| |
| |
| |
Ao. 1727. No. 23
De vervrolykende Momus, of koddige berisper.
Maandag, den 19. Mei.
Onlangs, volgens de pligt van een getrouwen herder, op een avond de Arabize nagtvertellingen van Hans, en Brita, tot den heiligen dienst der minst eerlyke leeden te stigten, op een secreet ingeweid hebbende, vond ik myn gemoed dermaaten voldaan, dat deze pen niet magtig is den welmenenden Lezer 'er een schets van te knoeijen. Ik zag het ampt, en de persoonen, die het zouden exerceren, zo overeenstemmende in natuur, en voeggelykheid, dat my dunkt, dat nooit Paus zelfs zo na vermaagschapt is geweest aan de leer en den wandel van Petrus, als die grollen behoorden tot het officie, waar mede wy ze allergenadigst hebben begiftigt. 't Was te wenschen, dagt ik, doe ik my na dien arrebeid tot rusten begaf, dat alle Staat- en Kerkelyke bedieninge op eene waardiger wyze, zo zuiver en ongekreukt wierden opgedraagen zonder aanzien van deze en geene, aan de meest waardigsten, gelyk wy gedaan hebben. Wat zouden de Pleitzaalen, en Predikstoelen niet groeijen en bloeijen! waaren ze overal bezaaid door mannen, die verstonden wat het te zeggen is voor een Regter of een Leeraar te ageeren. Die toneelen, de goden der aarde geweid, ontfangen hunnen luister van de majesteit dier vaderen, die ze waardig bekleeden. Als een munnik zonder verstand op zyn theater ravot door voor den dolleman te speelen met zyn party te schelden, dan is de plaats, waar op de waarheid vry hoorde te treeden, verhuurt aan den logen, en als de eigenbaat den dolk van Themis averegts zwaaid van de regter na de linker kant, dan zyn die geene, die
| |
| |
geveiligd hoorden te zyn voor den verwoestenden wrevel een prys voor de geweldenaar. Dog wat scheelt dat een pagter van 't gemeen, die niet uitgerust door behoorelyke bekwaamheid zig ziet indringen in het geene eens anders is. Elk waand bevoegt te zyn, tot het geene hy verkreigd, bezit, of wenst te hebben, zonder te bedenken, dat de minst waardigsten veeltyds in de possessie zyn van zaaken, die de edelsten hoorden te genieten. Myn geld, myn beroep, myn adel en vrienden zyn myne mecaenaten geweest, roept een gek, die een armen wysgeer voor een bedelaar op de kaak ziet pronken, om dat hy met contrabande deugden te venten, de fouten zyner Vaderlanders ondersteek tragte te doen. Geen grooter doodzonden begaat een opregt man, als dat hy de valsheden te keer gaat met wapenen der bestraffing. Zo lang de goude tong flik-flojeryën strooit, zo vaaren zyn snaaren voor wind. Vat Pallas na haar speer, Arachne beschimt haare pluimen. In de lommer van duizend gebreken te slapen, ô wagters! is het kunsje, om als Princen te leeven. Langs dien weg steigd men boven zyn waarde. Al was iemand zo gek als Doctor Crispyn, hy was wys genoeg om ryk te worden, byaldien hy maar wist, dat de meesten door niets te weeten, tot den top steigen van een zekere kennis, die de ruiên is der vrygeboore geesten. Omhels slegts het geen de bovendryvende party bekragtigt, al was het nog zo vals, het zal uw leidstar zyn tot rykdom, eer, en staat. Wil iemand opdryven met een afgekeurde balk tegens de stroom, en de wind der ketteryën, hy moet noodzakelyk schipbreuk leiden, eêr hy zyn reis half heeft voltrokken. 't Is beter dat 'er één verlooren gaat, dan het geheele volk, riep de valsche Propheet, en hoe vals die woorden toen wierden toegepast, nu waant men ze regt uit te voeren, als men de appellanten door een bul oversnoeft, die op een concilie is toegesteld, waar op de bovendryvende party zyn onfeilbaaren geest bekragtigde door meerderheid van stemmen. Oudtyds lei de waarheid in de uitspraak van weinigen, dog nu gaat men zeker, als de grootste hoop de kleinste oversnoeft. Romen geeft hier van alleen geene proeven. Zyn buuren dobbelen niet mis. 't Is of elk de Princesse der steden hulde wil doen, door haare voetstappen te volgen. Zy die zelfs haare dwingelandyën verdoemen voeren Levi's dee- | |
| |
gen niet te vergeefs. Komt maar eens aan den altaar, met ander vuur, dan Aron bézigt, of spreek van de geheimen der heiligdommen, zonder gezwagtelt te zyn in den geoctroyeerden mantel der Priesteren, en ziet eens, of de inquisitie buiten Portugal en Spanjen zomtyds niet een Speelreisje doet, om een eerlyk gezel te verstrikken. Daar is niet beter dan zwygen, in die landen waar in het waarzeggen is verboden. De heele waereld is geen Nederland, en daarom is vryheid elders niet zeker. Hier mag een Momus kruiderbalzem venten, die op andere plaatzen niet en geldt. Smeerde ik de Moffen, en de Waalen, de Zweden en de Jutten, met myne Arcana, ik was in gevaar om den doctoralen titel ontzegt te worden. Hier is het veilig voor de deugd, en daarom distileer ik kyën, om Goliat te treffen. Als ik van bedriegers spreek, dan laat ik de opregten vry, en daarom ga ik tot nog toe zeker. Nimmer heb ik den dolk getrokken tegens de voorstanders der wetten, maar my honderdmaal gewaagd door die te bespringen, die onder den dekmantel van de waarheid te uiten, hun niet ontzien de waarheid in boeijens te slaan. Dog wat is de waarheid? gild een logenaar. Men zal 't u zeggen, kan uw oor de billykheid veelen. 't Geen 't minst overeenstemt met meeningen is het verst van de valsheid. De oorzaak der dingen kent zig, en daarom is hy vry van een anders keuren te volgen. Wie zyn Schepper nastreeft, door zig zelfs te kennen, agterhaald de wortel van zyn ziel, en voelt daar uit, hoe alle begrippen uit die natuur, en niet uit die van andere moeten vloeijen. Als men hier toe komt, als tot het meerdere, door het mindere vaarwel te zeggen, zo leggen de tydelyke bespiegelingen overhoop. De bewoordingen van andere van mond tot mond overgenomen, vervallen als klanken zonder geest, zo draâ men merkt, dat die uitgalmingen traditien zyn van meesters, die hunne onbezielde jongens bezwangerd hebben met schimmen, die geen leeven bezitten. Men ziet de een als de ander aan voor windhandelaars, terwyl men wezentlyker voorzien met eeuwigduurende Waaren één Ziel is met de Schepper der Geesten, die een gelyken adem schenkt aan alle die geene, die geen G.ddelyke ligt voor egt erkennen, als dat voortkomende uit een innerlyke liefde aan de werken bewyst, dat het veelen kan getoetst te
| |
| |
worden aan den rigtsnoer der bevelen. De krakeelen, anders zo gewild by de bovendryvende Sectarissen, vervallen by een vreedzaam gemoed, want terwyl het onderzoek by een vrygeboore meêr strekt tot rust, als twist, zo is het altoos te vreeden, dat andere hobben, en tobben om den bolster - mits dat de kern overschiet voor die geene, die niet levende van een anders willekeuren te trompetten, hun eigen zelven onderwerpen aan de instortingen der volmaakste Ideën. Gelyk een woestenier de bossen en de rotzen beschouwd, als zaaken buiten hem, even zo leeft een Philosooph met de dingen die hy hoord, en ziet. De eenzame cel van onder honderd duizend menschen zyn hart niet te vereenigen met de sottiesen zyner buuren, schaft hem een hemel op aarde. Hy ziet de dieren, en de beesten woelen, elk na hun aard, en neiging, en blyft vry van de zinnelyke voorwerpen, door zyn denkbeeld te vermaagschappen met de eenigste Vader der Hoofdstoffen. Bloot van alle voorwerpen, los van meeningen, gezuivert van traditiën, bevreid van Ketteryën, en geheel overgegeeven aan de ondervindende bespiegelingen, zo heeft hy dat reeds in bezitting, waar over de andere disputeeren om het te verkreigen. Terwyl dat de een de ander, als een Sinte Pieters Sinte Pietertje met een gewonne, of gestoole sleutel tragt te sluiten buiten de hemel, en zyne goederen, zo trekt de andere reeds de renten en revenuën der gemaakte testamenten. Wyl alle waarheid alleen geleeraart word, om een volmaakte rust te erlangen, zo heeft hy den top der zelven verkreegen, die zo zeker rust, dat hem geen onrustige praat kan ontrusten. Die zyn gelukzaligheid kent te bestaan in los te zyn van de eigen liefde, door iets schoonders te kennen, dan de schoolmeesters aan hunne jongens voorschryven, die vind zo veel overeenkomst met de verborge G..geleerdheid, dat de uiterlyke by hem slegts aangezien voor een weg tot de innerlyke, als vervald. De heipaalen worden vergeeten, als men de hoogere gebouwen beschouwd. De eerste trap is goed, maar de steilste is het allervoortreffelykste. Als men daar op staat, zo worden de nederige voorwerpen klein. Men ziet Keizers, en Pausen als mieren en muggen aan, de Koningen, en de Aardsbisschoppen als Beelden uit stof, en as gevormt. De dagelykze begrippen, de stellingen
| |
| |
der menschen, de keuren der aardwormen, het wroeten der kooplieden als zo veel wargarens, waar in de zielen worden verstrikt. De rykdommen, en plaisieren voor zinnelooze stuipen, het onderdrukken der armen voor gruuwelen, die hun straf niet zullen ontgaan, met een woord, al wat een verheven geest denkt van de nederigste voorwerpen is zo strydende met hunne willekeuren, en statuten, dat 'er niets in de waereld is, dat meêr van hun kan gehaat, of vervolgt worden, als een zulke, die alle hunne doeningen voor dol, en Lazarushuis werken begroet. En hoe kan dit anders van een waaragtig Philosooph gedaan worden, die zyn ziel hooger schattende, dan een geheele waereld, hem zelven in de bespiegeling verlieft van het bovenzinnelyke goed, dat de hartstogten kluistert. Hy vind in de afgetrokke beschouwing zo veel nabyheid met de gelukzaligheid, dat hy de aardelingen moet keuren voor verbasterde takken van den waaragtigen stam. Aan de vrugten kent hy het geloof der meesten, die op overleveringen stout geen leven in hun zelven hebben, dewyl al wat dat ze kennen, en weeten, slegts overgenome fragmenten zyn der zulke, die na eenen orgineelen koperen Otto, by manier van zeggen, 'er duizenden hebben geschroefd. Al was een nieuwe munt nog zo schoon, hy bevalt aan de penninghandelaars niet, zo hy niet overeenkomstig niet hun antike concepten, strekt om winst aan Judas koffer te verschaffen. Men bedenkt niet dat goud altyd goud is, al is het nog zo verschillend van gedaante, en omtrek. Neen, de bedriegerye stelt de eene stempel boven de ander, zonder te bezeffen, dat de naam, en het beeld van deze, of geene geen meêr waarde aan de stof geeven, als de inbeelding 'er dol willens aan schenkt. Of ik een Romanist, of een Janscnist ben, en blyf een deugeniet zulks doet niets tot voordeel van de zaak. Ik had liever geen van beide te wezen, mits dat ik vroom geen andere naam, als een g..sdienstige bezat, door een onbesprooken wandel. Dat geeft klem aan de Religie. Een munnik op den stoel, of aan den dis scheelt wel tnegentig per cent. Aan de laatste speelt de Abt Ostmaals voor een zwyn, schoon hy op de eerste niet kan bewyzen geregtigt te zyn, om alleen meêr te verteeren, als honderd andere verdienen. Als zo een Aäron zyn zending kan verdeedigen
| |
| |
met Mozes zwaard, mag 'er niemand tegens wroeten, als die zyn leven en vryheid wars, solliciteert om door beulshanden te sneuvelen. Dat zulks alle die geene vry doen, die wars zyn van de tyd, door een eeuwigheid te kennen, waar in alle de articulen veréénigt smelten uit de bron der kennisse van goed, en kwaad in de oceäan des levens, wy zo ver niet gekomen, voegen ons na de bovendryvende verschillen, en konden wy het nog beter, wy plukten meêr winst van den koolakker der Paapen. Hadden wy van de Garstenbrooden gegeeten, die Pausen, Cardinalen, Bisschoppen, en Munniken hebben geproeft, eêr ze gekroopen uit een Ezelspels wierden gedekt met de Outaarrok der Baals Propheten, wy zouden meêr raapen kluiven, als wy nu knollen verkoopen. De blindheid van een ongedwonge geest is oorzaak onzer ongelukken. Waarom niet aan den keten van den Pausselyken kar getrokken, of zyne navolgers in triomphen verzelt, ô zwervende ziel! de ossen krygen immers hooi, als zy hunne overheeren dienen, maar wat trekt een paard, die geen Midas wil laaten opzitten? Die de pantoffel kust van eenen Innocentius, kan voor een wysäart begroet, de Catholyke stigten, en voor dien arbeid den Te Deum klinken met een glas van een stoop. 't Is wysheid de wysheid te verzaaken, als zy de narren verveelt, en waarheid de waarheid te verdoemen, wanneer de logen haar niet mag dulden: zo spreekt Macchiavel, en daarom blyft hy, hoe verdoemd, in wezen. Die meêr overeenkomst hebben met de natuur der volmaaktheid konnen dien raad niet volgen, en daarom geld het memento mori zo draâ de ongekreukte deugd galg, en raderen beschouwd. Ik weet niet of ik dwaal, als ik zeg dat 'er meêr vroomen dan goddeloozen door beuls handen zyn gesneuvelt, maar dit weet ik, dat by aldien het de Geestelykheid van Orsini vry stont, om al die geene, die gelooven, dat ieder geregtigt is zyn eigen Leeraar te zyn, te massacreeren, dat 'er weinig zouden overschieten, zo zy ze konden vinden. Vader, en Moeder te vermoorden is afschuuwelyk; maar tegens Babel te zeggen, dat zyne Metselaars bedervers zyn der verborgene steenen, door uiterlykheden in te voeren is onvergeeffelyker, dan het eerste. Voor de zulken doed Heeroom geen Mis: en om de
| |
| |
waarheid te zeggen, zy verdienenze ook niet, want zy offeren to weinig aan de Altaaren van Dan, en Bethel, dat byaldien 'er geen zótten toeschooten, om hun zakken te laaten pluizen, 'er weinig zou overschieten voor die gierigaarts, die door Corban te gillen, als de Sprinkhaanen van Egipten, al vernielen, wat de akkers van 't gemeen baaren. Eêrtyds trok Levi tienden, nu kreigd hy honderden, en duizenden, en nog pas te vreeden gaapt hy na meêr. 't Is een Jesuiet ordinarie leet, dat hy 't heel al niet kan verzwelgen. Dog wy neemen de wil in dezen voor de daad, en slaan een kruis tegens dien duivel, die van buiten onberispelyk een poel is van alle schelmeryën. Het Tollenaarskleed verbergt vaak een eerelyke ziel, maar de greins van een Phariseër een schelm. Zoekt iemand na bedriegers, hy begeef zig maar onder de fynen. Daar heb je 't bedrog, en de valsheid uit de eerste hand: want die snaaken neemen expres een zekere schyn van G..zaligheid aan, om het geen waarelyk heilig is te onder te brengen, terwyl zy de naakte deugd, die zig aan geene dekkleederen bind, quasi willen dossen in een trant van gemaaktheid, die niet eigen is aan de zuivere vryheid. Heet kleedtje van Menno, en Socien, dat zien de vroome gezellen aan, als bedekzelen der schande, want agter die esse uithangborden zyn de hoekkigste winkels van streeken, en list. Vraag de Beurs na de doeningen dier snaaken, ik wed zy zal zeggen, dat uit dien hoek meêr ongehoorde kneepen groeijen, dan 'er koffiebaalen, gemerkt met het Waapen der Amsterdamze Oost Indize Compagnie, te leveren zyn. De rykdom heeft wonderbare begindzelen, aardige groeijingen, volkome was-dommen, en ook schielyke daalingen. Die wysheid koopt verarmt nimmer, want schoon het lighaam van een Philosooph alle dingen derfde, nog heeft de ziel van een regte Plato, of Socrates die vergenoeging, dat zy éénwillens met het Wezen aller Wezens, een zekere vreugd geniet, die alle aardze plaisieren overtreft. My dunkt ik hoor de Schoolmeesters, en de Cathegiseerspooken der Koffiehuizen al weêr vragen, waar toe dienen alle die vertellingen? Men zal 't de Heeren zeggen: 't geschied alleen om hun aandagt te verveelen. Een eerelyk Patriot wind genoeg, als hy het gehoor der gekken verliest. Wy schryven liever voor drie
| |
| |
verstandigen, dan voor duizend zotten. Dat 's goed, zeid de ryke Man, tegens den armen Lazarus, als gy kunt rondschieten, zonder dat u de honden hoeven te lekken. Dog wy repliceeren, de waarheid denkt nimmer om haar naaktheid, als zy slegts het vermogen vind, om de valsheid te ontmaskeren. Wie tot de deugd gebooren is, moet tog van elende vergaan. Fiat! sterven wy op zyn Romeins, om eeuwig te leven!
NB. De Courant zal toekomende week, als ik tyd heb om onzekerheden te lezen, een beurt hebben. Want de lieden schreeuwen geduurig geeft ons nouvellen, zonder te bedenken dat de meeste nieuwigheden, zo ver van de waarheid zyn, als Doctor Crispyn van oordeel en reden. Men ziet dag aan dag de tydingen omtrent oorlog, en vrede zo variëren, als of 'er nooit stilstand zou worden gevonden in de wisselvalligheden der zaaken. 't Geen dat de een by nagt droomd, verteld hy by den dag voor een zekere historie aan een ander, die, gehoorziek, zo lang zwygt, tot hy occasie heeft van logens verder uit te breiden Zy dieze van mond tot mond aannemen, laten niet na die voort te trompetten, en stand te doen greipen onder honderd duizenden, die nooit na den oorsprong der dingen vraagen, zo ze slegts kans zien, hunne linkse eindens daar mede te agterhaalen Wy, die geen oogmerk hebben, als de wanstallen te beteren, zyn vyanden van die gewoontens, en daarom schuuw om uit twyfelagtige Dagregisters en Jaarboeken, vastigheden te prognosticeeren. Konden wy ons daar toe gewennen, deze kar liep op een gladder baan, die nu vaak gelaaden met onsmakelyke spys voor bedorve maagen, pas herberg kan vinden by een boer, laat staan by een mensch. Passientie! elken star draait in zyn eigen cirkel, en ieder gek heeft zyn bezondere manieren, en daarom blyven zótten en wyzen de twee altoos duurende Poolen, waar langs onzen aardkloot word gebuitelt. Vaart wel, en doet hier mede u profyt.
Deze Leerzaame Tydkortingen, werden tot Amsterdam, voor den Autheur gedrukt, en Heden, en vervolgesn, zonder fout alle Week, 's Maandags, uitgegeeven, en zyn by de Boekverkopers aldaar te bekomen, als ook tot Haarlem, M. van Lee, Delft, R. Boitet, Rotterdam, A. Willis, 'sHage, P. vander Burg, Utregt, Besseling, Hoorn, Beukelman, en verder by de Boekverkoopers in andere Steeden.
|
|