Chaos ofte verwerden clomp(1643)–Cornelis Stribee– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Mey-liedt [pagina 121] [p. 121] stemme: Grusella nimphe sat. LOf aenghenaemme Lendt, Die d' Aerdens bruyne schoot Ontsluyt, en kleur'ge Fruytjens sent, Die eertijts 't guyre Noorden sloot: Dies Bloempjes, Graes en kruyt Steeckt nu sijn kluer'ge hoofjen uyt. 2 De suyver witte Bron Van 't domme grasigh Vee, Die straelent vloeyt, als Coridon Met sijn beminde Galathe Voor krieckje des Dageraet 't Hans in de Wey uyt melcken gaet. 3 De Boompjes bersten uyt [pagina 122] [p. 122] Van wit wel-ruyckent blos, Daer hoortmen Philomels geluyt, Die op een groene Blader-tros Soo lieffelijck sit en singt, Dat het Gedierte hippelt en springt. 4 Het treurigh minne-Liedt Op een bemoste Rots Speelt Pan op 't nieu-gesneden Riet, Met sulcken droevigh na gebots Dat soo Syringa noch leeft Toont dat sy buygend' berouwen heeft. 5 Silvanus ciert sijn Hof En ent soo mennigh struyck, Bekranst sijn hooft met Eycken-lof, Waer Floraes op-getoyde pruyck Soo soet en geurigh betuyght [pagina 123] [p. 123] Als dan het Bytje daer Honingh uyt suyght. 6 De Nimphjes met haer Rey Die streng'len handt aen handt, En danssen om de groene Mey Die Cloris voor sijn liefste plant, Dies sy weer (na gewoondt) Hem met een krans van Bloemen kroont 7 Dus ghy, o jonge Jeught Besprengt u Lauwer-spruyt Met goeden gonst, soo veel ghy meugt: En voor tweedracht u Venster sluyt, Op dat een yder Man Sien magh, dat onse Jeught neemt an. Vorige Volgende