Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdScheppingeaant.God heeft de werelt door onsichtbare clavieren
Betrocken als een luyt met al sijn toebehoor.
Den hemel is de bocht vol repen door en door,
Het roosken, son en maen die om ons hene swieren.
5[regelnummer]
Twee grove bassen die staech bulderen en tieren
Sijn d'aerd' en d'oceaan: de quinte die het oor
Verheuget, is de locht: de reste die den choor
Volmaket, is t'geboomt en allerhande dieren.
Dees luyte sloech de Heer met sijn geleerde vingers,
10[regelnummer]
De engels stemden in als treffelicke singers,
De bergen hoorden toe, de vloeden stonden stil:
Den mensch alleen en hoort noch sangeren noch snaren,
Behalven dien 't de Heer belieft te openbaren
Na zijn bescheyden raet en Goddelijcken wil.
|
|