Oelie is lenig en kan van alles. Ze staat op haar hoofd en wandelt weg op haar handen. Paul probeert het ook. Lachend valt hij om en Oelie schatert het uit.
Hans ziet vuurrood van inspanning. Als ze zo moeten lachen, gaat het helemaal niet meer. Languit liggen ze in het gras.
Moeder komt aan met een blad in haar handen. Drie glazen frambozenlimonade staan er op en voor ieder een gebakje. Ze dansen om moeder heen. Wat een feest!
Oelie vindt het heerlijk en als ze alles op heeft, likt ze haar tien bruine vingertjes af. Dat doen alle Afrikaanse kindertjes.
‘Mm, mm’, zegt ze.
‘Paul, Hans en Oelie, komen jullie’, roept mijnheer Markus. Met Oelie in het midden gaan de jongens naar binnen.
‘Luister eens jongens. Je weet, dat ik vandaag gekomen ben om afscheid van grootvader en jullie te nemen. Morgen gaan Oelie en ik aan boord van de grote oceaanstomer “Melatti”. Ik breng Oelie weer terug naar Afrika, daar wordt ze weer een flink en sterk meisje. En mij lokt het weer aan om een tijdje te reizen, eens iets anders te zien en te beleven. Djum blijft achter in het circus. Oelie vindt dit wel erg naar, omdat ze zoveel van haar olifantje houdt. Maar ook verlangt ze naar haar ouders, broertjes en zusjes en naar de vele dieren met wie ze jarenlang heft omgegaan en Djum is in goede handen. Nu een kleine verrassing. Grootvader heeft besloten, nu het toch Pinkstervacantie is, dat hij met jullie samen ons naar de boot brengt. Oelie vindt het vast erg prettig.’
Twee van opwinding roodgekleurde jongensgezichten kijken mijnheer Markus aan. In het kort vertelt hij Oelie alles.
Ze is wat in haar schik, dat Paul en Hans meegaan naar de boot. Alle drie zijn ze even blij.
‘Dat zal een fijne dag worden’ vindt Paul.
‘Oelie en ik gaan weg. Ze moet goed uitgerust zijn, voor we de reis aanvangen. En ik moet nog heel veel zaken in orde brengen’, zegt mijnheer Markus.
Hij dankt Paul's moeder voor haar gastvrijheid.
Als mijnheer Markus en Oelie weg zijn, haalt grootvader een heel dik boek te voorschijn met platen van de grootste boten van de wereld.
Nu kunnen Paul en Hans zich een voorstelling maken, hoe zo'n zeekasteel er uit ziet.