Een verdeelde Verlichting. Stemmen uit de spectators
(2001)–Dorothée Sturkenboom– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 63]
| |
Vreemd en eigen | |
[pagina 65]
| |
De verbastering van Nederlandse gewoontenDe Nederlandsche Spectator (no. 45-1750)
Hoc fonte derivata clades
in patriam populumgue fluxit.
HoratiusGa naar eindo
't Bederf, uit deze bron oorspronkelijk afgeleid,
heeft over land en volk zich verder uitgebreid.
Indien men de herbergzaamheid,Ga naar eindo mededeelzaamheidGa naar eindo en gastvrijheid neemt voor eigenschappen van een en dezelfde gemoedsgestalte in het gemeen,Ga naar eindo zal men moeten toestaan, dat de lof daarvan met recht de HollandersGa naar eindo van alle tijden af bij alle volken gegeven is; dat dit land is geweest de toevlucht voor alle verlegenen,Ga naar eindo de bezorgplaatsGa naar eindo voor behoeftigen en de gemeenschap van recht en vrijheid voor allen die daarin met dezelven delen wilden. Maar indien men die als bijzondere hebbelijkhedenGa naar eindo in ieder afzonderlijk ten nauwste zal willen onderscheiden, zullen wij bevinden dat onze landaard in de middelste deugd boven alle andere van de bekende wereld uitmuntende, echter in de eerste en laatste ten aanzien van het uiterlijk gedrag voor anderen verre zwichten moet en tekortschiet. Indien men voor herbergzaamheid houdt, wanneer een onbekende vreemdeling op het eerste ontmoeten ingehaald en alle beleefdheid aangedaan wordt, is het zeker dat dit niet de deugd van de Hollanders is die zeer storGa naar eindo en ingetogen voor onbekenden, zeer boers, stijf en onbeleefd zullen gehouden worden en zichzelf overtuigd vinden, indien zij slechts in het naburig Brabant maar eens geweest zijn, daar zij een vriendelijk wezen en een uiterlijke onthaling zullen ontmoeten die alle mensen inneemt en daar men straksGa naar eindo met vreemden omgaat alsof zij van | |
[pagina 66]
| |
lange tijd onze gemeenzame vrienden geweest waren, zijn tafel, huis en dak dikwijls aanbiedt, eer men zelfs nog de naam van de vreemdeling gehoord heeft. Wat moeten de beleefdste Hollandse juffertjes denken, wanneer men hun vertelt dat een onbesproken fatsoenlijke jonkvrouw te Orleans een welgeklede vreemdeling op straat ontmoetende zal aanspreken, naar zijn verblijf vragen en hem aanbieden, indien hij een eerlijke verlustigingGa naar eindo zoekt, dat 's avonds aan zulk of zulk huisGa naar eindo de bijeenkomst van de aanzienlijkste jeugd zijn zal en hij, indien daarin vermaak neemt, welkom wezen en dat men alles zal aanwenden om hem de tijd niet verdrietig te doen zijn in een plaats, welke hij met een bezoek op zijn reis verwaardigd heeft. Indien men ook de gastvrijheid op bijzondere personen en huisgezinnen wil toepassen, zullen de Hollanders op verre na de eerste niet zijn en zonder tegenspreken het gewonnen geven aan de gulle onthalingen van de Engelsen op het land en in hun zomer-buitenleven, daar men met zoveel vrijheid, aangenaamheid en toegevendheid onthaald wordt, zonder navraag of verwachting van een wederomreis, dat dit het begrip van lieden die zulks nooit bezocht hebben, verre te boven gaat. Maar zo gij de gastvrijheid schat als een gemeneGa naar eindo landsdeugd en van die kant beschouwt, zal er mogelijk geen volk op de aardbodem zijn, waar vreemden als gasten minder toegelaten worden om onder de gemene kostwinning hun brood te zoeken en in enige gelijkheid met de inboorlingen gesteld te worden. Brengt dit integendeel eens op ons thuis, en gij zult ondervinden dat het grootste gedeelte van onze voorouders uit eerlijke vreemdelingen is vergaderd,Ga naar eindo die van tijd tot tijd uit zucht tot vrijheid en een zekere verwachting van onbedwongen consciëntie in het plegen van godsdienst, en op hoop van daardoor gelegenheid te zullen krijgen om hun vervallen en verlaten staat te herstellen, door toegestane rechten en vrijdommen om met de inboorling gelijk te worden herwaartsGa naar eindo zijn toegevloeid en met | |
[pagina 67]
| |
hun kinderen alle voorrechten van burgerschap zonder onderscheid genoten hebben. Doch de meegaande mededeelzaamheid om de nooddruftigenGa naar eindo uit een christelijke plicht en gemoedsbeweging te hulp te komen en van het zijne op de been te houden, is altijd de roem geweest van onze voorouders. En de lof daarvan is zelfs in vervallen en meer bedorven tijden ons bijgebleven, zodat wij naar gelang van vermogen daarin niemand hebben toe te geven, hetzij men op bijzondere personen hetzij men op het algemeen ziet. En die eernaam heeft de afgunst zelfGa naar eindo ons niet durven betwisten. Indien wij derhalve in een ruime zin deze drie hoofddeugden onder een zelfde betrekking beschouwen, en niet de schijn van uiterlijke beleefdheden in vermaken voor een tijd of in vriendelijke woorden maar dadelijke aanhoudingGa naar eindo en wezenlijke uitwerkingen daarvoor houden willen, meen ik, dat wij niemand te kort zullen doen indien wij zeggen, dat wij daardoor zijn opgekomen en dat de meesten van ons uit geherbergde vreemdelingen en heulzoekende buitengastenGa naar eindo zijn groot geworden. En dat onze voorouders dit land als hun vaderland, omdat het hen daar wel ging, erkend, bemind, verdedigd en naderhand als hun eigen met goed en bloed gekocht hebben. Hoe hoofdigGa naar eindo ook en stijfzinnig de natie altijd op haar rechten en vrijheid mag geweest zijn, echter hebben steeds de nieuwigheden van de aankomenden iets van de meegebrachte zeden op hen doen hechten. En de gemakkelijkheid om hetgeen een ander beter scheen te hebben aan te nemen, heeft zo menigvuldige verandering aangebracht, dat men daarvan een grote onderscheiding zou kunnen maken. Ik wil nu niet spreken van Beierse, Bourgondische, vooral niet van Oostenrijkse rechten, dewijlGa naar eindo velen die voor gedwongen inbreuken in de vrijheid en tot bloedens toe tegengestaanGa naar eindo zullen noemen, en ook naar waarheid. Laat ons maar eens denken aan die tijden wanneer onze voor- | |
[pagina 68]
| |
vaders met een onverzettelijke moed, tegen alle bedenkelijke schijn het slaafse juk van ondraaglijke dwingelandij afgeschud, hun eigen recht tot vrijheid in de godsdienst met bloed gestaafd, en door een nadere UnieGa naar eindo een grond van regering gelegd hebben, waarvan tot nog toe niemand zich beklaagt en die al veel argwaan en wangunst bij anderen verwekt heeft. Hoe zijn toen naburige en verafgelegen volken als met gehele volksplantingenGa naar eindo herwaarts overgekomen om het genot van die vruchten, met zoveel moeite gewonnen, mee te plukken? De woelige, onrustige, rijkelijk levende Vlamingen, godsdienstig maar heethoofdig en driftig, ontvloden straksGa naar eindo een vervolging en brachten, het is waar, met hun trafiekenGa naar eindo de bronnen van rijkdom mee, zodat de zegen van de hemel hen scheen te volgen. Maar wat deden zij zich terstond hoog gelden bij die lieden, die uit medelijden hen als vrienden ingenomen hadden! Stelden zij niet in de godsdienstoefening de wet aan het vrije volk? En die hun bloed niet gespaard hadden om van een Spaanse Inquisitie zich te verlossen, moesten die niet bukken onder het voorschrift van deze hooghartige buitengasten? Heeft de heerszucht zich niet bediend van hun bijstand om de echte families, die de vrijheid nog eens handhaven wilden, uit te bonzen,Ga naar eindo en door bloedige wonden zich zoeken te verzekeren van de teugel en de anderen af te schrikken van die te betwisten? De onverwinnelijke vrijheid heeft evenwel na wat dralen weer de oude stand gegrepen, en nog hebben de beweeglijkeGa naar eindo Hollanders niet nagelaten even herbergzaam en mededeelzaam te zijn en hun kwade gewoonte van zich naar de manieren van hen, die zij ingenomen hadden te schikken, niet kunnen afleren. Wanneer voor ruim een halve eeuw het machtig naburig koninkrijkGa naar eindo in rep en roer overeind stond door het vernietigen van voorrechten, in vorige tijden aan een gezindheid, in de open- | |
[pagina 69]
| |
Afbeelding 7 De aantrekkingskracht van ons land voor vreemdelingen.
| |
[pagina 70]
| |
bare godsdienst verschillende, toegestaan en als onveranderlijk bekrachtigd; en door een koninklijk gebod, volgens hetwelk men alles wilde op een zelfde vorm geschikt hebben en over de consciëntie en godsdienst hetzelfde gebiedGa naar eindo als over lijf en goed voeren, aan allen die niet gehoorzamen wilden, het land ontzegd, hun goed ontnomen, en door nog hardere kwellingen anderen de dwangwet gezet werd; kwam dat bedreigde en mishandelde volk met zo grote zwermen tot ons over, dat het scheen het getal van de inwoners te zullen evenaren en nauwelijks met woonplaatsen voorzien te kunnen worden. Zij werden niet alleen blijmoedig als broeders en geloofsgenoten ontvangen, maar met milddadige giften door allerlei gezindhedenGa naar eindo verzorgd, en als gasten zonder schot of lot te betalenGa naar eindo met zonderlinge vrijdommenGa naar eindo alom begiftigd en begunstigd. De innemende vrolijkheid door geen verdrukking uitgedoofd, de beleefde inschikkelijkheid om met buigzame onderwerping zich overal ingang te maken, deed hier straks zoveel werking op de gemoederen van het grootste en het beste gedeelte van de natie en zij gewenden alzo de zinnen naar hun manieren, dat het als een eer werd gerekend naar die uitlanderenGa naar eindo het meest te gelijken en de oude en geprezen vaderlandse manieren, het waar en oprecht merkteken van de standvastige Batavieren, te verwisselen met de lichtvaardigheid en losse zwier van de Fransen: zodat zelfs de landstaal niet slechts verbasterd, vervalst en met een grote verwarring vermengd werd, maar wie voor hoffelijk wilde gaan, moest zijn moedertaal kwalijk spreken en van de Fransen de lof behalen, dat hij zo heerlijk sprak alsof hij in het beste van Frankrijk geboren was. In plaats nu dat die gedrukte en ongelukkige vreemdelingen met nederigheid zich zouden schikken naar de landswijze van die, welke hen als broeders innamen en gelegenheid gaven om opnieuw fortuin te maken, zo moest integendeel het gehele land gevormd worden naar die zeden, waarvan wij de grootste afkeer behoorden te hebben. Pracht,Ga naar eindo opschik, zwier, verloksels, ont- | |
[pagina 71]
| |
bloting van leden, stouteGa naar eindo vrijpostigheid, laffe vleierij, voornamelijk omtrent de tedere en schone sekse, een ongewone onderscheiding tussen burger en regent, waren behaaglijkheden die elk gretig aannam tot zover dat een gemeenGa naar eindo Frans vrouwmens zich wel schandelijk verkleind zou achten, indien men zei, dat ze eruitzag als een brave Hollandse vrouw. En men kon geen olijker vleierij gebruiken, dan aan een alleraanzienlijkste vrouw te verklaren, dat men dacht een aanzienlijke Franse van geboorte voor te hebben. Dit misbruik ging immersGa naar eindo zover, dat men tegen een kindermeid Demoiselle zelfs onder de dienstboden zeggen moest, en deze achtte het wellevend genoeg, als zij tegen een welgestelde burgerin de naam van vrouwtje of meisje gebruikte. Allergeringste handwerkslieden gingen met zijden kleren, en schoon de armoe door de slechteGa naar eindo konkelsGa naar eindo en slentersGa naar eindo heen stak, het gaf zich evenwel een zwier. En met dat Franse air braveerden zij zelfs die van welker handen en aalmoezen zij moesten leven tot zoverre, dat hartige lieden het zover wisten te brengen dat men dit met een spotnaam doopte en als dit bij sommigen enige spijt verwekte, zei men: het zijn Fransen, en dat was genoeg om het met verachting aan te zien. Zelfs zou de inbeelding van die natie, die in inbeelding geen weerga van haar verdiensten heeft, zover zijn gegaan, indien niet lieden van oordeel en bestendige geestgesteltenis zulks belet hadden, dat men op raadhuizen en elders niet slechts in het Frans had horen het woord doen (want zulks is men al veel genoodzaakt geweest) maar dat men hen zelfs daarin antwoordde. En dat men dus de taal van de rechtstoelen,Ga naar eindo hun ten gevalle,Ga naar eindo alsof men zich dus beschaafder kon uitdrukken, veranderde, gelijk men in de krijgstucht reeds gedaan had, daar men de bevelen uit een verbasterd Duits eerst verfranst, nu weer met een Franse uitspraak na-apen moet. Door al deze dingen is het gehele gedrag van het volk zo veranderd dat de ouders van voor ruim een halve eeuw slechts op- | |
[pagina 72]
| |
ziende, niet zouden geloven te zijn onder een volk waaronder zij verkeerd hadden. De oprechtheid, eenvoudigheid, trouw, zuinigheid, nederigheid, is verkeerdGa naar eindo in list, vleierij, veinzen, onbeschaamdheid, overdaad, pracht, onderscheiding van personen, en de burgerlijke ommegang heeft nu niets gemeen met lieden van rang. Kinderen weten van fatsoen te spreken, leren dansen, schermen, zo haast zij kunnen. Rechtop te gaan, Frans te spreken, een vrouw in en uit te leiden, zijn wezenlijkheden die in een Franse schoolGa naar eindo geleerd worden. Kennis, wetenschap, oefening, arbeidzaamheid om zich tot zaken bekwaam te maken, wordt voor pedanten gelaten,Ga naar eindo of voor zulken die hun kost daarmee winnen moeten en als grove en onbeslepen verstanden te boek gezet worden, van wie de verkouden hersens door de wasem van de zware poelen en ziltige moerassen niet vatbaar zijn voor de recht vernuftige aardigheden, die zelfs hier die begaafde Franse geesten bijblijft. Men is wel enigszins daarvan herkomen, en het verlies dat de Hollandse vrome eenvoudigheid daarbij geleden heeft, is door de tijd wel ontdekt. Maar de zaden daarvan zijn zo wel geplant, dat wie de oude tijd herstellen wilde, niet alleen zou willen een moorGa naar eindo wit schuren maar door iedereen bespot worden - even alsof de hondse DiogenesGa naar eindo te Athene de verdarteldeGa naar eindo burgers wilde overreden om, gelijk hij, hun wellusten te verlaten en zich in een ton als een genoegzaam verblijf te gaan behelpen. Zodat, gelijk onze staat door herbergzaamheid, mededeelzaamheid en gastvrijheid is opgekomen en machtig geworden, ook daarmee vele gebreken zijn ingeslopen die rasGa naar eindo besmettelijk zijn geworden, en wel zo, dat men die oude deugden zeer verminderd ziet, en hoe het vermogen groter geworden is, hoe de pracht opgestegen, ook meerder tot onderhoud nodig heeft en zich nauwelijks zelf kan staande houden. Hetgeen derhalve de oude spaarzaamheid bezuinigde en voor een ander over had, daarin komt de overvloed thans tekort en maakt die mededeelzaamheid bijna onmogelijk. |
|