Chaos ofte verwerden clomp(1643)–Cornelis Stribee– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [TReurt nu mijn herders-Fluyt] Voyse: Phillis de soete meyt, TReurt nu mijn herders-Fluyt en maeckt een droef gheluyt, Nu ick mijn waerde Bruydt En lief moet derven, En galmt met naer gheschal, Dat Bergen, Bos en Dal, Ja vliet, en Water-val Beweent mijn sterven, Want al mijn Vee Doolt uyt den Lande, [pagina 105] [p. 105] En weyt aen Zee Op drooge Strande. 2 Schreyt oogen om dien dagh Dat ghy met bly op-slagh Eerst op Phillis sagh Met lieflijck loncken; Want doen wiert ick gewont Door hare vlechjens blont, Want hare roode mondt Ontstack veel voncken, Die 't herte mijn Deed vlammigh blaken, En groote pijn Mijn zieltjen braken. 3 Vaert wel mijn Paragon, Maer denckt eens om de Bron [pagina 106] [p. 106] Alwaer u Coridon Om Helsent kusten, Doen ick door soet gewoel Uw's Borsjes sacht gewoel, Aen 't ruysent Beeckje koel Ontstack met lusten; Doen ghy de vloedt Mijns Lippen pluckte En ick soo soet U montje druckte. 4 Ey luystert soete Meyt Hoort hoe u Herder vleyt, Hoe dat u lievert schreyt Om dat ghy vliedet, Vliet niet, of vlucht na my, Rust niet, dan aen mijn zy: [pagina 107] [p. 107] Op dat u Ooghjens bly Mijn blyheyt biedet. Ach! dat u hert Tot my-waerts wende, Soo sou mijn smert Haest sijn ten ende. 5 Ja al de Hemel-Goon Die dansten in haer Throon Soo ghy (o schoonste schoon) U jonst liet dalen; Ja 't kleene poesel Wicht Dat sou sijn Toortsens licht Sijn Vleugeltjes en schicht Van boven halen, En met een lach Tot Huys-raet schencken: [pagina 108] [p. 108] Om dat hy sagh U mijn gedencken. Vorige Volgende