24 Nov. 19..
Aan Joost Vermeer,
Aarborgschedwarsstr. 12--2, Hagenau.
JOOST, wat doe je me 'n verdriet. Wees kalm en laat me met rust, 'n paar weken. Ik ben moe, ik weet niet goed wat ik denk, dwing me toch niet dingen te doen of te zeggen die niet heelemaal uit mijn eerlijkste bezonnenheid komen. Toe, wees nu redelijk; geloof dat je me heel, heel lief bent; onveranderd even lief als bij onze eerste ontmoeting. Maar ik heb je dadelijk gezegd: in Godsnaam, dring niet aan, drijf 't niet op. Het benauwt me zoo, als ik voel, dat iemand iets van me verwacht.
Elisabeth