schen zich vergenoegen, doet versmaaden; gy haakt naar een duurzaamer en wezenlyker genot, dan de woelige kringen der groote waereld u kunnen aanbieden; uw hart mist een rustpunt, uwe opbruischende verbeelding schetst u het voorledene met de sterkste kleuren af, en toont u in de toekomst niets dan flaauwe schetsen; dit maakt u gemelyk, lusteloos, en doet zelfverveeling in uw hart ontstaan; eene gewaarwording welke de treurigste is, waarin de mensch zich ooit kan bevinden; vermids hierdoor al het genot des levens, deszelfs waarde verliest. Voor den onverschilligen mensch is alles verlooren, daar hy alles met eene treurige schaduw overdekt, deze toestand gelykt werkelyk, reeds in dit leven, naar den doodslaap: vermids de ziel, hierdoor zodanig verstompt wordt, dat zy eindelyk voor niets grootsch, niets verhevens meer vatbaar is, maar in eene akelige werkloosheid kwynt.
Het is tyd, vriend! om u aan dezen toestand te ontrukken, en uw hart weder voor het genot des levens te openen, gy hebt uwe geliefde de tol der droefheid voldaan, welke de liefde van u vorderde: - de goede Voorzienigheid heeft een nieuw genot voor u bestemd - het hangt slechts van u af, om hetzelve met dankbaarheid aanteneemen: uw hart heeft een rustpunt noodig, welaan, gy hebt dit reeds gevonden.... gevonden in de deugzaa-