Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdKers-tijdts klinck-dichtaant.Een Kindeken is ons op desen dagh gebooren,
Door 't welckx geboorte wy oock Godes kind'ren zijn.
Sonn' der gerechtigheyt, uw' schijn maeckt, dat verdwijn
De straffe, die ons door de Vaeder was beschooren.
| |
[pagina 220]
| |
5[regelnummer]
De Prins der duysterniss' heeft ons, sijn proy, verlooren.
Die oude eerste slang, die d' eerste Vrouw ver-riedt,
Steeckt nu niet met de staert; het Vrouwen-zaets gebiedt
Vertreet hem nu den kop, komt sijn heel' rijck verstooren.
O Christ'nen, juyght met my op die geboortenis,
10[regelnummer]
Daer door de Zaligheyt voor ons herbooren is.
Bidt ghy voor my, ick bidd' voor u het selfde heden,
Dat ick, dat ghy nu volght, die Oostersterr'* dat licht,
't Welck' volgend', niemant dwaelt, dat Wicht van sulck gewicht,
Dat, die het draeght, te licht noyt wert in eeuwigheden.
* Qui sequitur me, non ambulat in tenebris. |
|