P.C. Hooft en de ongeziene, eerste 'fontein' van Amsterdam
(2017)–G.P. van der Stroom– Auteursrechtelijk beschermd8. Het eiland in de Amstel rond 1600De vogelvluchtplattegrond van Pieter Bast (± 1570-1605) verscheen in 1597 (Burger 1918; Hofman 1978: 27-28; Keyes 1981: 6-9; Bakker/Schmitz 2007: 101-103; Hameleers 2013: I, cat. 9; 2015: 20, 250), meer dan vijftig jaar ná die van zijn voorganger Cornelis Anthonisz. In Amsterdam was er in die tijd uiteraard veel veranderd en ook in de zuidoostelijke hoek van de stad is er toen het nodige gebouwd. De Stadstimmertuin (nr. 37 op de kaart, zie afb. F) is verplaatst van de Grimburgwal naar het bolwerk het ‘Rondeel’ aan de Amstel en aan de zuidelijke oever van de Grimburgwal zijn huizen en pakhuizen of spijkers ver- | |
[pagina 30]
| |
Afb. F. Uitsnede uit de kaart van Pieter Bast 1597. Deze afbeelding is niet van een originele kaart van Bast, maar is hier overgenomen van de facsimile van het Genootschap Amstelodamum ‘naar de uitgave van 1597 in heliogravure gedrukt’ (Burger 21925). De kwaliteit van zo'n fotomechanische herdruk is zo hoog dat ‘the age and appearance of the paper will provide an easier method than the etched lines themselves for distinguishing a nineteenth-century photogravure reproduction of an etching from, say, a seventeenth-century original’ (Gascoigne 2004, Nr. 37). De facsimile van het Genootschap uit het eerste kwart van de vorige eeuw voldoet dus voor het bepalen van de topografie en het uiterlijk van gebouwen in Amsterdam van drie eeuwen eerder.
rezen. Een aantal van die pakhuizen werd voor het klooster gebouwd en ‘op het voormalige terrein der “Scafferij” bouwden particulieren enkele pakhuizen en een brouwerij, die met de voorzijde aan het water grensden’ (Meischke 1955, kol. 4). Dit is het grote complex ten oosten van de voormalige ‘thuyn vande Pater vande nieuwe nonnen’ in het westen, zoals in de hierboven in § 5 geciteerde overdrachtsakte (de ‘kwijtschelding’) van Luz vermeld staat en die op afb. D uit 1544 als middenperceel op het ‘eiland’ getekend is. Naast een pakhuis haaks op de Grimburgwal tussen de absis van de kerk en het water, een pakhuis dat nog op het perceel van de vroegere tuin van de pater staat, zien we op de kaart van Bast van dat complex (zie afb. G) vier gebouwen rond een binnenplaats: een in de lengte langs de Grimburgwal, een aan de westzijde en een aan de zuidzijde van de binnenplaats, en ten slotte het hoge gebouw aan de oostzijde langs de Oude Nonnensloot tussen Grimburgwal en de Nieuwe Nonnensloot waarvan op de kaart nog net de uitmonding in de Oude Nonnensloot is te zien. Dit alles zijn ‘huys erve ende brouwerye’ van | |
[pagina 31]
| |
Afb. G. Detail Pieter Bast 1597 (uit Burger 1925)
de familie Bicker die Luz aankocht drie jaar na het eerste verschijnen van de kaart. Nu weten we niet alleen welke panden Luz in 1600 verwierf, maar ook waar die in de stad lagen en hebben we bovendien een beeld van hoe het er daar toen uitzag. De enige toegang tot dit gehele complex vormde het kleine bruggetje over de Grimburgwal dat eerder de toegang naar de voormalige ‘schafferij’ vormde en dus ook al op afb. D uit 1544 staat. Alle vier gebouwen rond de binnenplaats hadden dus hun ingang aan de binnenplaats. Bast werkte van 1595 tot aan zijn vroege dood in 1605 in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden als landmeter, kaart- en prentmaker. Voor zijn kaart van Amsterdam zal hij een helemaal nieuwe opmeting en vele schetsen van gevelwanden en overzichten vanaf kerktorens hebben gemaakt (Bakker/Schmitz 2007: 101a, 102b). Van de kopergravure van zijn plattegrond van Amsterdam bestaan meerdere uitgaven (Hameleers 2013: I, 44-47) - uit 1597 (facs. Burger 1916, 21925), uit 1599 (facs. Keyes 1981, plates 11-14), uit circa 1606, tussen 1606 en 1610 en tussen 1610 en 1617 (facs. Hofman 1978, nrs. 17-20) -, maar voor wat betreft Luz' onroerend goed en de directe omgeving aan de Grimburgwal verschillen die niet. De Latijnse tekst die vanaf de uitgave van 1599 op de kaart prijkte, verzekerde de koper van de kaart dat ‘niet alleen de beroemdste gebouwen [...] in hun juiste voorkomen en proporties zo nauwkeurig mogelijk [zijn] weergegeven, maar alle huizen afzonderlijk’ (zie Bakker/Schmitz 2007: 103). Slechts de lange galerij die de mannen- en vrouwenafde- | |
[pagina 32]
| |
ling van het St.-Pietersgasthuis verbond en die in het verlengde van het schip van de kerk achter het erf van de Bickers, later van Luz, over de Oude Nonnensloot heen ging, is (nog) niet ingetekend (afb. F en G) - ook niet in de laatste uitgave uit 1610-1617.Ga naar voetnoot59 Nadat Bast op jonge leeftijd was overleden, nam - onder anderen - Claes Jansz. Visscher de koperplaten over en gaf de kaart opnieuw uit. Visscher komen we verderop nogmaals tegen. De oudere kaart in Lodovico Guicciardini's Descrittione di tutti i Paesi Bassi uit 1567 (Hameleers 2013: I, cat. 6) is van vóór de Alteratie en geeft voor ons doel te weinig details weer. |
|