Het Brussels moeselken(1659)–Eustachius de Meyer, Petrus Suetmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Klinck-reymken. Wat is ryckdom, eer, oft staten, Oft de wereldts ydel pracht, Eenen niet die u sal laten, Als ghy d'alder-minsten dacht, Is't niet beter rustigh leven, En van allen druck bevreydt, Dan de pracht de handt te gheven, Die ons tot de sonden leydt. Als-men merckt nu alle daghen, Aen die minnen d'werelts niet, Ieders druck is hun behaghen, En elckx blyschap oock verdriet, Laet ons dan den Vrê beminnen, Daer gheen haet en is bekent, Soo sullen wy blyschap winnen, Tot ons leste levens ent. Vorige Volgende