Een verdeelde Verlichting. Stemmen uit de spectators
(2001)–Dorothée Sturkenboom– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
Hogergeplaatsten en ondergeschikten | |
[pagina 33]
| |
Missive van het doorluchtig genootschap der edelenDe Nederlandsche Criticus (no. 72-1750)
Wij hadden onze lezers gaarne het gehele vertoog van D.Ga naar eindo meegedeeld, doch wij vinden het noodzakelijk tenminste eenderde gedeelte achterwege te laten. De portretten zijn zo sterk geschilderd en gelijken al te natuurlijk naar voorwerpen die wij dagelijks onder het oog hebben. Wij vrezen indien dezelve geplaatst werden, dat het gemeenGa naar eindo ons bezwaarlijkGa naar eindo zou geloven, al gaven wij de sterkste verzekeringen dat het een vertoog was ons uit een naburige provincie toegezonden. En omdat wij niet voornemens zijn om met onze kennis iemand te beledigen of ten toon te stellen, zo passeren wij het fraaiste van dat vertoog stilzwijgend. Het is ons oogmerk
om d'ondeugd maar alleen te schilderen naar 't leven,
en door die verf de deugd een heldere glans te geven.
Wij zijn van gedachte om, eer wij met het vervolg van no. 71 verder gaan, het advies van de auteur deswegeGa naar eindo af te wachten; en om onze buitenlandse correspondenten genoegen te geven, zo zullen wij hier ter plaatse invoegen een stukje dat ons uit den H....g.Ga naar eindo toegezonden is. Ofschoon het de algemene smaak van onze landslieden niet in alles zo wel zal voldoen als de hedendaagse Diogenes,Ga naar eindo zo zullen er vele van onze lezers hun portretten in kunnen vinden, indien zij met enige nauwkeurigheid op hun daden en dwaze verbeeldingen willen acht geven.
‘Mijne Heren, Men heeft al voor enige tijd in de Spectators, Snappers, of | |
[pagina 34]
| |
Guardiaans,Ga naar eindo het ridicule van verscheidene genootschappen afgebeeld. Maar dat zijn bij mij,Ga naar eindo lage en armhartige gezelschappen, in vergelijking van de sociëteit waarvan ik de eer heb een medelid te zijn. Het is een Sociëteit van Edelen die wij sedert enige tijd opgericht hebben en gevestigd op zulke vaste en duurzame gronden, dat de allesverslindende tijd haar tanden eerder zal stomp knagen, eer onze sociëteit verbroken zal kunnen worden. Onze wetten en instellingen behoeven die van LycurgusGa naar eindo of PlatoGa naar eindo in verstand noch nuttigheid geenszins te wijken. Alle leden ons doorluchtig lichaamGa naar eindo uitmakende, zijn zo edel als men zich ooit kan verbeelden. Denk niet dat ik railleer,Ga naar eindo of grootse gasconnadesGa naar eindo opsnijd.Ga naar eindo Geenszins, wij zijn geen lieden van de degen, geen staatkundigen, geen rechtsgeleerden, wij zijn edelen! Edel van geboorte, edel van inborst en gevoelens, edel in onze bedrijven, wij leggen nergens anders op toe dan om onze Adel in zijn gehele uitgestrektheid te genieten. Daartoe wordt bij ons geen moeite gespaard, en geen middelen onbezochtGa naar eindo gelaten. Want wat is verstand, kloekmoedigheid, edelmoedigheid, geleerdheid, of wat al dergelijke blinkende bagatellesGa naar eindo meer, die bij het gemeen die zich verbeelden gezond te redeneren, voor heldendeugden geacht worden? Heeft een eerlijk man of een ouderwets burger wiens naam men voor dertig jaarGa naar eindo niet eens kende, heeft die, zeg ik, al deze hoedanigheden niet met ons gemeen? Dat zijn maar geringe hoedanigheden die de ellendigsteGa naar eindo schepselen deelachtig kunnen worden, als zij maar deugd en standvastigheid genoeg bezitten. Maar de echte en ware adeldom kan door geen pogingen verkregen worden. Het is een gave van de geboorte, en die eens het geluk hebben om als lieden van rang geboren te worden, die zijn gevolglijk versierd met zulke distinctieveGa naar eindo hoedanigheden, waar alle deugden en bekwaamheden voor moeten zwichten. Een van onze doorluchtige medeleden, heeft dat gevoelen bevestigd gevonden door een vers van Horatius.Ga naar eindo Hij heeft zich in zijn jonge tijd een weinig teveel aan de | |
[pagina 35]
| |
studie verslaafd, maar nu stelt hij glorie die alleGa naar eindo te vergeten, uitgezonderd alleen deze spreuk die een weergaloze indruk op zijn gemoed gemaakt heeft: nobilitas sola est atque unica virtus. Dat is volgens zijn verklaring, de adel is de voornaamste en edelste deugd.Ga naar eindo Wij hadden alreeds besloten om ons op te schikkenGa naar eindo als die vermaarde helden van de oudste en voortreffelijkste adel, om ons van die bastaardadel te onderscheiden, maar een van onze leden heeft daartegen ingebracht dat men ons zou kunnen aanzien voor beelden die uit deze of gene oude tapijten gedeserteerd waren en dat men ons zou noemen Don QuichotGa naar eindo uit de Gobelins van Parijs. Wij hebben daar echter een verstandig temperamentGa naar eindo op gevonden dat, zo het geen anderen, tenminste ons allen in de hoogste graad behaagt. Wij zullen onze kleren om bovengemelde redenen naar de hedendaagse trant schikken en ons van het gemeen onderscheiden door deze of gene bijzondere kentekens van de oudheid,Ga naar eindo als een fraaie diamantring van welke de stenen onder het goud als begraven liggen, of een paar gouden gespen naar het model van de oude Noormannen, of door een almachtig lange degen op zijn Gotisch versierd, een vierde door een wandelstok van een affreuzeGa naar eindo lengte door de ScythenGa naar eindo veeltijds in hun reizen gebruikt werd. Op deze wijze zullen wij niet ongelijk zijn aan die aloude adellijke kastelen die men, om ze niet geheel tot puinhopen te doen vervallen, een weinig opsiert, die alschoonGa naar eindo zij herbouwd worden naar de hedendaagse trant, echter nog deze of gene eerwaardige overblijfsels van de oudheid behouden. Wij hebben ons daarom in een lichaam bij elkander gevoegd om de besmettelijke dampen van de burgerlijke lucht te vermijden, evenals men zich in pesttijden afzondert. Om onderling met woeker aan malkander te geven de nederigste bewijzen van de volmaaktste eerbied, die de menigte ons zo onbeschaamd durft weigeren. Hoewel zij ook daarbenevens te enenmale onkundig zijn, van het respect dat men onze geboorte verschul- | |
[pagina 36]
| |
Afbeelding 4 Politieke spotprent op de hoogmoed van de aristocraat.
| |
[pagina 37]
| |
digd is. Het heeft nog dat voorrechtGa naar eindo voor ons dat wij, elkander eer bewijzende, kunnen zeggen dat wij geen onverdiende lof en geen offeranden van ongewijde handen ontvangen. Het is de zon niet mogelijk zich achter een dunne wolk te verbergen, zijn helder schitterende lichtstralen ontdekkenGa naar eindo zichzelf, even zo onmogelijk is het dat wij door een burgerlijke schaduw geëllipseerdGa naar eindo zouden worden. Zal een verachte menigte kooplieden ons door brillante equipagesGa naar eindo braveren,Ga naar eindo of een vers gekipteGa naar eindo Venetiaanse noble van twee dagen ons verachten, kan de Orde van de Kousenband of het Kruis van LouisGa naar eindo tegen ons in de weegschaal komen, is een markies of pairGa naar eindo bij ons te gelijken, kunnen die in adel bij een edele van de Saksische, Deense, of Noorse koningen halen? Eenieder die maar enige droppels adellijk bloed in zijn aders voelt omlopen, kan gemakkelijk begrijpen dat dat alleen genoeg is om van spijtGa naar eindo te barsten. Maar wij hebben gelukkig het geheim gevonden om ons voor zulke droevige uiteinden te bewaren. Wij wenden al onze moeite aan om ons schadeloos te stellen van de affronten,Ga naar eindo die wij door de domme menigte in het gewoel van de grote wereld kunnen ontvangen. Wij hebben het ceremonieel dusdanig gereguleerd, dat de nauwkeurigste plenipotentiarisGa naar eindo op een congres daarover niet zou vitten. De tafel waaraan wij onze edele conferenties houden is een volmaakte cirkel; de vergaderzaal die op de wijze van een koepel gebouwd is, heeft 32 deuren, verbeeldende de adellijke kwartieren in een wapenschild. Zo het gebeurt dat er twee leden tegelijk aankomen en de naastbijgelegen deur mede bezet is, zo is de laatst aankomende verplicht om zich op te houden, zijn pruik in orde te schikken of zijn manchetten te reformeren; de voorste houdt zich maar alsof hij niets merkte, en de volgende laat niet merken dat hij opgehouden wordt. Dus neemt eenieder zonder omslag zijn plaats om alle disputenGa naar eindo te voorkomen. Wij denken daarom niet dat wij allen even edel zijn, geenszins, het staat niemand vrij daarover te redetwisten want zo wij dat toelieten zo zou onze vergaderplaats in een bloe- | |
[pagina 38]
| |
dig slagveld veranderen. Het is ons niet geoorloofd iemand boven ons te zien dan met verlies van het leven, maar elk van onze leden heeft de vrijheid om zo voordelig van zijn adellijke stand te denken als het hem lust en gelieft. Alleen geloven wij maar tot nut van onze sociëteit allen van een gelijke adel te zijn, om door dat middel de eendracht te bewaren en tenminste alle weken eens onze adeldom in zijn grootste luister te genieten. Wij vergaderen viermaal in acht dagen, en dat is zeker niet te veel. Kunnen wij wel te dikwijls bijeenkomen? Want daarin bestaat eigenlijk ons edel leven. Daarin menen wij op een waardige manier onze loffelijke voorouders te evenaren. Wij zouden het overige van de tijd kwijnende doorbrengen, zo wij niet in de tussentijd stof tot onze nutteGa naar eindo bijeenkomsten bijeen vergaderden; ik heb u reeds gezegd dat wij allen een edele onwetendheid boven een lastige en moeilijke geleerdheid prefereren. Maar dit moet onder enige bepaling begrepen worden. Wij zijn maar alleen onkundig van datgene dat het gemeen meest waardig acht geweten te moeten worden: de filosofie, de zedenkunde, staatkunde, het Jus Nature,Ga naar eindo en wat dergelijke pédantesqueGa naar eindo nasleep van geleerde wetenschappen meer zijn. Maar wij! wij zijn monstersGa naar eindo van geleerdheid in die wetenschappen die voor een burgerlijke ziel met een eeuwige duisternis overdekt zijn. Niemand is zo grondig onderricht van de oude vaderlandse historie, waar een oud adellijk slot gestaan heeft, in welke tijd men zijn eigen rechter mocht zijn om een boer het doodslaan van een haas te beletten, al zag hij een gehele armeeGa naar eindo van die dieren zijn gehele moestuin afweiden.Ga naar eindo De genealogie, de wapenkunde, het point d'honneurGa naar eindo in zijn gehele uitgestrektheid: dat zijn wetenschappen, onze loffelijke pogingen dubbel waardig, en waartoe een keurigGa naar eindo oordeel en een doordringend verstand vereist wordt. Alhoewel ik gezegd heb dat wij van ons beroep edelen zijn, zo moet men zich echter niet verbeelden dat niemand van ons geen ander particulier beroep gehad heeft. Daar zijn er onder ons verscheidene die in hun eerste jeugd de wapenen gedragen heb- | |
[pagina 39]
| |
ben, en die zelf gedistingeerde posten in het militaire bekleed hebben. Maar nadat hun verstand wat rijper geworden is, hebben zij een bedieningGa naar eindo die voor lieden van rang zo ondankbaar is, verlaten: het is allenig de verdienste die hun fortuin maakt. En in waarheid, daar is geen professie alwaar men minder acht geeft op het recht dat onafscheidelijk aan onze geboorte verknochtGa naar eindo is. Een soldaat van fortuinGa naar eindo gebiedt over een edelman van de eerste rang, en een krijgsraad durft zich het recht aan te matigen om een dusdanige edelman tot het arrest te condemnerenGa naar eindo indien hij niet stiptelijk en in alles gehoorzaamt aan de orders van zijn onedele commandant. Laat ons daar nog bijvoegen dat niets ter wereld voor iemand van fatsoen zo ondraaglijk lastig valt als te zien dat een loffelijke daad, al is dezelve ternauwernood eerst voorgevallen, geprefereerd wordt boven de roemruchtige heldendaden van onze voorouders die reeds van aloude tijden door de historiën de onsterfelijkheid zijn toegewijd. Die oorzaak van zulk een rechtmatig misnoegen zal in het vervolg onze legers eenmaal van EzelsGa naar voetnoot* ontvolken. Wij hebben reeds begonnen kohierenGa naar eindo van adel te formeren, bij die gelegenheid werd de vraag op het tapijt gebracht of men Vader Adam ook in de lijst van de edelen moest rekenen. Bij meerderheid van stemmen is hij gesteld in de klasse van de boeren omdat hij zich teveel met de landbouw ophield, omdat hij geen titel had, geen degen gedragen noch een adellijk wapen kon aantonen. Al de leden van ons doorluchtig gezelschap hebben de verstandigste partij gekozen, een gemakkelijke ledigheid voor een vermoeiende arbeid schattende:Ga naar eindo hun ernstigste bezigheden zijn om onophoudelijk zich te verwonderen over de roemruchtige bedrijven van hun voorouders. Hun zoetste vermakelijkheden en grootste divertissementenGa naar eindo zijn de visserij, de jacht of bij regenachtig weer een partij PiketGa naar eindo of OmberGa naar eindo te spelen, en | |
[pagina 40]
| |
een nobel glaasje te drinken. Enige van onze medebroeders hebben in de twee eerstgenoemde kunsten weergaloze progressenGa naar eindo en verwonderlijke ontdekkingen gedaan. De ridder Snoekaart bijvoorbeeld, is het eerste verstand van onze eeuw in alles wat enige relatie heeft, om allerlei soort van vissen de oorlog aan te doen. Hij weet zoveel krijgslisten en zeldzame inventiesGa naar eindo te gebruiken die aan de verleden eeuwen absoluut onbekend geweest zijn en die de toekomende geslachten ongelooflijk zullen voorkomen, zo zij tot hun kennis konden overgebracht worden. Meer als duizend malen heb ik die wijze mond geraadpleegd en het heeft mij nooit gemist.Ga naar eindo Altoos hadden wij een schone zoodGa naar eindo tenzij een noordenwind, een kleine regen of een wolkje onze vangst belette. Want niets ontsnapt zijn nauwkeurige doorzicht,Ga naar eindo hij geeft van alles bondige redenen. Hoe menigmaal heb ik die grote man geraden om de wereld zulke overdierbare geheimen, door een ontijdig afsterven niet te beroven van zulk een nutte en noodzakelijke schat maar de toekomende adel daarvan door de drukGa naar eindo te onderrichten. Wij hadden die resolutieGa naar eindo vastgesteld en reeds een superbeGa naar eindo titel volgens de hedendaagse trantGa naar eindo beraamd, maar tot groot ongeluk van het nageslacht zo had geen van ons beiden de schrijfkunst geleerd (die ook eigenlijk maar alleen voor kooplieden, procureurs en notarissen en zulk soort van volk uitgevonden is). Hij heeft voor ieder soort van vissen bijzondere vishaken van een nieuwe inventie uitgevonden en men zou zijn overgrote behendigheid in dat stukGa naar eindo bijna voor toverij aanmerken. Dikwijls gaat hij met vrienden uit en plaatst zich te midden van hen. Terwijl de anderen zich halfblind zien en niets vangen, wordt alles voor hem overgelaten, het is alsof de vissen kennis aan hem hebben en alsof zij veel liever door zijn edele hand, dan door die van anderen gevangen wilden worden. De Baron Hazewindt, onze eerwaarde deken,Ga naar eindo is niet minder kundig op het stuk van de jacht, bovenal van haas en patrijs, die altoos zijn favoriet wild geweest zijn; niets is nuttiger, niets aan- | |
[pagina 41]
| |
genamer, noch zielverrukkender, dan de discoursenGa naar eindo van die brave oude edelman. Ook moet iedereen bekennen dat hij een recht edel verstand bezit, hij heeft het nauwkeurigste en netsteGa naar eindo geheugen van de wereld, hij weet u uit zijn hoofd als uit een boekje op te lezen een oneindige menigte van jachtpartijen die hij bijgewoond heeft met alle omstandigheden die daarmee vergezeld waren. Als hij daarvan aan het verhalen komt, zo volgt hij u een haas van dat hij opgedaanGa naar eindo totdat hij gevangen is. Geen fraaie sprong of gezwinde raam,Ga naar eindo geen sloot, hek, heg, ja zelfs het minst aanmerkelijkste hoekje land wordt niet vergeten, geen stouteGa naar eindo loop of wakkere sprong, ja zelfs geen naam van een hond wordt er overgeslagen. In al die verscheidene schilderijen is een verwonderenswaardige variatie van voorwerpen, die één die niet ten enenmale ongevoelig is, als buiten zichzelf verrukken. Nauwelijks heeft hij al deze fraaie bijzonderheden begonnen te verhalen, of men ziet het gehele gezelschap met de diepste aandacht toeluisteren. Ik oordeel U L.Ga naar eindo genoegzaam van ons karakter onderricht te hebben, en geloof dat U L. als critici in consciëntie verplicht zijt om de wereld gevoelens van achting en eerbied voor onze sociëteit in te boezemen. Op die condities zullen wij aan uw drukker onze wetten overzenden, u daarentegen belovende in geval uw kritieke stofGa naar eindo uitgeput is, dat wij u dan het onderwerp van al onze conferenties zullen toezenden dat een onuitputtelijke bron van fraaie en nuttige stoffen voor U L. zal uitleveren. Ik blijf Uw vriend, de weledele, hoog aanzienlijke, ontzaglijke, geduchte J.D.T. Secretaris van het doorluchtig Genootschap der Edelen.’
Wij verzekeren u op het woord van critici, dat ons het bovengemelde vertoog aldus is toegezonden; wij hebben er niets aan veranderd. Vaarwel lezer. | |
[pagina 42]
| |
Deze Nederlandse Criticus wordt gedrukt te Leeuwarden bij Abraham Ferwerda, en is te bekomen te Zutphen bij Van Hoorn, Harderwijk Brinckinck, Dordt Wittich, Haarlem Bosch, Delft Voorstad, Leiden Hasebroek en Van der Eyk, Den Haag Bouquet, Rotterdam Beman en Van der Laan, Amsterdam Ottens en Esveld, Utrecht Besseling en Lobedanius, Harlingen Van der Plaats, Franeker Udink, Groningen H. Spandaw en Groenewold, Zwolle Rojaarts.
Te Leeuwarden, Gedrukt bij Abraham Ferwerda. |
|