Een verdeelde Verlichting. Stemmen uit de spectators
(2001)–Dorothée Sturkenboom– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
Huiselijk krakeelDe Verreezene Hollandsche Socrates (no. 9 - de 27e februari 1741)
Si maritus vincatur et uxor dominetur, pax perversa est;
Sin uxor marito dominanti subsequatur, pax recta est.
AugustinusGa naar eindo
Mijnheer, Voor enige weken, mij tot Amsterdam bevindende, begaf ik mij naar de beurs om die algemene vergaderplaats van allerlei koophandeldrijvende natiën met opmerking eens op te nemen. Terwijl ik met verbaasdheid stond te starogen op een chaos van kooplieden, makelaars, bankiers, assuradeurs,Ga naar eindo schippers enz. die allen door malkander griemelden als bijen in hun korf, zo voelde ik mij onverwacht op de schouder tikken. Ik zag aanstonds om met een moeilijkeGa naar eindo nieuwsgierigheid, alzo ik die gemeenzaamheid aldaar van niemand als van de een of andere onbeschaamde smousGa naar eindo afwachtte. Maar hoe groot was mijn verwondering, bij het ontmoeten van een vriend waarmee ik voorheen, als hij zich in mijn geboorteplaats onthield,Ga naar eindo een nauwe vriendschap had onderhouden; en van wie ik sinds dat hij, als handeldrijvende, voor enige jaren naar Engeland was vertrokken, geen de minste tijding had gekregen. Het is mij lief, Heertje, zei hij, van je alhier aan te treffen. Ik verzoek je, uit aanmerking van onze oude vriendschap, dat je mij de gunst bewijst om deze middag op de portie bij mij te komen.Ga naar eindo Je zult mij en mijn liefste daardoor ten hoogste verplichten. Nadat ik mijn reciproque compliment had afgelegdGa naar eindo en voorts over zijn wedervaren, terugreis en tegenwoordig verblijf ondervraagd, waarop hij mij omstandiglijk berichtte, vroeg ik hem met wie hij zich in de huwelijkse staat had begeven? Wat haar persoon | |
[pagina 18]
| |
betreft, was zijn antwoord, na mij haar naam genoemd te hebben, het is een mens daar ik altoos van jongs af de allertederste liefde en genegenheid voor heb gehad, en die, behalve haar schoonheid en grote middelen,Ga naar eindo met vele weergaloze deugden begaafd is. Het is nu ruim drie maanden geleden dat wij tezamen zijn gepaard, en ik moet je zeggen dat, gedurende die tijd, haar gedrag mij meer en meer in liefde tot haar heeft verbonden. Het is wel waar dat zij wat heerszuchtig is, vervolgde hij, waardoor zij baas in haar huis wil wezen en ook, naar mijn gevoelen,Ga naar eindo wat al te net en zinnelijkGa naar eindo is. Doch dat zijn lichte gebreken, die de vrouwelijke sekse bijna algemeen eigen zijn. Trouwens, wie is ooit volmaakt? vroeg mijn vriend al lachende. Ik voor mij verkies liever wat van mijn gezag over te laten aan een vrouw die, om haar verstand, beminnelijkheid en grote middelen zulks waardig is en verdient, als door onderlinge huiskrakelenGa naar eindo met ongenoegen mijn dagen te verslijten. Uit deze redenering besloot ik met geen geringe waarschijnlijkheid, dat hij maar al te veel door de liefdesstrikken van zijn schone eega geboeid en vastgestrengeld was, en dat haar betoverende lonkenGa naar eindo misschien de oorzaak waren dat hij zijn gezag, hetgeen hem als man en heer over zijn vrouw toekwam, aan haar had overgelaten om in de plaats van zelf te heersen door zijn vrouw geregeerd te worden. Ik werd nog meer in mijn gevoelen gesterkt dewijlGa naar eindo mijn vriend, een persoon van verstand zijnde, anderszins wel zou nagelaten hebben mij zulk een voordelige beschrijving van zijn beminde mee te delen. De nieuwsgierigheid drong mij derhalve aan zijn aanbieding te omhelzen, om te zien hoedanig het te zijnentGa naar eindo geschapen stond. Zodra ik aldaar was beland, leidde hij mij in het salet,Ga naar eindo en liet zijn vrouwtje aankondigen dat hij een vriend had meegebracht om het middagmaal met hem te houden. Het scheen dat mijn bezoek niet al te aangenaam was, dewijl mejuffer, door de gang passerende, zich vrij wat te onzacht tegen de meid de volgende woorden liet ontglippen die haar man en mij in verlegenheid brachten: Het is om hels en dol te worden, dat mijn man de imper- | |
[pagina 19]
| |
tinentie heeft, van allerhande slag van volk in mijn huis te brengen. Hij heeft mij nu zo dikwijls met zulke bezoeken gebruid,Ga naar eindo doch ik verzeker hem dat, zo hij niet wil aflatenGa naar eindo met zoveel meesterschapGa naar eindo te gebruiken, dat ik het huis uit zal bruienGa naar eindo en hem alleen met zijn gasten zal laten omspringen. Ik hield mij, ten respecte vanGa naar eindo de man, om hem in geen meerder confusieGa naar eindo te brengen, alsof ik niet het minste woord had verstaan en mij naar mejuffer, die de kamer in trad, heen wendende maakte ik aan haar een beleefd compliment hetgeen zij dadelijk beantwoordde, doch zo koel en gedwongen, dat ik lichtelijk kon bemerken hoe mijn penning gangbaar was.Ga naar eindo Ik werd in mijn mening nader bevestigd, als zij, met een gemaakte grimlach,Ga naar eindo haar man toeduwde: Hartjelief, het is mij altijd aangenaam dat je een vriend meebrengt. Maar in het vervolg, zo verzoek ik, dat je zulk bezoek gelieft na te laten in een tijd dat ik met de was op te doen en andere huiselijke beslommeringen bezig ben, dan weet je immers wel dat men geen mensen kan ontvangen. Je zou me tenminste bij die occasieGa naar eindo van tevoren eens hebben laten waarschuwen om mij daarnaar te kunnen reguleren.Ga naar eindo Welk heuselijkGa naar eindo verzoek mijn vriend, met generale termen beantwoordde: dat zijn engellief wel verzekerd kon zijn, dat ik met haar sobere dis mij vergenoegd zou houden, en dat ik wel zou dulden dat om mijnentwil geen buitengewone omslag mochtGa naar eindo gemaakt worden; hetgeen door mij met een deemoedige lichaamsbuiging bevestigd werd. Wat haar persoon belangt:Ga naar eindo ik moet zeggen dat zij schoon en welgemaakt was, en dat, indien de deugd met haar schoonheid was getemperdGa naar eindo geweest, men in weinigen haar gelijke zou gevonden hebben. Het scheen, Mijnheer, alsof op die dag, mijn natuur gans veranderd was: want daar ik meestendeels van een hypochondrische complexieGa naar eindo vergezeld ben, bevond ik mij nu onverwacht daarvan ontslagen en, integendeel, mijn gemoed overhellen tot de vrolijkheid. Ik besloot derhalve mij van die vrolijke luim te bedienen en door kortswijlige boerterijenGa naar eindo het gemoed van die | |
[pagina 20]
| |
juffer te doorgronden, om te zien hoever haar meesterschap zich uitstrekte, waartoe ik welhaast gelegenheid vond: terwijl wij over tafel zaten viel ons gesprek op de vrouwelijke sekse. Bij die gelegenheid begon ik vrij hoog te roemen het geluk van de Nederlandse vrouwtjes, die, door de goedaardigheid van hun mannen, een allergewenste vrijheid genieten en zoveel macht door een al te strenge gezagsoefening gebruiken, dat de mannelijke achtbaarheid door dezelve wordt ontluisterd; daar integendeel in andere landen, de vrouwen zo kort gehouden worden door een volstrekte heerschappij die de mannen zich over hen aanmatigen, dat zij veeleer hun slavinnen en lijfeigenen dan wettige huisvrouwen zijn. Geen buskruit ontstak zo haastig in vlam, als de gramschap van dat zoete huisvrouwtje, hetgeen, door mijn woorden gevoelig geraakt, met een toornig gelaat de volgende belijdenis deed: Ik geloof, Monsieur, dat je meer van dat slag van volk zijt, dat men vrouwenhaters noemt, die al hun genoegen vinden in hun vrouwen verdriet aan te doen en hen als honden te trakteren. Doch de Hemel zij gedankt! dat de vrouwen van ons vaderland zulk een heldinnengemoed bezitten, dat zij zich niet, gelijk als in andere landen, door zulke geweldenarijen laten overheersen maar hun recht bewaren, hetgeen hen al zo wel als het manvolk toekomt. Wat jou betreft, Monsieur, voer zij voort, jij zou graag een volstrekte heerschappij over je vrouw willen oefenen, waarom ik ook de arme sloof beklaag die jou te beurt zal vallen; en wat mij belangt, ik verzeker je dat als ik een man had die van jouw geaardheid was, dat hij al vrij veel moeite zou hebben, eer ik naar zijn pijpen zou willen springen. Het is mij ten hoogste leed, Mejuffer, antwoordde ik, dat gij mijn redenenGa naar eindo zo kwalijk duidt. Ik heb geenszins in het oog gehad het vrouwelijk geslacht te benadelen, of het recht te betwisten dat de natuur aan hetzelve verleend heeft. Het zijn alleen | |
[pagina 21]
| |
Afbeelding 2 Afschrikwekkend voorbeeld: de vrouw heerst over de man.
| |
[pagina 22]
| |
dezulkenGa naar eindo die ik bedoel, die een onbepaalde heerschappij en meesterachtig gezag over hun mannen zoeken te voeren. Twijfel niet, Madame, vervolgde ik, dat zo ik mij te eniger tijd in de huwelijkse staat begeef, mijn vrouw nooit zal behoeven te klagen dat ik haar in dit opzicht te hard en lastig zal vallen; dewijl ik al te wel weet, dat een goedaardig en bescheiden man verplicht is om zijn huisvrouw met liefde en achting te bejegenen, en aan haar de zorg en het bestuur van de huiselijke zaken moet overlaten. En weest verzekerd, vervolgde ik, dat indien mij een van uw aard te beurt viel, die de palen van bescheidenheid zou willen te buiten gaan met over mij te heersen, ik wel middelen zou weten werkstellig te maken die haar onbezonnen drift zouden beteugelen, om mijn recht te bewaren dat mij, als man en heer, volstrekt toe zou komen. Ik had nauwelijks mijn gesprek geëindigd, of de juffer stoof van haar stoel op, en mij met een verwoed gelaat aanziende, snauwde zij mij zeer bits toe: wat let mij, Kerel, dat ik je beestachtigheid niet beloon met je dit bord voor de kop te smijten, om je die kwaadsprekende bek te snoeren? Jij bent zeker een lief peuzeltjeGa naar eindo dat mijn man zijn vriendschap waardig acht! Is dat het respect dat je aan jouw vriend betoont, met hem in zijn eigen huis te honen op zo een onordentelijke wijze, die mij genoeg doet kennen dat je meer met canaille dan met mensen van fatsoen verkeert? Is dat tot dankbaarheid voor dat je jouw hongerige madenzak met mijn lekkere spijzen hebt gevuld? Moet je nu nog mijn man gaan opruien, om een zwakke vrouw te mishandelen? Ik verzoek, Vent, dat je maar aanstonds mijn deur uitbruit, als je anders geen voeten wilt gemaakt worden.Ga naar eindo En jij, Jonker! zei zij, zich naar haar man toekerend, zo jij ooit wederom zulk een onbeleefde schoft in mijn huis brengt, zal ik een eervergetenGa naar eindo beest zijn, als ik immermeerGa naar eindo mijn voeten bij jou zal ondersteken.Ga naar eindo Ik laat het aan uw eigen bedenking over, Mijnheer, te oordelen hoe onsmakelijk mij dit compliment geviel; ik beken dat zo een canailleuse behandeling mij moeilijk maakte.Ga naar eindo Uit aanmerking dan hoe een onbescheidenGa naar eindo | |
[pagina 23]
| |
vrouw meer mijn verachting dan gramschap waardig was, vergenoegde ik mij met te zeggen: dat ik mijn waarde vriend beklaagde, die met zulk een ongemakkelijk reistuig overweg moest gaan. De goede man werd onderwijl rood van schaamte, en zocht op allerhande wijze zijn engelinnetje te doen bedaren. Doch alles scheen vergeefs: en het was
Ut fabula qua surdo narrabatur,Ga naar eindo
Vent, riep zij, hou je snater!
Weg vrouwenplaag en huisverdriet!
Ik ben doof, en acht jouw praatjes niet.
Totdat zij, na een oneindig getal van scheldwoorden uitgebraakt te hebben, de kamer verliet en al huilende zich naar een ander vertrek begaf, met beklag dat haar man zowel als ik haar, onnozeleGa naar eindo duif, onmenselijk verdrukte en behandelde. De goede man, die in de uiterste confusie van de wereld was geraakt, verzocht met de tederste uitdrukkingenGa naar eindo vergiffenis van de hoon mij aangedaan, en dat een vriendschap als de onze, door zulke onbetamelijkheden niet mocht worden afgebroken. Het jammerde mijGa naar eindo waarlijk van de man, dat hij zo ongelukkig gehuwelijkt was, en de achting die ik hem toedroeg, verplichtte mij hem edelmoedig toe te voegen: dat ik hem nooit hierom minder zou achten, of zo oneerloos zijn, van hem dit geval te verwijten, noch hem ten doel stellen aanGa naar eindo de bespotting van de kwaadaardige tongen; en dat zulks onze vriendschap met nog sterker banden als voorheen zou vestigen. Door het verlopen van dat diepGa naar eindo waren de bakens geen kleintje verzet: want hij die voorheen door haar gedrag meer en meer in liefde was verbonden, bevond zich thans door hetzelve tot een hevige spijt losgelaten; dermate dat hij (als een zekere Duitser, die zich over een boos wijf beklaagde en daar aan Secundum Germanicum geen luttel lendenzalf, hoewel vruchtloos, versmeerd had)Ga naar eindo was genoodzaakt, na een diepe verzuchting, zich alsdus te doen horen: | |
[pagina 24]
| |
Ach! hat ich sie auf dem Todes-Bahr
Ich schonk sie dem Teufel zum neuen Jahr
o Himmel hilf mir! o Himmel hilf mir!
Denn ich lebe im Trübsal und ohne Pläsier.Ga naar eindo
Ik kon echter niet nalaten hem voor te houden, dat het tegen de mannelijke achtbaarheid streed zich door een vrouw te laten ringeloren; dat hij verplicht was zijn gezag te doen gelden en de driften van een vrouw die hem het meesterschap in zijn eigen huis betwistte, moest beteugelen, met zulke middelen die een verstandig man kan bedenken in staat te zijn tot dit oogmerk te bereiken. Mijn vriend bedankte mij voor die raad, en het is met zijn toestemming dat ik u dit vertoogGa naar eindo doe toekomen, om aan die kwaadaardige vrouw te doen zien mijn hoonvergevende goedaardigheid en die geen geringe wanstaltigheid, die de schoonheid van het vrouwbeeld mismaakt en ontluistert, voor het gemeenGa naar eindo aan de dag te brengen. Ik ben, etc. Mentor ColendusGa naar eindo Leiden, de... 1741. |
|