zy de devotie en den byslaap in een half uur teffens willen volbrengen, en evenwel zyn 'er, die het meenen te kunnen en te moeten doen. Wy mogent lyden, als zy ons gelieven te vergunnen het contrarie goed te keuren. De vryheid is met geen goud te betaalen, zei een mossin, die van een bakkers trog te boenen was geävanceert tot een vrywillige op de Zedyk. Laaten al de Rooms-gezinden vry gelooven, dat haar huisvrouwen, en dogters, door de heiligen beswangert worden, wy twyfelen aan dien dienst, als wy voor den altaar onzer venusen zelfs geen brandenden kaars hebben ontsteeken. 't Paapse weywater dat uit den raagbol der Munniken spat, onder de aandagt tot onze Lieve Vrouw, is by ons wat apocryf. Ik weet niet, of de Priester die de devotie helpt bevorderen, vaak geen hoofrol in de generatie heeft. Terwyl mama
| |
| |
de sanctin om helst, zeyt papa zowtyts zyn les op. Hy prevelt vaak zo veel latyn, dat moeder niet en weet, ofze met onze Lieve Vrouw, of met haar Biegtvaâr te doen heeft. En schoon zy dit niet en weet, zo weet ze dog wel, dat ze anders vertrok, als ze quam. Men onderzoekt doorgaants niet al te nauw, als men iets heeft gewonnen, of men het al wel en regtveerdig heeft verkreegen. 't Is genoeg in de possessie te zyn van 't geene men gaarn bezit, en daar meê is 't mirakel bevestigt. Och! man zyn de feeks, als zy weet ontfangen te hebben, je weet niet wat voor kragt of 'er in een Lieven Vrouwenbeeld zit, en ondertusschen heeft 'er een engels des Sathans een schoft, of een halven dag aan versleeten. Al evenwel oremus, dat is te zeggen. Maria krygt een vereering, en haar gardiaan lapt hem door de billen. Zy heeft 'er de eer van, en heerom de winst, en daar meê worden twee handen, die malkander hebben gewassen, beide even schoon. Wat zyn de geusen evenwel verblind, als zy zulke dingen niet willen gelooven! Ik stel vast, dat al wierden 'er op één dag honderd beswangert door lieve vrouwen, dat de kerels het hier te land zouden op de lieve mannen werpen. 't Zou ten minste zyn mater en pater hebben in compagnie gedaan om de Maagden in blyde moeders te doen transmuteeren. En daarom zal dit gevoelen hier niet ligt stand grypen, dog zo het al quam te gebeuren, zou het meer worden bevestigt door de maagdelyke uitdeijingen, dan door de mannelyke goedkeuringen, die altoos te kort zouden schieten, als Broêr Cornelis met zyn juffers eensgezint beweerden, dat tusschen gelooven, en weeten een verschil is zo groot als dag en nagt. Ba! gy pestigen hond! zou het zyn? wat wilt gy verstaan en onderzoeken? gy moet u verstand gavangen geven onder ons, of zo niet, gy moet tegens dien brandpaal pleiten. Al oogen genoeg voor de Paap, als hy galg, en raderen gooit. Eer men om ziet, word de ketter langs dien weg een catholyken hoorendrager, die zyn swager tracteert op zyn vrouwtjes matrimoniële inkomsten, mits geabsolveert te blyven van alle namaaningen, die deze, en geene mogten inbrengen, om de goedwilligheid der mans met koekkoeks veeren te kroonen. Baggatel! de een die koopt een huis, en een ander bewoont het. Zo gaat het elders met de geestlyken, zo hier met de wereldlyken: waarom men ook ziet, dat veele mannen geresolveert
| |
| |
blyven, liever een wooning te huuren, dan 'er een in eigendom te aanvaarden. Hier was veel van te melden, dog dewyl ons papier vol is, zonder dat wy tot nog toe den juisten tekst hebben gezyt, waar over wy hebben geraaskalt; zo zullen wy hem tot een slot hier nevens voegen, om de oorzaak en het begin dezer sottiesen den Lezer te communiceren: men heeft van Romen een miraculeus Lievenvrouwenbeeld na Weenen gezonden, 't geen de reputatie heeft om de vrouwen, die het aandagtig beschouwen te beswangeren, met hoop dat het nut zal doen aan de Keizerlyke Familie, die om een mannelyken erfgenaam wenst, en hoewel het by doorlugtige grooten weinig ingressie kan vinden, zo is het egter, van 't gemeen met veel eer niet alleen ingehaalt, door een sollemneele processie, maar ook kragtdadig van een groote meenigte Juffers aangebeden, die staat maaken, om over negen maanden te vertoonen, wat het geloof in onze Lievrouw niet al vermag, als het door een Priester ondersteunt, meer gevoelt, als 't uit kan drukken; want de verbeelding is doorgaants meêr, dan de zaak, die de choordienst slagtende, veel geschreeuw, en weinig wol verschafr.
| |
Advertissement.
Verwagt een beschryving over de Monarchie der Castraaten, met de Ab-, en Dependentiën haarer Rykstaaven, Constumen, Wetten, Regeringen, Handvesten, Oorlogen, Nederlaagen, en Overwinningen, volgens de natuur der zaake, uit het Moors getrouwelyk in onze Moedertaal zo overgezet, gelyk de wisje wasjes by ons leggen.
Deze Leerzame Tydkortingen, werden tot Amsterdam, voor den Autheur gedrukt, en Heden, en vervolgens, zonder fout alle Week, 's Maandags, uitgegeeven, en zyn by de Boekverkopers aldaar te bekomen, als ook tot Haarlem, M. van Lee, Delft, R. Boitet, Rotterdam, A. Willis, 's Hage, P. vander Burg, Utregt, Besseling, Hoorn, Beukelman en verder by de Boekverkoopers in andere Steeden.
|
|