Poldernederlands
(1998)–Jan Stroop– Auteursrechtelijk beschermdWaardoor het ABN verdwijnt
[pagina 34]
| |
4
| |
[pagina 35]
| |
de g; vanaf 1950 is het bijna uitsluitend nog ch: choed (goed). Na 1980 wordt ook de v steeds vaker stemloos uitgesproken: feel. Pas vanaf 1993 doet hetzelfde verschijnsel zich bij de z voor: see (Van de Velde 1994:215-216). Onderzoek van andere categorieën sprekers en spreeksters lijkt me dringend gewenst. Er bestaan in het Nederlands tien soorten r. Geen enkele medeklinker heeft zo veel varianten. Alleen de l heeft er nog een paar, en de s en de t misschien, maar dan houdt het wel op. Niet dat al die r'en evenveel voorkomen; sommige zijn zelfs erg zeldzaam. De meest voorkomende was vroeger de tongpunt-r. De naam zegt het al: hij wordt geproduceerd door de tongpunt te laten ratelen. Het is de duidelijkste van allemaal. Vandaar dat hij altijd gepropageerd werd door logopedisten en zangleraren. Misschien nog wel. We horen hem ook vaak in het Spaans én in het Amsterdams van onder anderen Johnny Jorrrdaan. De verschillende soorten r die het Nederlands kent, maken deze medeklinker ook tot een dankbaar middel voor een spreker om zich te onderscheiden of op te vallen. Vroeger vervulde de huig- of brouw-r die functie. Misschien kwam dat wel omdat hij uit het Frans afkomstig heette te zijn. Of dat zo is, wordt tegenwoordig betwijfeld, maar in het Frans is hij in elk geval normaal. Dan is er nog zoiets als een j-achtige r. Hajmen Joelands van het Nos-Journaal is er de kampioen van, vooral als hij een reportage doet vanuit hajtje stad (hartje stad). Zo zijn er nog wel een paar schilderachtige variëteiten van de r. De opvallendste variant is de r die tegenwoordig bij jongeren of oudere jongeren populair is. Deze r heeft speciale beperkingen, want hij kan alleen optreden ná een klinker. Hij heet dan ook de postvocalische r, in de volksmond ook wel de Gooise r. In het fonetische alfabet van de International Phonetic Association (ipa) wordt er het volgende teken voor gebruikt: [ɽ]. Voorbeelden van woorden met zo'n r. sprekeɽ, kameɽ, zekeɽ, weɽk. Het klinkt een beetje alsof de tong bij het spreken vastloopt. Deze [ɽ] heeft voor de spreker die distinctie nastreeft, een bepaald voordeel: hij heeft namelijk door zijn retroflexe articulatie | |
[pagina 36]
| |
(je krult je tong zowat achterover) een voor het Nederlands opvallend en ongebruikelijk karakter, iets exclusiefs. Misschien wekt hij ook daardoor wel de indruk dat hij niet dan met de grootste inspanning te realiseren is. Vóór een klinker gaat het al helemaal niet. Wie deze wonderlijke r op zijn repertoire heeft, heeft daarnaast nog een andere nodig, namelijk voor alle andere posities dan die ná een klinker. Dat kan een huig-r zijn of zelfs de ouderwetse tongpunt-r. Sommige mensen beschikken wel over drie soorten r. Maar alleen die ene, de retroflexe [ɽ], is een middel om te distingeren, die klinkt chic. Dat karakter van chic heeft deze r niet aan zichzelf te danken. Een spraakklank heeft geen intrinsieke waarde. Hij krijgt die toegekend door de taalgemeenschap. Het is eigenlijk een soort afgeleid prestige, want het prestige geldt de sprekers van die spraakklank. Als een gewone Nederlander we motten zegt, wordt dat een beetje plat gevonden, maar als het uit de mond van Bolkestein of Wiegel rolt, is het ineens andere koek. Wanneer de r in kwestie, de retroflexe r dus, voor het eerst gesproken is, valt net als bij alle taalveranderingen moeilijk te zeggen. Wel is na te gaan wanneer hij de aandacht van taalkundigen begon te trekken. Dat is nog niet eens zo lang geleden. Van den Toorn (1992:6): ‘Zo moet het iedereen die onze audiovisuele media beluistert, opvallen dat de laatste jaren de uitspraak van de r bij jongere Nederlanders, vooral vrouwen, verandert: de velare en uvulaire r wijkt voor een variant die men het beste als “retroflex” zou kunnen omschrijven: de articulatie geschiedt met een tamelijk gespannen, teruggetrokken tong. Televisieomroepsters en boodschapsters van reclameteksten kan men deze klank veelvuldig horen bezigen in woorden als heerlijk, meer, super en dergelijke. Het verschijnsel staat bekend als de Gooise r.’ Wie voor het eerst de benaming ‘Gooise r’ gebruikt heeft, weet ik niet. Wel blijkt hij algemeen bekend te zijn en ingeburgerd, zoals een snelle zoekactie (Gooise & r) op Internet algauw (binnen veertig seconden) duidelijk maakt. Het blijft daar bij een (meestal negatieve) signalering van deze r. De naam Gooise r is onjuist als men ermee wil zeggen dat die r uit het Gooi afkomstig is. Er | |
[pagina 37]
| |
zijn genoeg aanwijzingen om de stelling te wagen dat de retroflexe r afkomstig is uit Amsterdam-Zuid. Er zijn daar lagere scholen waar die r gecultiveerd wordt, tot verbazing van de onderwijzers die er werken en die hem zelf niet spreken, laat staan propageren. Een van mijn informanten, die geboren is in Indonesië, kwam op haar vijfde in Zuid te wonen en nam die r van klasgenootjes over. We spreken dan over het begin van de jaren vijftig. De r in kwestie komt in Amsterdam-Zuid dus al heel lang (minstens vijftig jaar) voor.Ga naar eind7 Onlangs hoorde ik zelfs de bekende Athenaeum-boekhandel op het Spui in Amsterdam noemen als een van de haarden van de bekakte r, door iemand die daar een aantal jaren gewerkt heeft en nu in dienst is bij de vpro-radio. De persoon in kwestie is geboren en opgegroeid in Velzen, waar de bewuste r volstrekt onbekend is. Nu spreekt hij hem bijna dagelijks ten aanhoren van tienduizenden radioluisteraars. En hij is niet de enige. De omroepen zijn er dus beslist niet mee begonnen, al dragen ze wel bij aan de bekendheid van die r. In de jaren vijftig was Hilversum zeker nog niet spraakmakend, eerder spraakvolgend. In 1983 betreurt omroeper Coen Serrée nog de ondergang van de tongpunt-r, een aanwijzing dat de retroflexe r in Hilversum toen pas begon door te dringen (Serrée 1983). Het meest waarschijnlijk is dat die r uit Amsterdam is komen overwaaien, deels door toedoen van mensen die daadwerkelijk in het Gooi zijn gaan wonen, bijvoorbeeld omdat ze een baan bij de omroep kregen. Andere radiomedewerkers wonen nog steeds in Amsterdam, zoals de vpro-presentator. En van de ene komt de andere, want vergeet niet, de bekakte r heeft prestige, eerst vanwege de buurt waar hij vandaan komt en die hem in elk geval cultiveerde, en nu vanwege de omroep. Van de verbreiding door de media zelf van taalverschijnselen moet men zich trouwens geen al te grote voorstelling maken. Woorden worden nog wel - soms vaak en veel - overgenomen (het idioom van Van Kooten en De Bie bijvoorbeeld), maar uitspraakeigenaardigheden - spraakklanken dus - maar zelden. Als de verbreiding van deze r tot stand kwam door of onder invloed | |
[pagina 38]
| |
van de media, waarom zou die r dan elders (in Groningen, Friesland, Drente, Overijssel, enzovoort) niet vaker opduiken, in dezelfde mate als in Amsterdam-Zuid en het Gooi? Doordat de retroflexe r een uitspraakvariant is die kenmerkend geacht wordt voor een bepaalde maatschappelijke status of kring waar men bij wil horen, wordt hij eerder overgenomen in het werkelijke taalen cultuurverkeer dan door de invloed van de ether of de kabel. Misschien moet ik een uitzondering maken voor de cd (of plaat). De kinderen die zingen op de cd's van Kinderen voor kinderen, staan erom bekend dat ze de Gooise r praktiseren. Niet tot ieders genoegen overigens. In Ouders Online (www.ouders.nl) worden kinder-cd's gerecenseerd. Daarin wordt naar aanleiding van de zestiende uitgave van Kinderen voor kinderen (Varagram vcd 481093, 1995) opgemerkt dat de Gooise r er elk jaar harder klinkt. Maar deze platen worden wel overal in het land gekocht en nagezongen, vermoed ik, al is het buiten de Randstad tot nu toe zonder merkbare gevolgen voor de spraak. De retroflexe of bekakte r wordt ook gebruikt door vrouwen die Poldernederlands spreken, maar hoort mijns inziens beslist niet tot het exclusieve repertoire van de onderhavige groep jongere vrouwen, en wel om verschillende redenen. Ten eerste komt hij ook voor bij oudere vrouwen, ik bedoel ouder dan veertig jaar, en verder ook, maar wel veel minder, bij mannen, radiomedewerkers en journalisten, onder andere van vpro en nos.Ga naar eind8 Een ander verschilpunt tussen het spreken van aai en van de bekakte r is dat het eerste volstrekt onbewust gebeurt, terwijl de sprekers van de retroflexe r zich er vaak terdege van bewust zijn dat ze hem gebruiken; sommigen cultiveren hem zelfs. Ze kunnen ook goed aangeven, zo is mijn ervaring, waar en door wie hij wel en niet gesproken wordt. Een aardig bewijs dat succes bij spraakklanken niet afhangt van de vraag of ze mooi zijn of zelfs mooi gevonden worden, levert een andere r die een soortgelijke carrière achter de rug heeft als de bekakte r, namelijk de velaire r, met ‘een schraperig wrijvingsgeluid dat weinig of niets verschilt van de velaire /g/ en/ch/.’ Ondanks zijn onaangename karakter was hij, aldus Damsteegt | |
[pagina 39]
| |
(1969:11) toch ‘dienstbaar (...) aan het streven naar distinktie’, precies als de Gooise r dus, die ondanks zijn voor sommigen irritante karakter, toch gebruikt wordt om zich te onderscheiden. |