Een verdeelde Verlichting. Stemmen uit de spectators
(2001)–Dorothée Sturkenboom– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |
Middelen tot verbetering van de dienstbodenDe Vaderlander (no. 46 - de 13e november 1775)
-- van Gods vrees geheel doordrongen,
betrachtte zij haar plicht met vlijt, en ongedwongen;
en deed het merk, 't welk haar Gods hand had opgeleid,
als in het licht geplaatst der tegenwoordigheid
van 't onbegrijpelijk en alvervullend Wezen.
Ag. DekenGa naar eindo
Eindelijk hebben wij een brief ontvangen, welke zonder van de oorzaken van het verval van de dienstboden te gewagen, alleen een middel voorstelt. Schoon wij niet weten, of dit immer zal beproefd worden, willen wij echter, om het zonderlinge van de inval, dezelve aan onze lezers mededelen.
Mijnheer Vaderlander! Zodra ik uw 34e vertoogGa naar eindo ingezien had, herinnerde ik mij onlangs in de nieuwspapieren gelezen te hebben, dat een zeker heer enige honderden livresGa naar eindo had uitgeloofd aan die jonge dochter, welke zich in de omtrek van zijn landgoed gedurende de tijd van een jaar het best omtrent haar ouders en in haar ganse omgang zou gedragen hebben. Ik vond het concept van die heer, hoe welmenend hij ook zijn mag, vrij onnozel. Want welke ouders zijn niet vooringenomen met hun kinderen en zullen, om deze of zichzelf te bevoordelen, niet het beste getuigenis dat men begeren zou, van hun lieve dochters afleggen? En genomen, wij waren al eens onbevooroordeeld en eerlijk genoeg om de waarheid te zeggen, welke jonge deern zou zich niet gedurende de tijd van een jaar kunnen inhouden en naar behoren in alle delen gedragen, wanneer er een sommetje nogal aanmer- | |
[pagina 44]
| |
kelijk voor dat arm land, en wat meer is, wanneer er een vrijer mee te verdienen was? Want dit zou gewisselijk het heugelijk lot zijn van het gekroonde landmeisje. Ik vond deze uitvinding daarom niet aan het oogmerk en de uitgifteGa naar eindo voldoen, ja zeer gevaarlijk, wijl dezelve zeer geschikt is om onze sekse nog meer achterhoudendheidGa naar eindo en geveinsdheid te leren, dan ze doorgaans omtrent de tijd van huwbaarheid in acht neemt. Maar zou men zich, Mijnheer, niet met meer vrucht van een dergelijk middel omtrent de dienstboden kunnen bedienen? Het vooruitzicht van een beloning, en wel van een prijsbeloning, heeft ongemeen veel invloed op de mens die enige eerzucht heeft; en voor anderen is geen raad. De ondervinding leert dat onder alle fatsoenlijke lieden, géén beter gediend worden dan die enig ambt te vergeven hebben. Zij houden hun boden het langst, en worden door dezelve met de meeste bescheidenheid en vaardigheid opgepast, omdat zij vrezen ontijdig weg te raken en daardoor hun oogwitGa naar eindo te zullen missen. Doch de minstenGa naar eindo hebben deze gelegenheid om hun volk dat zich wel gedragen heeft, na enig tijdverloop te helpen. Een heer van mijn kennis bezorgtGa naar eindo zijn boden, welke in zijn dienst oud geworden zijn; en zijn knechts en koetsiers kunnen zelfs op een genoegzame douarieGa naar eindo voor hun weduwen staat maken, wanneer zij getrouwd zijn en in zijn dienst komen te sterven. Wie, die enig vooruitzicht heeft, zou niet gaarne zich bevlijtigen om in de oude dag een goed leven te hebben, of de zijnen bezorgd te zien; maar iemand die het vermogen van mijn vriend niet bezit, of bij hetzelveGa naar eindo kinderen heeft, kan zulk een zware last niet op zich nemen. Derhalve zou het van algemener nut kunnen zijn, zo iemand die met zijn geld geen raad weet dan om het jaarlijks op te leggenGa naar eindo en verlegen isGa naar eindo aan wie hij het na zijn overlijden maken zal, een sommetje vaststelde; of zo een ge- | |
[pagina 45]
| |
Afleelding 5 Oudere dienstmaagden, goed verzorgd in hun hofje.
| |
[pagina 46]
| |
zelschap van heren en dames in deze en gene steden van ons vaderland zich verbonden, om van hun overvloed jaarlijks iets uit te leggenGa naar eindo tot aanmoediging van zulke knechts en meiden die hun heren en vrouwen best gediend hadden na verloop van een bepaalde tijd, en die daarvan behoorlijke verzekering en getuigschriften konden geven. Of vond men het bezwaarlijk uit verscheidenen juist te weten wie de besten waren, dat men dan in het gemeenGa naar eindo een premie toeleidde aan zulken die in het vervolg van tijd vijf jaren achter elkander bij dezelfde meesters of vrouwen dienen zullen, onder toezegging van een nieuwe en grotere beloning zo zij het tien, vijftien of twintig jaren in dezelfde dienst zullen uithouden. Zie daar, Mijnheer, schoon ik mijn hoofd met de andere delen van uw voorstel niet heb willen breken, echter, wijl mij dit als vanzelf inviel, heb ik niet kunnen nalaten deze gelegenheid te amplecterenGa naar eindo om ook eens naar de prijs te schrijven, in de hoop dat het enige goedkeuring mag wegdragen en tenminste waardig geoordeeld worden om gedrukt te worden. Anders zou ik mij vrij wat gebelgdGa naar eindo houden. Ik ben Lisetta R.
Of dit voorstel van juffr. Lisetta behagen zal, en of er zullen gevonden worden die lust en vermogens hebben om het ten uitvoer te brengen, zal de tijd leren. Inmiddels willen wij deze navolgende bedenkingen onze lezers mededelen. Of het voor eerst niet behoorlijk was, dat er op het huiselijk bestuur en de opvoeding van de kinderen onder het gemeen,Ga naar eindo uit welke de dienstbaren meest hun oorsprong hebben, beter acht gegeven werd? Deze lieden, geen behoorlijk inzicht hebbende van de uitgestrekte voor- of nadelen welke voor hen en hun kinderen uit een goede of kwade inrichting en tucht voortbrengen, moesten daaromtrent gedurig onderhouden en hun daarna vriendelijk de hand geboden worden, waartoe de le- | |
[pagina 47]
| |
raars,Ga naar eindo opzienersGa naar eindo en armbezorgersGa naar eindo onder allerlei gezindhedenGa naar eindo de gunstigste gelegenheid hebben. De gewone huisbezoekingen zouden dan van dubbel voordeel zijn, mits dat ze tot allen die tot een zekere gemeente gerekend werden en niet alleen tot de ledematenGa naar eindo of communicanten,Ga naar eindo werden uitgestrekt. De ouderlingen,Ga naar eindo van wie het werk zich zeker niet alleen bepaalt bij het aanstellen van predikanten en mede-ouderlingen, of bij het acht geven op de leer en wandel van allen, zouden hierin de hand kunnen lenen en de nuttigheid van hun instelling veel verder kunnen uitstrekken: ja ik weet niet, of het oogmerk van hun roeping hen hiertoe niet verplichten zou, wijl zij zonder hetzelve alle mogelijke acht op hun schapen niet kunnen hebben. De armbezorgers hetzij diakensGa naar eindo van allerlei belijdenis, hetzij huiszittenhuisvoogdenGa naar eindo zouden daardoor hun weldadigheid verdubbelen; en niet alleen een uitgestrekter barmhartigheid oefenen, maar ook door de tijd hun armenkassen merkelijk verlichting toebrengen wanneer zij de kinderen van hun patiënten telkens onderhielden, alle geschiktheid en onderwerping inboezemden, en zorg droegen dat dezelve niet alleen te behoorlijker tijd in een of ander werk of dienst geraakten, maar ook niet weer in huis genomen of gehouden mochten worden door hun ouders, wanneer ze om beuzelachtigeGa naar eindo redenen van hun meesters of vrouwen waren weggelopen; of door dezelve om wettige oorzaken waren weggezonden. - Of er ten tweede in openbare redevoeringen onder allerlei gezindheden (want wij schrijven voor allen en het verderf heeft zich vrij algemeen verspreid), wel gedurig en opzettelijk genoeg wordt aangedrongen op de plichten die de menselijke maatschappij, die de burgerlijke samenleving van elkeen vordert, die de minderen aan de meerderen, en de meerderen aan de minderen verschuldigd zijn? Het denkbeeld dat de godsdienst alleen of genoegzaam alleen bestaat in het uitoefenen van plichten die wij het Opperwezen verschuldigd zijn, geeft bij zeer velen veel te veel aanleiding tot een verzuim, dat beide tegen de | |
[pagina 48]
| |
rede en de openbaringGa naar eindo strijdt. Gedurig te spreken van hetgeen overheden en onderdanen, ouders en kinderen, heren of vrouwen en dienstbaren aan elkander verschuldigd zijn, wordt overbodig en van sommigen misschien te laag geoordeeld; daar evenwel van het weten en betrachten van deze wederkerige plichten voor een groot gedeelte ons tijdelijk geluk, onze aardse vergenoeging en het welzijn van de burgerlijke maatschappij afhangt. Dat velen dit niet of kwalijk begrijpen, is integendeel de oorzaak van veel verwarring, bijzonder in het huiselijke, waarvan wij thans alleen handelen. Het was daarom van de uiterste noodzakelijkheid, dat velen hierin beter onderwezen zouden worden; dat de heren of meesters en vrouwen de zorg en het rechtmatig bestuur over hun dienstboden bij herhaling zou worden aanbevolen en voorgesteld, om, zoveel in hen was, voor hun geluk en wezenlijke belangen te waken en hun dienst zoveel te verlichten en te veraangenamen als zij verschuldigd zijn aan mensen, die naar hetzelfde beeld zijn geschapen, hetzelfde Opperwezen aanbidden en toebehoren, tot dezelfde verheven einden zijn geschikt:Ga naar eindo opdat zij zo met hun handelen, als zij in de staat van dienstbaarheid zijnde, zouden mogen wensen behandeld te worden. - Maar niet minder noodzakelijk was het, dat men de dienstbaren deed begrijpen, dat zij om gewichtige redenen door de Goddelijke bestellingGa naar eindo in deze staat zich bevindende ook verplicht waren zich zo te gedragen, dat zij aan God, hun meesters, en hun gewissensGa naar eindo alle voldoening gaven; dat tegen hun heren en vrouwen gedurig zich te verzetten en zich aan dezelve gelijk te stellen, niet anders kon aangemerkt worden dan een opstand tegen het hoogste Wezen, en een moedwillige veroorzaking van wanorde in zijn wijze en onverbeterlijke schikkingen. - Daar integendeel een geschikte onderwerping, een vlijtige dienstbaarheid, een trouwe behartiging van aanbevolen werk en goed, een dienst niet slechts om beloning maar uit liefde, de Schepper ten hoogste aangenaam is en met zijn zegeningen staat bekroond te worden. Opdat niemand in het denk- | |
[pagina 49]
| |
beeld valt of volhardt, dat de mens, naarmate hij godsdienstig is, zich zou mogen onttrekken aan de bevelen en oppassingGa naar eindo van anderen, vooral van ongodsdienstige, en harde meesters en meesteressen. Geheel anders onderricht ons Gods woord, geheel anders gedroeg zich de EusebiaGa naar eindo van Ag. Deken:
De brave Eusebia - ten dienstb're staat geboren,
besloot die kring, waartoe God zelf haar had verkoren,
hoe laag in veler oog hij is of schijnen mag,
recht groot te maken door haar loffelijk gedrag.
'k Ben hier (dus dacht ze) alleen geplaatst om vroom te leven,
ik moet mijn kring, mijn kring moet mij geen luister geven.
Zij deed het werk, 't welk haar Gods hand had opgeleid,
als in het licht geplaatst der tegenwoordigheid
van 't onbegrijpelijk en alvervullend Wezen.
Zij heiligde alles, door in alles God te vrezen,
en 't minste huislijk werk, door hare hand verricht
veranderde in een daad van godsdienst en van plicht.
De lezer neme niet kwalijk, dat wij deze veelbetekenende regels nog eens uitschrijven; het ganse vers waaruit zij genomen zijn, verdient gelezen te worden, wijl het naar het leven geschetst is en het model vertoont van een mens, allervoortreffelijkst in haar rang, hoedanig elkeen die wel denkt, in zijn dienst begeren zou; ten bewijze dat de ware godsdienst de mens allergeschiktst maakt voor zijn rang en orde; schoon dweperijGa naar eindo en geveinsdheid ook wel eens aanleiding gegeven hebben, om het tegendeel te vermoeden. Behalve deze beide middelen, die ter voorkoming van algemenere uitbreiding van het verval zonder enige kosten, zonder enig gevaar zouden kunnen en, onzes bedunkens,Ga naar eindo zouden behoren in het werk gesteld te worden, al dorst men zich al de gewenste uitslag daarvan in dit opzicht niet beloven, is er nog een | |
[pagina 50]
| |
eenvoudige raad, tot de opvolging waarvan allen die enig volk in hun dienst hebben, overlang zich moesten hebben verbonden, en wij twijfelen niet, of zij zouden er al enige gewenste uitwerkselen van hebben gezien. Deze bestaat hierin, dat men nooit aan meiden of knechts een getuigenis geve, dan naar waarheid, dat is te zeggen, waarin niet alleen hun goede hoedanigheden en bekwaamheden getrouwelijk worden gemeld; maar ook hun gebreken en feiten die hen meer of min ongeschikt maken tot de dienst, indien ze plaatsgrijpen en men om dezelve genoodzaakt is geworden hen te laten gaan, worden opgegeven. Een belachelijke schroom of verkeerd medelijden doet velen, vooral onder de vrouwen, hier juist het tegendeel betrachten, waardoor men zijn gewissen en de waarheid geweld aandoende, zijn onschuldige evenmensGa naar eindo moedwillig misleidt, aan kwade dienst en slechte behandeling waagt; en terwijl men dit alles onderneemt om een dienstbode te verschonen,Ga naar eindo deze zelfs in het kwade stijft en verhardt, waar zij enige tijd moetende sukkelen en armoede lijden, dit mogelijk tot hun verbetering zou dienen en aanzetten om zich te schikken tot een goed gedrag in een andere dienst, wanneer zij verzekerd waren dat zij anders nimmer op een gunstige getuigenis, en zonder dit nimmer op een goede huurGa naar eindo konden hopen. Maar wij willen onze lezers niet langer over dit onderwerp onderhouden. Het laatste waarvan wij gemeld hebben, vindt men uitvoerig behandeld in het achterste gedeelte van de Noodzaakelijkheid van de godsdienst in huisgezinnen enz. een werkje dat wij melden, niet omdat het bij de uitgever van deze bladen gedrukt is, maar omdat wij het aangenaam en voor velen nuttig gevonden hebben. E. |
|