| |
| |
| |
Ao. 1727. No. 22
De vervrolykende Momus, of koddige berisper.
Maandag, den 12. Mei.
DE Courant zeid dat onze Heilige Vader binnen Benevento is kinds geworden, want hy was 'er pas gearriveert, of zyn eerste handel bestond om de jeugd te catechiseeren, en dat is een zeer kinderagtige daad voor een man, die zo gemeen is met de goede werken, als een bedelaar met luizen. Wy ontkennen niet dat het zeer nuttig, en nodig is de jonkheid een begrip te doen hebben van de begindzelen der G..sdienst, maar wy mispryzen dat beschikallen van Orsini, waar door hy ligt de broodwinning van een party schamele Paapen ondersteek doed. Predikant, Koster, en Hondeslager van eene Kerk teffens te zyn is te veel boter op een stuk. Als één Heer al de Officien alleen krygt, wel dan loopt de rest leeg. Men moet leven, en laaten leven, en niet te naby alle dingen beschouwen, als men lang hoopt te zien. Die wat geeven, en nemen kan op zyn tyd is in de waereld gewilt. Dat al te regtvaerdig te zyn, dat bevalt de barmhartigheid niet, dewyl het zeer veel na een doodzonde zweemd, als men met een goudgewigtje in de weer is, om, voor alle dingen, de peil der goedheid niet te overtreeden, door al te mildadig te wezen. De liefde mag wel een uitslagje veelen, hoewel het zelden geschied: want de meeste verkopers der deugden geeven doorgaants ten meenigsten een half zestienendeel op elken el der Waaren te kort, en nog stellen zyze voor welgelevert te boek, om ze t'avond of morgen aan onzen Heer in rekening te brengen. Bloed! zullen de fynen in de Jongsten Dag hunne Papieren moeten bezweeren, wat zullen 'er al valze verklaarders agter afgebragt worden, die nu voor de balie van
| |
| |
duizende menschen verschynen, als eerelyke gezellen, schoonze een deel maar schelmen in hun hart zyn. De Advocaaten, en de Procureuren winnen daar zo veel geld niet, als hier. Ieder moet zyn eigen woord doen, en word het te ligt bevonden, vliegende leid 'er de duivel de lap op. Met één hand vol vuur kan men ginter meêr doen, dan hier met een heele ton bakkers koolen, want de laatste gaan uit, de anderen branden eeuwig. Trouwens daar moet een braaf kaerel, zeggen de snaaken, niet eens na zien, als 'er wat te bedotten valt. Heb ik nog zo lang tyd, riep de dief, zo geef my de andere Koe by deze gestoolene, en hy dreefze na Heerooms kerkhof, dieze straks voor goede prys verklaarde, doe hy uit de Biegt vernam, dat 'er een voet vlees voor hem zou overschieten, als hy 'er de woorden vuil vind ik je, vuil laat ik je, in 't Latyn slegts overgepreveld had. Zo gezeid, zo gedaan; de vent wierd geabsolveert, en Eli's agterneef vierde 'er de vaste zo ruiterlyk meê, dat hy de H: Paaschen met een waterzootje moest instellen, om de afgezólde maag, waar 't mogelyk, door zulk een prikkelend versnaperingetje by te springen.
Eêr onzen goeden slokker Orsini zyn jongens avontuur, vooren vermeld, had ten einde gebragt, liep hy eerst voor Sint Pietertje speelen tot Torre de Paula, want met den hengel hebbende beginnen te pierewyen in de vyver van 't gemeen, vong hy, na men zeit, één enkel voorentje, waar meê hy meêr vergenoegd scheen, dan of hy van de zuid met de baarden van eenige wallevissen voor Amsterdam gelukkig was ten anker gekomen. Paus Johanna, alias Jut bakte dat kunsje wel eêr op een andere manier, dog zy vong niet dan posten, en stekelbaarden, waar van ze van een zekere een graat in den keel hebbende gekreegen, borst, en verstikte. Anders is het Innocentius bekoomen, want de geneeskundige verhaalen, dat die weinige beweeging, die den Ouden Vader had genomen hem eenigzints heeft bevreid van een verstopping, waar meê hy al een geruimen tyd was behebt geweest. 't Zy, hoe het zy, men wil dat zyn Schoolmeesters verstand op dien tyd min pedants, dan het aan een Dionisiaansen plaktiran ordinarie eigen is, een zeker zweemsel bezat van gulhartige gemakkelykheid, die aan regte wysäarts past. De gefronste harssenen van een letterbul voorzeggen doorgaants onreipe uitdrukkingen. 't Is als een eigendom der
| |
| |
taalkundigen niets wezentlyks te verstaan, als wat klanken zonder geest. Zo lang als een Grammaticalist met den syntaxis in de vuist zyne beulingen de constructie van het masculien en het faeminien inboezemt, gelykt, hy wel een opslokker van den geheelen Talmud, maar treed hy daar van daan na den Alcoran der Poeëten, zo is hy een complete gek. Ne sutor ultra crepidam moet men altyd zeggen, tegens een man, die zyn harssenen verhuurt voor een zekere somme gelds, om zyn bryn egtelyk te vereenen met die voorwerpen, die men hem ter hand zet, om ze met een party langdradige regels te bezwangeren. Hoe ver dit laatste omtrent de Roomze Geestelykheid plaats heeft, zullen wy thans niet aanroeren, om ons voor al geen rusie van stootende ossen op den hals te haalen. Ik wil myn antagonist liever begroeten, als een praecepter, dan een theologant, dewyl ik door den eerste te hekelen my beter kan verzekeren voor ongemak, dan door de laatsten met regt gereformeerde reden, en waarheid onder de oogen te zien. Nu dat is tot daar aan toe, al wie van de kunst weet beschaamt zyn meester niet, zeggen de valze Speelders, en wy voegen 'er by, dat het ook niet mag geschieden, want zo de Boeren agter de geheimen der Edelen kwamen, zo was 'er niemant in staat om hun te bestieren. De kwade opvoeding der meeste menschen leid geen schrandere toepassingen, en daarom moet men geen Franze Ragoën aan Westphaalze maagen schaffen. Varkens by varkens, ik wil zeggen schoolmeesters by jongens voegen best. Als de klanken van het a, b, c den oortrommel te veel hebben geraakt, dan scheind hy doorgaants doof voor vlugtige invallen, of fyne uitademingen. De allergeestigste bedriegeryen, gerigt, om door aardige kunsten de zielen van duizenden te verstrikken tot haar voordeel kan hy niet wikken, maar halstarrig op zyn teem keurt hy alles voor ketters, of zinneloos, dat niet opgedist word in die omstandigheid, die overeenstemt met de gewoonte zyner vaderen.
De oude Vryer is voor een Paus al een koddige knevel, want schoon hy om zig aan het Oude te houden niet te mal is, om met een driedubbelde muts met een keelenband te loopen, en dus uit zyn valhoed te kyken, als een zot door zyn tralie, zo is hy evenwel zo verstandig by al zyn vreemde kuuren, dat hy de nieuwigheden niet geheel van de hand wyst, of ze schoon niet juist gerigt
| |
| |
zyn na de constuumen der eeuwen. Myn Siracusize patroon is de omnibus aliquid sed de toto nihil, en daarom staat hy na de canonisatie der heiligen. Het haanenboek, dat hy de kinderen leerd, heeft hem zo niet vervreemd van den regten text, of hy wil nog wel een linkze loogen geloven. Komt hier schoolbullen, leert hier balken. De overste leidsman der blinden gaat u meesterlyk voor Hy luistert na de revelatien, prophetien, en voorzeggingen van een tweede Brita, geinspireert, door beter keitrekkers, dan onzen Haarburger Hans voorgeeft te zyn. Waarom wantrouwen ons de Magisters der Discipulen, als wy met kool ter markt verschynen? Moeten ze ezels al de raapen alleen vreeten? Moogen wy veulens van den Parnas aan de negen merriën van den Helicon zo wel niet zuigen, als de verlepte ruinen der Gymnasien, en der Lovense faculteiten doen? Heeft Atheenen al de wysheid alleen gepagt? Is 'er buiten de academie geen geleerdheid? Bloed! dan is Momus verlooren. Halte, myn ziel! de inligting der hemelze starren kon Maro ontfangen, schoon hy maar een veldeling by paarden, en niet by ezels was opgevoed. Als de harssenvliezen vatbaar zyn voor waare Ideën, en dat de ziel bloot leid, als een gaapende Danaë, voor den regen van den regten Jupyn, zo overstroomen de beeken der Eeuwigheid de sluizen der zinnen. Dat heet Philosophis beschouwen, en de buitenste dingen in den binnenste ader te doorgluuren. Al de leerstukken des waerelds worden gerigt, om volleert te zyn, en dit geworden zynde door al het geleerde te ontleeren, zo verkrygt den loslaater der begrippen dat onbegrypelyk, dat ons geen schoolmeester, als was hy nog gaauwer als den Rotterdamzen Nagtegaal hoort te zyn, kan leeren. Laat Doctor Crispyn vry zyn twee kluuwentjes pikgaaren laaten afwinden door wie hy wil, wy meenen dit ons vlas van daag niet te verbruijen, door meêr van dat wezentlyke waar te zeggen, dan de loogen kan dulden. Ik schei 'er uit met wys te zyn, dewyl ik genegen om den heiligen Don Quichot, als een andere Sanche Panche te volgen, van gedagten ben om de avontuur van de Gravin Trisaldi te helpen ten einde brengen. Als een gebaarde Dame voor den Ridder van de droevige figuur verscheind, zo reisd hy overent. Geloof je me niet? vraag het al de kloosternonnen van de zédyk. De schoolmeester zal ligt al weêr bulken: Hoe komt dit hier al te pas?
| |
| |
Wel wy antwoorden, wat doen de Colloquia Corderi in de koffihuizen. Zegje Navita de ventis? dat is te zeggen, de ezels praaten altyd van hunne ooren, wy repliceeren tussen een Paus en een mens is geen ander onderscheid, als den titel. Dat je de hyligheid naakt zaagt, bolletje, je zoud je kruisen en zegenen. Al meê zondige schepzelen, riep de bagyn, doe ze paters broek voor den doek had verkooren. Steld u eens in den staat der onnozelheid, als een waare Innocentius, myn vriend, en onderzoek dan eens hoe gy u draagen zoud, als moeder Eva u ouden Adam zogt te verleiden. Bloed! als AEneas de Cumaanze Sybil ziet verscheinen, dan druipstaart hy van verwondering, en als Orsini de toveresse van Endor hoord harruweeren over de toekomende dingen staat hy als een paal.
De vroome bloed had nog naauwelyks zyn gevangen voorentje gepeuzelt aan het strand van den waterigen vyver, of een zeker vrouwmensch, dat, na myn geloof, lang voor beefster had geleegen onder de bewerking van een party malcontente Cardinaalen kwam op de baan, als een getaande kol, die bereeden van den helschen Christoffel de voornemens der vroomen, door schendtaal dagt te verydelen. Uw werk, paai, deugd niet, riep de sleep. Zy die uw doening verzellen, en in uw voordeel ageeren dat zyn bedriegers, omgekogte getuigen, perjurieuse schribenten, en dieven der waare kerk. Uwe spiritus familiaris Coscia, en uwe andere beädemers loeren maar op uw beurs, en zo voort, met een woord, schoon ik juist al de courantwoorden niet stip na en volg, zy tierde circum circa, als een Zweedze nagtmerri, die verongelykt waanende te zyn, door ieder te schenden, haar schade tragt te vergoeden, terwylze aan de andere kant haar bekruipers opvyzelde, als heiligen, waar onder 'er zeker wel een zal geschuilt hebben, wiens herdersstaf zig niet zal ontzien zyn Overheid, zo het de nood voor hem vereiste, dermaaten te rossen, dat 'er de waereld van zou verschrikken. Hoe de verongelykten hebben staan kyken, doe ze die lasteringen hoorden, laat ik aan het oordeel der bescheide Lezers. Wie weet, of de verleege Paus niet wel een ave Maria van angst heeft geprevelt tegens deze Sancta Brigitta, die buiten twyffel beter met een brandende kaars te paaijen zou geweest zyn, dan met het gekruis van een verouderde vinger. Dog men moet zig voe- | |
| |
gen na het de tyd, en de omstandigheid der zaaken toelaten. Wel mal om een hoekje, maar voor het oog der aanschouweren moet men de zuiverheid preeken. Al was de heele maagdom van een meid verfomfooit, nog wil ze voor non paszeeren. Venus blyft maagd, al lost ze al een kupidótje, en om dit door te dreiven, zo is de hemelze byslaap gepractiseert. Wie daar van heeft geproeft, die praat niet als van geestelyke inligting. Al had de duivel in haar pothuis geschoenlapt, nog zou zo een toveres voorgeven van een engel bezwangert te zyn. Geen satan lolt door dezen bek, riep de bedriegster, maar een gezuiverde geest. 't Is waar, ik val wat deluuw, en bruin, maar ik ben zo poezel en lieffelyk met een, als een arm met razende katten. Al had iemand een steene hart, hy zou immers niet minder konnen doen, als hy waarelyk zagt van geest was, dan te zegenen, die hem en de zyne vervloekte. Innocentius deed hier na myn gedagten boven zyn verstand, want in plaats van de prophetesse een braave konkel geschonken te hebben, vereerde hy haar de benedictie met zo veel klem, dat ze 'er zo veel Latyn door begon te braaken, als of zy het, van te vooren door een ander hebbende laaten opstellen, van buiten geleerd had. De vreemde taalen kan men thans om een zuur zien kreigen. Wil iemand die geen Latyn en kan een hardersstaf 'er meê vergulden, die huur slegts een verloope munnik, of een andere bedrieger, en laat het door den zelve knoeijen, om het op zyn eigen naam uit te geeven, en 't zal de blinde waereld voldoen. Ik verzeker u, Lezers, had die middernagts juffer haar lesje by my opgezeid, ik zou 'er zo lang gecatechiseert gehad hebben, datze, niet in staat te antwoorden, zou hebben moeten bekennen, datze even zo veel van de gaaven der taale bezat, als onzen Doctor Crispyn 'er van verstaat, die 'er evenwel zo meê komt opdonderen, als of een jonge, die de secunda Classe alleen is gepasseert, in staat was, om de welspreekentheid der aankomelingen der zesde schoole te evenaaren. Wat maaken de menschen al om geld? zei de Boer, en hy zag een aap op Hans Christoffers venster zitten.
Dog hier van genoeg, dewyl wy een andere gek op dit ons tooneel zien treeden. Vraagen my de Lezers wat of hy voor een Landsman is? Wy antwoorden een Italiäan. Geen pruim, nog razynen verkooper, Messieurs, maar een Jesuiet van Napels, die wat
| |
| |
wat al te vry den bek hebbende geroerd op den Predikstoel binnen Venetien elders is verzonden. Het is een groote wysheid wel te redeneeren dog nog grooter verstand alle waarheid altyd niet te zeggen. Exempli gratia, ik kon middagklaar vertoonen, dat een moedwillige bankrottier na de wet hoorde in zyn eigen deur opgehangen te worden, daarom is dit niet raadzaam, want duizenden die hier aan schuldig zyn, zouden my, om die reden tot vyanden worden, die my nu wel moogen leiden, om dat ik de gebreeken myner Vaderlanders slegts met een vossenstaart quisquel. Ongelukkig te worden door onvoorziene toevallen is beklaaglyk, en zy, die dit proeven, verdienen regtvaardig de hulp der ryken, maar dat een deel schelmen voorwetens zulks beginnen, om groot te worden is niet te dulden voor de verongelykten, die dikwils moeten zien, dat zy, die in het hunne zitten, waar ze komen, zo stout den booventoon kraaijen, dat lieden van staat, en verdienste voor hun snater moeten zwygen. Ik kender een, die beter na een gaauwdief, dan na een eerelyk man gelykt, en welkers boedel over een jaar nog insolvent was, die nu van zyn duizenden zwetst, gelyk een kwakzalver van zyn pillen, en zig niet ontziet even die geene, die hem geholpen hebben, zo te lasteren, als of de geest van Hans in hem overgegaan zynde hem had geinspireert, om al te zeggen, wat hem voor den logenagtigen bek komt. Dat is myns bedunkens geen daad van een wys man, maar van een gek, want zo iemand een verkeerde bal opslaat, kreigd hy 'er vaak een weêrom, die hem door de ooren gonst, met zo veel geweld, dat hy 'er als duisselig van geworden zynde, niet weet wat te zullen antwoorden, op een taal, die hem zo wezentlyk treft, dat hy als een hond, met een ingetrokke staart moet vertrekken. Onder zulk, of diergelyken ruigt is dat nog al een van de beste, schoon hy in substantie niets deugd, die het hazenpad kiest op een weltreffent verwyt. Die geheel gestorven zyn aan alle eer en deugd, gelyk publieke baanstroopers, die hun adel op den gebrandmerkten rug torszen, die weeten van verbloozen nog verblikken. Al zeid hun de waereld duizend insolentien, zy ontfangen ze met een gecandaliseerde tronie, die geschaapen scheind, om alles te verduuren. Wat ons in het bezonder betreft, wy moogen deze onhebbelykheden wel leiden, kunnen de delinquenten maar dulden overal door de tong 'er voor gerost te worden. De inquisitie speelt overal loon naar werk, en hoewelze hier zo straf niet is, als binnen Spanjen, zo leeraart de tyd dog, dat zy, die kuilen graaven voor een ander 'er doorgaants het eerst in verstrikken.
Dit maar zo eens in passant aangeroert hebbende, keeren wy weder na de Koolwarmoesridders die zo ruig van tong zyn, als Ezau van handen is geweest, ik wil zeggen na de ieverende Paapen, zonder verstand, die niet oplettende wie hun te werk gesteld hebben, vaak hunne Heeren, en Meesters voor het aan hun geschonke salaris, en tractament zo vinnig bedanken, datze nolens volens gehouden zyn om hun den bassenden
| |
| |
bek te muilbanden, door die wegen die de polletie heeft uitgevonden, om alle die geene te toomen, die aan hunnen wrevelige assurantie wel bewyzen geene Zendelingen te zyn van de zagtmoedigen Opper Professor, die den Keizer beval te geeven 't geene des Keizers is. Daar zyn duizend stratagemas om de Overigheid te schenden, als men op de billykheid hunner Heerschappyen gebeeten, die wenste verwoest te zien. De Ignatiäan van Parma prees onlangs in zyn Sermoen den overleden Hartog uitneemend, en hy vergat den lof van den tegenwoordige te reppen, met geen andere intentie, als om de laatste te steeken, die zulk zwygen voor kwalyk spreeken opnemende, hem de Stad liet ontzeggen. Zo veel nadeel als die kabouters veeltyds doen aan den Staat, wanneer zy 'er tegens gekant zyn, zo veel voordeel kunnen zy de Magistraat schaffen, als zy 'er van profiteeren, of 'er hun oogmerk door weeten te bereiken, want heeft Moses lange vingeren, de Aronieten heb 'er vaak stervige duimen tegen. Als de laatste het Gemeen hebben weeten te winnen door een Pharizeïze gemaaktheid, zyn die Grooten, die voor Tollenaaren geboekt worden van de scheinheiligheid, hunne Troonen vaak niet zeker. De Usurpateur van Persien geen genoegzaame kans ziende om den Opperbevelhebber der Turken het hoofd met den deegen te bieden bediende zig voor weinig tyd van de geestelyken tabbert. Hy zond vier van binnen gezwarte Wetgeleerde in witte klederen na de Prins van Babilonien, die met een opregt Musulmans accent, gerigt na den Alcoran, zo fyn teemden, dat het Legergraauw zelfs 'er van gestigt liever rebelleeren wilde, tegens hun wettig hoofd, dan een party opgeraapt canalje te bespringen. Daar is niets heiliger in de waereld dan de waare G..sdienst, maar ook niets verfoeijelyker als dat men de Religie gebruikt tot een dekmantel van zonden, en bedrog. Wie zyn oorzaak, zig zelve, zyn meerder en zyn minder regt kent, en weet door nazinning van zyn natuur, die aan de geheele waereld vermaagtschapt is, wat het is een menste zyn, die kan nooit anders, als alle endigingen voeren in dat begin, 't geen staten, en ampten verscheidentlyk heeft ingesteld, om dit groot heelal tot zulken éénheid te voeren, die alle die geene zullen genieten, die niet verdeeld door Meeningen, Ketteryen, Secten, en valze Articulen, by niets anders zweeren als by de algemeene liefde, die als een zon goeden, en kwaaden bescheind, zonder 'er de minste hinder van te gevoelen. Dixi.
Deze Leerzaame Tydkortingen, werden tot Amsterdam, voor den Autheur gedrukt, en Heden, en vervolgens, zonder fout alle Week, 's Maandags, by Adam Lobé, in de Sint Jansstraat, uitgegeeven, en zyn by de Boekverkopers aldaar verder te bekomen, als ook tot Haarlem, M van Lee, Delft, R. Boitet, Rotterdam, A. Willis, 's Hage, P. vander Burg, Utregt, Besseling, Hoorn, Beukelman, en verder by de Boekverkoopers in andere Steeden.
|
|