my meer dan eens gebeurd, dat ik in gezelschap de een of ander jongeling aantrof, die my op het eerste gezicht sterk behaagde; en van wien ik dacht: ô dit is misschien de jongeling die myn hart gevoelig zal doen zyn - maar deeze eerste indrukselen die myne verbeelding vergroot zyn niet gevaarlyk voor myn hart - en wisschen zich uit door de eige oorzaak welke haar dieper spooren moesten doen verkrygen: want doorgaans by een tweede of derde zamenkomst vindt ik denzelfden jongeling die my eerst zoo belangryk voorkwam, minder belangryk.... En hoe meer ik hem zie des te minder gevaarlyk wordt hy voor my...
Ik geloof dat de oorzaak hier van gelegen is, doordien de meeste lieden uit zucht om te behaagen, wanneer zy zich in gezelschap bevinden alle hunne geestigheid uitkraamen - en alle hun kleine voorraad op eens uitventen, by eene tweede gelegenheid durven zy toch de eigen waar niet weder uitkraamen - en brengen slechts nu en dan iets voor den dag dat hun in de gedachten komt: in één woord vriendin, het is my dikwerf gebeurd dat iemand met wien ik voor de eerste keer zeer hoog liep - my voor de derde keer dat ik hem zag volmaakt overschillig was... dus kan ik myn eigen hart zelf niet recht be-