Boerleider, Humbert (geb. 17-8-'33)
Boerleider, Humbert (geb. 17-8-'33) was 10 jaar toen hij op het ‘Plein van 12 mei’ serieus tegen een bal begon te trappen. Daar speelde hij met de bekende Transvaler Puck Eliazer voor Klein Maar Dapper.
Op 15-jarige leeftijd werd hij ontdekt door Baas Mack, in die tijd de bekende scout van Transvaal. Deze interesseerde Boerleider voor Hopper, een klub van het mr. Bronsplein, te spelen. Bij deze club speelden ook cracks als Green, gebroeders Sleur, Humbert Lobato enz.
Op 17-jarige leeftijd ging Boelie, zoals hij meer bekend stond, naar Transvaal. Later sloot hij zich aan bij Ajax in de 3e klasse van de SVB, maar na een jaar ging hij terug naar Transvaal. De toenmalige secretaris van Transvaal, Jim White, voerde een verjonging door, waarbij oude spelers als Vossie Belgrave, Andre Watson, Liesdek, Woerdings, Edam Zwakke, Kartaram, Ferdinand U.A. Sai en Sleur werden vervangen door Boerleider, Burzer, ds. Karel Zeefuik, Tjiko Bijnoe, Blinker, Charlie Marbach en Mauke Pool.
De eerste voetbalschoen kreeg Boelie van zijn broer, die voor PVV speelde en de eerste voetballessen heeft hij ontvangen van oud-Transvaal speler Federik Purperhart, de vader van Frits Purperhart. Zijn eerste buitenlandse trip maakte hij met Transvaal naar Cayenne mee en zijn eerste wedstrijd voor de nationale selektie speelde hij in 1957 in Demerara. Zijn beste wedstrijd speelde hij in 1959 op Curaçao, toen Suriname 2-2 gelijk speelde tegen de Antillen. Het was een Surinaams team voor het eerst gelukt gelijk te spelen tegen de Antillen op hun bodem.
In 1965 toog hij naar Nederland, waar hij de opleiding tot sportleider aan het Cios met succes afrondde. Tijdens zijn studieperiode in Zeist was hij hulptrainer bij Sittard. Van 1969 tot 1971 was hij trainer van Transvaal en in 1973 werd hij bondstrainer. Hij leidde Transvaal eenmaal naar het kampioenschap en tweemaal naar het semi-kampioenschap.