Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdNa de wijse Als roos onder de DoorensAlle ghy Christen ledenGa naar margenoot+
slaet uwen tijt wel gae
weest reyn en goet van zedenGa naar margenoot+
en wacht u van het quaGa naar margenoot+
5[regelnummer]
in vreden / wilt treden
Christum u Heere naGa naar margenoot+
Hebt liefde boven matenGa naar margenoot+
die niet en wert geblust
op dat tot uwer batenGa naar margenoot+
10[regelnummer]
namaels u Ziele rust
verlaten / en haetenGa naar margenoot+
wilt al des weerelts lustGa naar margenoot+
En wilt tot gheenen tijdenGa naar margenoot+
lijden der sonden last
15[regelnummer]
dat deucht aen allen sijdenGa naar margenoot+
blydelicken op wast
wilt glyden / vermydenGa naar margenoot+
blyft staende even vastGa naar margenoot+
Thoont in alle dingenGa naar margenoot+
20[regelnummer]
te wesen s'Heeren bruydt
goede vruchten wilt voortbryngenGa naar margenoot+
gheen boosheyt noch oncruydt
maer dryngen / en dwyngenGa naar margenoot+
wilt dat ter herten uitGa naar margenoot+
| |
[pagina 131]
| |
25[regelnummer]
Al ist dat ghy besuerenGa naar margenoot+
moet wel aenstoot altijtGa naar margenoot+
ghedynckt wat hem ghebeurenGa naar margenoot+
sal, die wettelick strijdtGa naar margenoot+
u treuren / doleurenGa naar margenoot+
30[regelnummer]
verlaet en syt verblydtGa naar margenoot+
Hout het gheloove stedichGa naar margenoot+
verwint behout het veltGa naar margenoot+
vant goed. en sijt niet ledichGa naar margenoot+
want siet als comt den heltGa naar margenoot+
35[regelnummer]
hoe vredich hoe sedichGa naar margenoot+
moet ghy dan syn ghestelt.Ga naar margenoot+
Als u sal ontfangen
die u ziele bemint
hoe moet ghy sijn omvangenGa naar margenoot+
40[regelnummer]
met cieragie, om int
ghesangen te gangen
daer men geneuchte vint.
Lange blift men daer, eenenGa naar margenoot+
tijt die eeuwelick duert
45[regelnummer]
Godt wiltse troost verleenen
een croone haer ghebeurtGa naar margenoot+
geen weenen noch gheenenGa naar margenoot+
druck, en wert daer gespeurt
Hoe lustich salt daer wesen
50[regelnummer]
als ghy daer wort ghebrachtGa naar margenoot+
wat vreucht comter gheresen
daer men blydelick lacht
wy lesen / dat desenGa naar margenoot+
noyt mensch en bedacht.Ga naar margenoot+
55[regelnummer]
O Sijon menichfuldichGa naar margenoot+
peynst hierom dach en nachtGa naar margenoot+
blijft van het quaet onschuldichGa naar margenoot+
doet goet uit al u cracht
ghehuldich / verduldich
60[regelnummer]
u bruydegom verwacht
Weest op u hoede.
|
|