opligten; om hunne onschuld voor het oog der geheele waereld te verklaaren – hunne kluisters te verbreeken en hen naar hun vaderland terug te roepen. Wie dan, de held van het oosten heeft standvastigheid en moed genoeg, om hun beschermengel te worden!.... Wie dan, buonaparte droogt de traanen-bron, die anderen deeden vloeijen?...’ Zie dáár de juiste aanmerkingen die een onzer schryvers hierover maakt: en die gy gewis met genoegen zult leezen. Frankryk ziet dus ten gevolge van dit alles groote gebeurnissen te gemoet....
Maar apropo lieve zusjen, om uw brief te andwoorden, gy spreekt van my, dat ik zonderling ben, maar gy zyt het waarechtig nog veel meer, uwe verbeelding neemt zulk een hoogen vlucht, dat men haar naauwlyks bereiken kan – uwe zucht tot grootheid is zeer zeldzaam in een meisjen – gy wildet gaarne eene schitterende rol speelen – en tevens het zachtaardige vrouwelyk gevoel behouden – de roem eener heldin bejaagen – maar echter niet op het slagveld de verwoesting en dood vermenigvuldigen – wel doorwonden, maar echter het gistend bloed niet uit de wonden zien stroomen: alderliefst zusjen! volg dan myn voorbeeld en treed' de roemryke loopbaan der liefde