| |
| |
| |
Agt-en-veertigste brief.
Clementina aan Heloise.
De onpasselykheid myner goede moeder heeft my sinds eenige dagen belet om aan u te schryven, doch nu zy wat beter is zal ik myn schuld voldoen; schoon ik eigentlyk niets byzonderer aan u kan mededeelen; dan dat het hier geweldig koud is: ja zo, dat ik, geduurende de onpasselykheid myner goede moeder, met den geheelen dag door een groot vuur aanteleggen, haar echter naauwlyks heb kunnen verwarmen. Ik weet waarlyk niet hoe zo veel arme lieden het in dit barre jaargety maaken, zonder vuur, zonder voedsel en klederen; daar wy, van dit alles ryklyk voorzien zynde, nog over ongemak klaagen: de goede God moet hen voorzeeker ondersteunen en hun krachten naar kruis geeven, of zy zouden hieronder bezwyken en omkomen: schoon ik geloof, dat ook veele arme lieden in zulk een strenge koude werklyk van gebrek vergaan. ô Hoe zeer beklaag ik deze ongelukkigen, en hoe weinig opöffering zou het ryke lieden kosten, om hun hierin te gemoed te komen, en hun te helpen: een paar schotels minder op hunne prachtige maal- | |
| |
tyden, en elk hunner zou door deze geringe schatting, die hy aan de weelde onthield, een armoedig huisgezin, geduurende den winter, van al het noodige kunnen voorzien; en onëindig meer genoegen voor zyn geld ondervinden, dan nu, zyn genot hem geeven kan: daar dit waarlyk slechts schyngenot is, en zich tot één' avond bepaalt. Want bloote tafelvrienden zyn toch slechts tafelschuimers, die de moeite niet waardig zyn die men in het werk stelt, om hun zo prachtig te onthaalen. En waare vrienden vergenoegen zich met een' eenvouwigen maaltyd.
'Er moeten in de steden veel onmenschlyke lieden, en vooral onder de grooten, gevonden worden: intusschen begryp ik my niet hoe het mooglyk is, dat, wanneer men zelven heerlyk en in vreugde leeft, dat men dikwerf een' ongelukkigen met een bits bescheid eene kleinigheid kan wei geren: de Heer elius zei my onlangs, dat men de groeten nimmer in een kwaader luim aantreft, om hen iets te vraagen, dan wanneer men hun aan den maaltyd stoort. - Ik begryp my dit niet, daar my dunkt, dat hun hart zich juist in deze oogenblikken, wanneer zy des Hemels zegeningen volöp genieten, het meest voor het gevoel der menschlievenheid moest openen.... Op het land, vriendin! is het toch geheel anders, over het geheel geniet de Landman eene middenmaatige wel- | |
| |
vaart; zyn arbeid schenkt hem het noodig onderhoud, en zelfs de geringste daglooner wint toch zyn zestien stuivers, of gulden daags, waarvan hy, 't is waar, wel niet ruim kan leeven, maar echter met zyn huisgezin voor drukkende armoede bevryd is. Heeft hy slechts een klein plekjen grond by zyn kleine wooning, waarop hy wat aardappelen en wortelen kan planten, alsdan strekt hem dit tot vervulling geduurende den winter, en nergens vindt men op het land, zelfs in de armoedigste hut, zulke vreeslyke tooneelen van elende dan in de groote steden: want by aldien ziekte of eenig ander onheil den arbeider of landman drukt, alsdan vindt hy altyd gevoelige menschen in den omtrek, die hem behulpzaam zyn, en met elkander toch zo veel doen, dat hy geen gebrek lydt.
De Heer elius vroeg toen hy onlangs by ons was, aan myne goede Moeder, een' kleinen onderstand voor een ziek huisgezin te Z.... dat zich in den ongelukkigsten toestand bevindt, het is my niet mooglyk, voegde hy 'er, met traanen in de oogen, by, om zo veel te doen als 'er vereischt wordt om dit huisgezin uit deszelfs treurigen toestand te redden... Deze braave Leeraar schetste ons hierop het tafreel dier elendigen met zulke aandoenlyke trekken, dat het wreedste hart bewogen zou zyn geworden. Myne goede moeder gaf zo veel in
| |
| |
haar vermogen was, ik voegde 'er eene kleinigheid by. ô Deze lieden, sprak de Heer elius, zullen u tot aan hun einde zegenen, en byaldien zy ook ondankbaar konden worden, en uwe weldaaden konden vergeeten, zal de Godheid die voorzeeker niet vergeeten; daar soortgelyke daaden in het gedenkboek der eeuwigheid aangetekend worden. Hy drukte my hierop de hand, en maakte zich gereed om heen te gaan; toen wy hem vroegen om nog een weinig te vertoeven, andwoorde hy: ‘gy begrypt zelven dat thands de arme lieden myn byzyn ten hoogsten noodig hebben.’ Wy gevoelden dit: en drongen dus niet verder by hem aan, hy verliet ons terwyl wy doordrongen waren door de gevoelens van hoogachting, die hy in zo veel opzichten verdient.
Daar gy, lieve heloise! een menschlievend en edel charakter bezit, dat in het weldoen zyn hoogste genoegen smaakt, wenschte ik dat gy ook eene kleine gift aan dit ongelukkig huisgezin deedt? - 't Is waar, gy kent deze lieden niet, maar gy kent echter den braaven Leeraar die het zelve tot een beschermengel strekt, en dit is genoeg tot deszelfs aanbeveeling. Byaldien ik aan een minder edel en gevoelig meisjen schreeve, zoude ik haar zeggen: ‘ô myn lieve! een enkele muts, hoed, of sieraad minder, en het geld dat gy hierdoor spaart, kan medewerken om dit ongeluk- | |
| |
kig huisgezin aan de wanhoop te ontrukken, en het bewust zyn eener goede daad zal u oneindig meer wellust schenken dan wanneer eenige beuselende meisjens of laffe saletjonkertjes u om uwen goeden smaak bewonderden:’ doch door zulk eene taal zou ik myne vrindin hoonen, derhalven zonder hier iets meer by te voegen, bied ik haar slechts de gelegenheid, om aan haare hoofdneiging te voldoen.
Hoe is het thands met de belangen van uw hart gelegen? - Ik wenschte u zo gaarne gelukkig te zien, maar vrees altyd dat het gevoel van uw zo teder hart u over alle andere vereischte, om dit te zyn, zal doen heenen stappen. Vriendin! bedenk toch dat het huwlyk eene verbindtenis voor het leven is, waarvan ons geluk of ongeluk afhangt, en dat men dus te vóóren alles niet te naauwkeurig kan overweegen; is de stap eens gedaan, dan is alle overweeging vruchteloos, en de dood alleen kan den kluister verbreeken dien wy ons zelven roekeloos hebben laaten aansmeeden. - 't Is myne vriendschap alleen die my aanspoort om om u op nieuw deze overweegingen te herhaalen, vermids deze hoe zeer bekende waarheeden, echter dikwerf door verliefde, en vooringenoomene zielen met een onverschillig oog beschouwd worden.
Ik zelve vriendin! zou misschien, indien ik ooit beminde, de zo heilzaame lessen, welken ik u thands
| |
| |
met zo veel ernst voorschryf, vergeeten, of 'er niet dan met onverschilligheid aan denken: alsdan zou het ook uwe vriendschapspligt zyn om my dezelven dikwerf te binnen te brengen.
Volgends de schets die gy my van het voorkomen en charakter van den Heer C....... geeft, moet hy voorzeeker een zeer beminlyk jongeling zyn; doch myn goede moeder zegt dat het eenigste dat haar in hem niet behaagt, die buigzaamheid van charakter is, welke gy hem toeëigend; daar deze byaldien hy het ongeluk hadde van in slechte handen te vallen, hem in groot gevaar zou kunnen stellen, van beurteling dat gene te worden, wat men uit hem zou willen maaken. Intusschen voegt zy hierby, dat indien gy genoeg vermogen op zyn hart bezat, om hem voor soortgelyke gevaaren te behoeden, en hem naar vaste beginselen te doen handelen, gy hieraan eene gelukkiger wending zoudt kunnen geeven.
Meld my dan vriendin! hoe gy thands met den Heer C...... staat? zal hy de gelukkige zyn, aan wien gy u, na ryp beraad, voor het leven zult verbinden? - zo ja! dan hoop ik dat uwe keus gelukkig zal zyn. Uw andwoord te gemoed ziende, blyve ik na vriendelyke groete
Uwe vriendin
clementina.
| |
| |
PS. Wat doet uw broeder thands, ik hoor niets meer van hem, maar zo gaat het doorgaands met gelieven, zy hebben zo veel met hunne eigen zaaken te doen, dat zy aan niets anders denken, en zich over niets anders bekommeren.... ô byaldien echte lieden zich slechts de helft zo veel om elkander bekommerden, en hun wederzydsch geluk in elkander vonden, alsdan zou de waereld een Eden voor hun zyn.... Deze brief overtuigt u, buiten myne herinnering, dat ik niet meer boos ben om de scherts waaraan uw hart geen aandeel had.
|
|