op de onwankelbaare trouw der ligtzinnige liefde!...
ô Vriend verschoon my, dat ik uwe sombere denkbeelden voedzel geef, in plaats van u die te ontrukken.... Ach! ik gevoel het, 'er zyn denkbeelden die men niet ontrukken kan, hy die dit waagde - zou den gewonden nog veel dieper doorwonden - indien het by voorbeeld mooglyk ware... dat myne constantia my ontrouw wierd... ô Als dan zou de hand die haar aandenken uit myn' hart wilde scheuren my doodlyk zyn... Eeven zoo beschouw ik uwe smart - ik wil met u mede lyden - ik wil elke folterende aandoening uwer ziel met u gevoelen - stort dezelve in myn' boezem uit - en gy zult ten minsten uwe smart verzachten....
Ik wil de bronnen met u opspooren waaruit uw verdriet ontstaat, en zien, of zy niet hier, of daar, uit vloeijen, in de eene of andere beek, die minder onstuimig en klaarder heenen stroomt.
Gy hebt my uw verhaal niet geëindigd. dus kan ik alles niet beoordeelen - maar wie weet of uwe gade wel zoo misdaadig is, als zy u toeschynt?... Misschien was dit slechts de dwaaling van een oogenblik?... Indien haare deugd noch zuiver is, redt haar dan van het verderf waarin zy zich storten zou, indien gy haar met uwe verachting overlaadde!