het, myn eigenliefde, maar geeft echter geen genoegzaam voedzel aan myn verbeelding, die een veel hooger vlucht zou kunnen neemen: als gy my eigenlyk vraagt, wat zy dan zou begeeren? dit kan ik u niet ontleden - maar dit kan ik u verzekeren, dat ik alles wat zeldzaam, verheven en grootsch is bemin: by voorbeeld, de trek die gy my in uw' brief opgeeft omtrent buonaparte, behaagd my by uitstekenheid - wanneer ik in den Schouwburg, in een meropé, grootheid van ziel gepaard vindt, met het moederlyk gevoel, ô als dan geniet myn hart oneindig meer, dan by het schoonste blyspel, dat zoo veele lieden vermaakt. - Wanneer ik een' armen huisvader, die overal om werk vraagt – en dit niet krygen kan - hoor zeggen: dat hy den voorigen avond met zyn drie kinderen zonder eeten te bed is gegaan - terwyl zyn kinderen hem schreiende om brood vroegen - ô alsdan wenschte ik ryk, en meester van myn vermogen te zyn: myn verbeelding schetst zich dan tafreelen van weldaadigheid, die ik wenschte te kunnen bewaarheden.... dan eens, zoude ik een goede maaltyd voor hem laaten gereed maaken - en hem dit stil aan zyn huis zenden, zonder dat hy wist dat dit van my kwam: dan weder, zoude ik hem op dezelfde wyze