| |
| |
| |
Twaalfde brief.
Heloise aan Clementina.
Gy verlangt vriendin, om te weeten hoe toch het stuk, waarin ik eene hoofdrol speel, eindelyk af zal loopen; wel, ik ben 'er even zo nieuwgierig naar dan gy: tot hiertoe gaat alles goed, de vermaaken volgen elkander, wy wandelen voormiddags tot aan het uur van den maaltyd, dat ons op eene plegtige wyze aangekondigd wordt door het blaazen der walthoorns die in de bosschen terug kaatsen: op dit geluid vlieg ik somtyds uit een' adem van den top des bergs met den Heer K...... tot aan het bronhuis: als men jong, gezond en vrolyk is, vermaakt men zich dikwerf met kleinigheeden, die een ander naauwlyks een' glimlagch afperssen. Het gezelschap aan tafel bestaat uit verscheide lieden, die echter ook meestal zeer vrolyk zyn, waartoe de musiek mede werkt. - Gisteren avond kwamen hier twee jonge lieden aan, die met elkander gevlucht waren, vermids hunne ouders het huwelyk niet wilden toestaan: hun voorneemen is om zich hier met elkander te verbinden. - De jongeling
| |
| |
was een Baron, en een zeer schoon jongeling; het meisjen was niet zeer bevallig; en ik beklaag haar in myn hart, vermids het my toescheen, dat de jongeling niet zeer veel werk van haar maakte: hy vroeg my ook om met hem te danssen, ik deed dit; en na den dans geleide hy my, met alle mooglyke bescheidenheid, naar den Heer K..... (die een weinig jaloersch is, en my met arenden oogen volgt.) en zei tot hem: Monsieur! j'ai l'honneur de vous remettre votre Dame. Ik moest glimlagchen, wanneer men my vroeg, wanneer ons huwelyk zou voortgaan; waarop ik zeer eenvoudig andwoorde: dat ik den Heer K..... eerst sinds veertien dagen had leeren kennen, en dat ik dus hieromtrent noch niets kon beslissen. Het gedrag van den Heer K...... doet dit intusschen natuurlyk vermoeden, daar hy my geen oogenblik uit het oog verliest, en, gelyk ik reeds gezegd heb, wat jaloersch is: en daar men, met de lieden die eenige dagen hier vertoeven, natuurlyk eigen wordt, viel hieromtrent gisteren nog een zonderling tooneel voor. Des middags aan tafel zat de Heer K...... aan myn linker-, en een Heer uit E....... aan myn rechter zyde, deze laatste dronk myn gezondheid en kuschte my de hand: hierop stond de Heer K...... van tafel op, en ging naar boven, verscheide lieden van het gezelschap, die dit opmerkten, volgden hem; en na
| |
| |
verloop van een quartier kwamen zy nevens hem weder af. Ik was niet naar boven gegaan; een soort van vrouwelyke eerzucht verbood my dit, vermids ik niets gedaan had, waarover hy zich met eenig recht beledigd kon achten. Toen wy alleen waren, sprak ik met hem over het gebeurde: hy antwoorde my, dat zo lang ik hem myn woord niet gegeeven had, hy vreesde dat een ander my meer zou kunnen behaagen; en dat hy dus de minste liefkoozingen, die een ander my deed, niet kon dulden. Ik zei hem, dat, ofschoon ik by myn besluit volharde, om in deze oogenblikken geen beslissende keus te doen, hy my echter miskende, door te onderstellen, dat ik ligtzinnig genoeg zou kunnen zyn, om aan een' nieuweling, dien ik pas leerde kennen, de voorkeur te kunnen geeven: - hy bloosde over zyn verdenking, vroeg my om verschooning, en wy werden weder goede vrienden. Intusschen doet het my leed dat ik hem geen hoop kan geeven, hy is goed, edel, en zo sterk aan my gehecht, als immer eenig jongeling zyn kan: misschien zou ik zeer gelukkig met hem kunnen zyn, maar hoe vrolyk ik ook ben, denk ik veel te ernstig omtrent het punt der liefde, om ooit een' jongeling door eene ydele hoop te kunnen misleiden; daar eene misleide liefde het ongeluk van ons geheel leven kan veroorzaaken. Met dit alles houde ik veel van den
| |
| |
Heer K......, maar of ik dien hoogen graad van liefde voor hem gevoele, waarvoor ik misschien vatbaar ben: ziedáár het geen ik in deze woelende oogenblikken van vermaak niet beslissen kan. – Hierby komt nog, dat Papa geschreeven heeft, dat de Heer C....... verscheide keeren aan ons huis geweest is, en zich ten sterksten geïnformeerd heeft, of Mama en ik nog niet haast terug kwamen?... Deze oplettenheid geeft my een byzonder genoegen, en wakkert het gevoel in my op, dat hy my heeft ingeboezemd: ja het is my, minder dan ooit, mooglyk, om in deze oogenblikken eene beslissende keus te doen. Ik heb dus aan den Heer K...... gezegd, dat, wanneer ik weder te A....... zou zyn, ik ernstig met myn ouders hierover spreeken, en hem alsdan een beslissend andwoord geeven zou. Maar hy is ongeduldig, en dit maakt my dikwerf verlegen.
In waarheid, vriendin! de lucht schynt hier besmettelyk te zyn, en eene algemeene tederheid inteboezemen, want ook de Heer S...... is verliefd op een meisjen, dat hy hier aangetroffen heeft, en, daar hy overdreeven sentimenteel is, veroorzaakt dit dikwerf overdreevene tooneelen, die men slechts in het hooge treurspel zou verwagten. De bescheidenheid laat niet toe, om u hier van al de byzonderheeden mede te deelen; het zy u genoeg te weeten, dat het meisjen, waarop hy
| |
| |
verliefd is, nooit de zyne kan worden; vermids zy reeds verloofd is. Verbeeld u den schrik dien ik doorgestaan heb, daar hy, in een van zyn wanhoopige vlaagen, opium had ingenomen, en eensslags doods benaauwd werd: zyn vriend K...... beyverde zich om hem te helpen, en vroege, met veel nadruk, wat hem scheelde. Hy luisterde hem hierop iets in het oor, waarop deze zeer verschrikte, en hem terstond een glas met olie ingaf: dit werkte gelukkig; hy gaf den opium weder op en werd hierdoor gered: het meisjen waarop hy verliefd is was hierby tegenwoordig, en schoon getrouw aan haar' minnaar, vloeiden echter traanen van diep medelyden uit haare oogen. Ik stond als roerloos van angst, en de Heer K...... had alle moeite om my weder gerust te stellen. – Gelukkig nog, dat dit yslyke tooneel in ons afzonderlyk vertrek voorviel. ô Vriendin! als de liefde, als dat zagte gevoel, waarvoor de goede Schepper ons hart vatbaar heeft gemaakt, en dat ons het hoogste toppunt van aardsch geluk kan doen smaaken, ook tevens tot zulke wreede uitersten kan ontaarten! ô mogt ik dan dien hoogen graad van liefde nimmer gevoelen; mogt ik die dan liever nooit inboezemen!.... Ik ontken niet, dat ik geloof, dat de Heer S...... juist geen voorneemen had om zich zelven te vergeeven, en dat zyn zo geheel romanesk charakter hem hier misschien aan- | |
| |
gespoord had, om de rol van een wanhoopend minnaar naar het leven te speelen; maar dit had hem echter duur te staan kunnen komen....
Dit alles brengt my tot diep nadenken, en zal my voortaan behoedzaamer dan ooit met den Heer K...... doen zyn. Vaarwel, vriendin! ik ben vermoeid van het schryven, en eindig met de verzeekering, dat ik altyd blyf
Uwe Vriendin
heloise.
|
|