Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermd[Geluckig is het Land]aant.Stem: Op de Engelsche min. Of: Noch leef ick in verdriet, &c.Geluckig is het Land,
Dat God den Heer beschermt
Als daer met moord en brand,
De vyand rontom swermt,
5[regelnummer]
End' datmen meent hy sal
't Schier overwinnen al,
Dat dan, dat dan, dat dan, Hy selfs komt tot den val.
De Hoeder Israels
Die slaept noch sluymert noyt,
10[regelnummer]
Hy helpt uyt veel gequels,
Syn volck, 'twelck was verstroyt
Door 't Spaensche boos gebroet
End' doet haer noch dit goet,
Dat self, Dat self, Dat self, De vyand loopen moet.
15[regelnummer]
Gelyck 't volck in een schip,
'tWelck hort, en stuyt, en steeckt,
Alst komt op eene klip,
Van ancxst het sweet uytbreeckt.
So staet nu oock confuys
20[regelnummer]
Maraen met zyn gespuys,
Die nu, Die nu, Die nu met schand moet loopen t'huys.
| |
[pagina 35]
| |
Gedanckt moet zyn de Heer,
De God die eeuwig leeft!
Dat hy ons t'zynder eer,
25[regelnummer]
Dees overwinning geeft;
Wat wonder heeft de kracht
Des Heeren al gewracht?
O Heer! O Heer! O Heer! Hoe groot is uwe macht!
|
|