De kronijk van Antwerpen. Deel 1. 1 januari 1770 tot 31 december 1785
(1929)–Jan Baptist van der Straelen, Jan Frans van der Straelen– Auteursrecht onbekend177628 Januarij, begosten de ongemeene, groote ysschollen, sig vast te stellen vóór de werve; eenen boot na 't Vlaems hooft vaerende, met de postmael en drij man, geraekten om 11 uren voor noen vast tusschen de ijsschollen, maer drij schippers met eenen ysboot hebben hun tot op 't vast ijs gebragt, en, na gevaerlijk gearbeid te hebben, ontrent 2 uren, die mannen we- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||
ten af te haelen uyt den vast gevrosen boot, en hun gered om 4 uren savonds uyt soo een gevaerlijk noodlot, terwijl eene menigte van jonkheyd reeds bestond, om over het ijs na de Vlaamsche wal te loopen.
29 Deser sag men reeds eenige tenten, tot herbergen gesteld, op de Schelde; en om 10 uren eene menigte horne vee daer over komen, van de Vlaamsche wal. Savonds wirden twee vrouw persoonen en een jongeling gelukkiglijk gered, de welke het ongeluk hadden van met een aen een gehaekte schippersgang aen de Engelsche kaye door het ijs te vallen. Sanderdags, 30 January voor middag is, ontrent de sluys van de Vlaemsche wal, eenen jongeling verdronken, willende eenen anderen helpen, die daerdoor gered is.
31 Deser sag men op de werve eene logie timmeren, behangen met tapijten, langs welke men de Schelde sag en waer men caffé en liqueur schonk; na middag hebben eenige kuypers-gasten opde bevrose rivier eene tonne gekuypt en formeelyk vergaedert. Men sag daer duysende menschen van alle staeten sig opbegeven en wandelen na 't Vlaemsche hoofd en triumphant wederkeerende met een riet in de hand; andere reden op schaetsen langs de effen baenen tusschen de opgehoopte ijsschollen als bergen, en langs eene menigte van tenten, alwaer men bier, brandewijn en andere schonk, en verscheyde vreugden sag bedrijven: wafels bakken en kremeryen verkoopen, synde als een kermis. De schippers hadden aen de werve houte bruggen gemaeckt, om gemakkelijk op de Schelde te gaen; men sag aen de selve hunne vlaggen en wimpels waeyen.
1 February na middag sag men daer op te peerd rijden en verscheyde stielen doen, totdat de reviere sanderdags namiddag, het water wasschende, aen 't drijven geraekte aen 't bier- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||
hoofd; een getal volk met een deel van eene tente dreef ontrent smiddags op die scholle tot bij 't Vlaemsche hoofd, alwaer alle de persoonen gelukkiglijk wirden aen land gehaelt en men sag welhaest de tenten verhuysen, hebbende nogtans die der schermersgilde aldaer bestaen, hun bestemt schermspel te volbrengen. En alsoo namen alle dese vreugden een eynde.
18 Meert begost men de pavijden der Borse op te breken na de oost-zijde, om nieuwe te leggen; den toren met den sonwyser, staende ter Noordseyde wird ook vernieuwt.
24 Deser arriveerde het eerste transport inde militaire school, onlangs alhier gestigt in het professiehuys der gewesen Jesuiten, door haere K.K.A. Majestijt, onder de bescherming van sijne K.K. Carolus Alexander, Hertog van Loreynen en Bar, gouverneur generael deser Nederlanden, bestaende in seker getal kinders van officiers of cadetten, en van onderofficiers of soldaten; de eerste, te weten de cadetten, worden onderwesen, behalven de tael van hun land, inde hoog Duytsche en Latijnsche, inde universele historie, genie, mathematique, en exercitie militair, schermen, te peerd rijden, dansen, enz. De kinders van onderofficiers en gemeene, leeren de hoog-Duytsche en Fransche taelen, de cyfferkonst, ook de militaire exercitie, en musiek, enz. De kleedsels sijn uniform, blauw-laken kleederen met roode omslagen en kraegskens, lange blauwe broeken tot opde schoenen. De officiersjongens draegen hoeden en die der soldaten mutsen van 't selve laeken met roode omslagen. Dese accademie of schole is gestelt onder de Directie van den generael commandant der trouppen van haere Majesteyt inde Nederlanden Baron de Bulow; den commandant van 't huys is Dheer Jamar de Liboys, Lieutenant colonel in dienst van haere gemelde Majesteyt. Het tweede transport arriveerde 1 April en het derde 15 ditto. Op de steenen van eene groote gote, ley- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||
dende het water van dit huys na de ruye,, welke gote op 23 Mey 1778 schijnt gekuyst te sijn, staet: Jamar N.B. Tot gedagtenis der stigtingen voor de militaire kinderen en voor de moeders weduwen tot Antwerpen als gesegt, en tot Meessene bij Ipren, in Vlaenderen opgereght, is er ten jaere 1776 een en achtkantigen silveren gedenkpenning in de munt, tot Brussel, geslaegen, voerende langs de eene syde het borstbeeld van sijne koninglijke Hoogheyd Carel Alexander, hertog van Loreynen en Bar, gouverneur deser Nederlanden, beschermheer van dese stigtinge, met dit omschrift: Car. Alex. Loth. Dux Belg. Proef. Langs d'ander syde staet: Instituendis | |||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||
20 April savonds ontfangen de heeren vicarissen generael des vacerende Bisdoms deser stad, de tijdinge der verheffinge van den uytmuntenden Heer Jacobus Thomas Josephus Wellens, gebortig deser stad, tot opvolger aen wylen Syne Doorl. Hoogwt Henricus Gabriel van Gameren, als Bisschop van Antwerpen.
1 Mey is de weth deser stad verandert, hadde gestaen sedert 7 Juny 1772.
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||
19 Mey wird alhier inde parochiale kerk van St Joris geviert het 100 jaerig Jubilé der instellinge van 't Broederschap der Vierthiendagsche Berechtinge.
4 Juny smorgens kwamen binnen dese stad, Sijne Excellentie, den heere Busca, Artsbisschop van Emesa in partibus, Nuntius van den H. Stoel aen het Hof van Brussel, en sijne Excellentie Joannes Henricus Graef van Franckenberg en Artsbisschop van Mechelen. Na het merkweerdigste alhier besigtigt te hebben, namen de maeltijd bij den heere oud-Borgehmeester van de Werve en vertrokken savonds.
5 Deser, om 2 uren na middag, is van Breda hier binnen gekomen Willem V, Prins van Oranje en Nassaun, Erfstadhouder van de vereenigde Provincien, met sijne egtgenote, Frederica Sophia Wilhelmina van Pruyssen. Logeerden in ‘Brussel’ opde Meer, en naer het merkweerdigste besigtigt te hebben, sijn sanderdags om 6 uren smorgens vertrokken langs Brussel na Maestricht.
15 Deser wird alhier, na 't eyndigen der vesperen in de Cathedraele, het H. Kruys uytgestelt en den 16; wesende den eersten dag der jubilé, vergunt door Sijne Heiligheid Pius VI, ter oorsaeke van het 75ste jaer, ofte het H. Jaer. Dese jubilé sal stuyten den 15en December toekomende.Ga naar voetnoot(1)
16 Juny om 3 uren na middag, wird de processie begost om te besoeken de Parochiale kerken van St Walburgis, St Joris en St Andries, om alsoo te vervolgen met de andere Parochien. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||
28 Deser, wird belooft van stadswegen eene premie van 100 patacons, aen degene die den uytvinder konden aenbrengen van de valsche geruchten, binnen dese stad uijtgestroyt, als of er persoonen gevonden wirden die de kinders van de straeten wegnamen, de selve mede voerden en om hals bragten. Welk valsch gerucht veroorsaekt eene groote stoornisse en onrust binnen dese stad, waardoor de vremdelingen inde stad komende, souden konnen worden geinsulteert, gelijk alreeds gebeurt is op 22 Deser na middag, ontrent het groen Kerkhof, met alleen te hebben geinsulteert sekeren vremdeling, hem voor dusdanig uytscheldende en met steenen werpende, dat hij genoodsaekt was in seker huys te vlugten, hun voorders attroupperende voor 't selven huys, onder menigvuldige scheldwoorden en dreygementen. Worden insgelijks verboden alle attroupperingen en bijeenrottingen op de straeten, merkten of elders, op pene van instantelijk geapprehendeert te worden ten gevangene Steene.
14 Augustus wird wegens het magistraet geadverteert (alsoo bevonden wird, niettegenstaende de resolutie collegiael van 19 April 1759, dat de kraemen geplaetst wirden tegens de intentie en inhoud van gemelde resolutie, maar dat ook menigvuldige geringe kraemen gestelt worden, soo inde Borsestraet als op de Meer, (alwaer ook een groote quantiteyt van potten en aerdewerk gestelt word) dat sij bij provisie, ten tyde der vrije Jaermerkten, goed gevonden hadden tot het stellen der kraemen aen te wysen de volgende plaetsen, te weten: de Borse, de Handschoenmerkt, sonder toegang te beletten tot de kerk en huysen; de Groote Merkt voor de potten en aerdewerk. Ten selven dage, naer middag, om 4 uren, heeft den Seer Eerwen en Edelen heere Franciscus Engelgrave, Deken van het capittel Cathedrael, als procuratie hebbende van Sijne Doorl. Hoogwt Jacobus Thomas Josephus Wellens, Bisschop | |||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||
deser stad, tot besitneming van 't selve Bisdom, onder het geluij der groote klok en spelen van den beijaerd, onthaeld in het capittelhuys, alwaer, in de tegenwoordigheyd van de heeren Borgermeesters Joan. Aug. Van der Cruyce en Jean De Wael als aensogte getuijgen, voorgelesen sijnde de procuratie ende Pauselijke Bullen met den placet van de keyserinne daerop gevolgt; den heere Deken inden naam van den heere Bisschop heeft gedaen de gewoonelijke geloofsbeleydenisse en den eed met open deuren, onder grooten toeloop van volk; waer naer den hre Deken, in plegt gewaet, geleyd sijnde door het volle capittel na het hooge choor, onder musiek en gesang, besit nam van den Bisschoppelijken troon. Dan de kerk rond geleyd sijnde en wederkeerende in het capittel huys, wird aldaer ook besit genomen, en dese plegt geeijndigt met de wederseydsche complimenten.
2 September en de volgende dagen wird alhier in het collegie der Jesuiten de verkooping van het silver der kerken van die vernietigde huysen der stad, als ook van eenige andere, gehouden, op verscheyde conditiën, onder andere dat alle de stukken per maet verkocht worden; dat de weerde van 't silver gestelt was te weeten den onderkeur op f 2,15 wgt d'once, den nieuwen op f 3 en 6 oorden ook wgt. Den ouden titel van 't goud op f 36 wgt. d'once en den nieuwen op f 39,9,6. ook wgt. Naer dese verkooping wird er voortgegaen tot de verkooping van 't lynwaert en ornamenten der kerken, waer van den offer in 't vóórjaer gedaen, niet geagregeert en hadde geweest.
3 September wird van stadswegen gewaerschouwd van, ter occasie der inhaelinge van den heere Bisschop, niet te vueren, geene fuseen, pennekens enz. af te schieten op pene van 25 guldes. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||
Sondag 8 September savonds is Sijne Doorl. H. onsen nieuwen bisschop, van Mechelen binnen dese stad gereden, sijnde aldaer op heden inde choor van St Romboutskerk gemeytert door den heere Artsbisschop van aldaer, geassisteert door de Hoogwste Heeren Josephus Hubertus de Wavraris, Bisschop van Ipren en Govardus Gerardus Eersel, Bisschop van Gend. Sijne Doorl. Hoogwt was geboren binnen dese stad op 3 September 1726. Sone van den heer Jacobus Theodorus Wellens, en van vrouw Isabella Maria van Pruyssen, overleden 19 Mey 1748; hoorde sijne klyne scholen bij de Paters Augustijnen in dese stad; sijne dialectica in 't nieuw Collegie tot Loven en sijne philosophie inden Valk aldaer, alwaer hij op 14 November 1745 Primus word uijtgeroepen; word Canonik te St Jacobs alhier, 18 Mey 1751, Professor in den Valk op 31 July 1752; licenciaet inde H. Godsgeleerdheyd en inde beyde rechten in de universiteyt; op 11 July 1754. President van St Anna college; op 3 Augusti 1756; word Docter inde Godsgeleerdheid, 1765; President van 't Hollands collegie, Professer ordinaris, Canonik der tweede fondatie van St Peeters, aldaer Docter regent der H. Godsheyd, verscheyde mael Rector magniefiek der gemelde universiteijt, en eindelijk benoemt tot het Bisdom deser stad, opengevallen bij doode van Sijne Doorl. Hoogwt H.G. Van Gameren, goedgekeurt in 't consistorie van 15 July lest, door Sijne Heyligheijd; in besit gestelt, 14 Augusti lest, gelyk boven geseyd is, eyndelijk desen morgent tot Mechelen gemijtert; en dede op Maendag 9 September sijnen intré binnen dese stad op de volgende maniere: om 3 uren na middag begosten de klokken te luyden, en ontrent alf 4, vertrok den trijn uyt de parochiale kerk van St Joris. De Minimen, Capucienen, Beggaerden, Augustynen, Lieve Vrouwe-Broeders, Minderbroeders en Predikheeren gingen voor uyt; de sielbestierders der vrouwe cloosters, dan de seculiere geestelijkheyd, de Pastores van Tersieken, Victorinnen, St Elisabeth gasthuys, der Parochien van St Laureys, in- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||
de Markgrave leije; van St Willebrords, van St Andries, St Joris, St Walburgis, met de geestelykheijd, dan het capittel van St Jacobs; de Canoniken, de twee Plebaenen en alle de geestelijkheijd van 't capittel Cathedrael gingen dan voor Sijne Doorl. Hoogwt, die gekleed was in 't pontificiael. De Edele heeren Jacobus Theod. Wellens, vader; en Ludovicus Anton. Joseph. Wellens, eenigen broeder van syne Doorl. Hoogwt en eenige der naeste vrinden volgden; dan het magistraet in corpora. Van St Joris kerk af, waeren de Gasthuysstraet en Huydevettersstraet wederseyds met masteboomen beplant en met festons tot bogen gemaekt, verciert. Op de Meer, over de Huydevettersstraet, stont eene suylnaeld, ter regter hand stond de Antwerpsche maegd, haeren inboorling verwillekomende; ter linker hand de maegd van Loven, beweenende haer verlies. Van daer was de Eyermerkt alsoo oock beplant en met piramides opgeciert, gelyk de Melkmerkt, tot op de groote Merkt toe, waer langs den trijn, onder het geluy der groote klok en spelen van den beyaert, inde kerk gong, alwaer den Te Deum opgeheven wird door den heere choor Deken en gesongen onder groot musiek. Om alf 7 wird den wijn van Eere door het magistraet na het Bisdom gedraegen door de stadsboden, alwaer de weth sig vervoegt had. Voor de poort van 't Bisschoppelijk paleys, was opgeregt eenen segenboog. Wederseyds in nichen stonden de standbeelden van Geloof, Hoope en Liefde; boven was de maegd van Antwerpen, houdende inde regte hand de wapen van den Paus, en met de slinke: opheffende eenen olijftak; aen d'ander sijde de maegd van Loven, met het wapen van die stad, hebbende in de regte hand een wierookvat en in de slinke een lauriertak. Te midden was eene suylnaeld, waer boven den mijter en staf; in 't midden der selve was het wapen van den Bisschop. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||
De Schoenmerkt was aengesloten door eene ark, waer boven de trompetten en timballen wedergalmden, daer was het ook met masteboomen beplant gelijk ook aen 't Groen Kerkhof. Het seminarie was ook luijsterlijk opgeciert; voor de poort begost eene areade, daer boven sat Pallas als godin der wijsheyd. Dese arcade, met groene en bloemachtige gronden en gewassen, eyndigden in 't diep verschiet met den verligten naem in 't cieffer van den Bisschop. De suijlnaeld en 't opperste van den gevel, die desen jaere geheel herbouwd is, waeren ook geillumineert. Savonds om 10 uren wird het vuerwerk aldaer afgestoken vertoonende het wapen van sijne Doorl. Hoogwt. Sanderdags, voor middag, heeft sijne Hoogwt de complimenten ontfangen van den gouverneur en officiers van 't kasteel, alsook die van den Adel. Desen avond wird binnen het seminarie een fray vuerwerk losgebrand, alsook om alf 10 een ander inde Hoogstraet, voer 't huys van sijnen vader, bij wie hij het avondmael nam, en welke straet ook beplant en konstig geillumineert was. Den derden avond nam den heere Bisschop het avondmael bij sijnen broeder Jonr Ludovicus Ant. Jos. Wellens aen 't Groen Kerkhof, sijnde aldaer opnieuws geillumineert, en alwaer, gelijk ook opde oude Kooremerkt een groot vuerwerk wird afgestoken. Voor de poort van desen huyse, was, gelijk een tonnell, waer op, door standbeelden wird uytgedrukt, de oorsaek en den hemelschen segen inde studien, deugden en verheffing van Sijne Doorl. Hoogwt. In de Renderstraet was, aen eene pyramide, het wapen vertoont, langs alle kanten in couleuren van glaesen verligt. De Schoenmerkt en Meerbrug waren ook wederom opnieuw verligt. Te midden de Schoenmerkt stond eene suijl, hoog: 63 voeten; het sop was bekroont door eene gulde opvlammende vaes, daerbij wird ook een vuerwerk afgestoken. De Huydevettersstraet was ook wederom gants geillumineert | |||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||
door lanteernen. Den 11sten wird aldaer ook een vuerwerk losgebrand. Op de Schoenmerkt, naest de Cammerstraet was den grootsten triumphstaek: aen den voet een bouwkonstig batiment, alle kanten opgepronkt door lofschriften en schilderwerken, en verciert met ontrent 1500 lanteernen in verscheyde couleuren. Het diep verschiet der scholen der Eerwe Paters Augustijnen vertoonde eene bloeijende en vrugtbaere hovinge, opgeciert met figuren; ten eynde was het wapen van Sijne Doorl. Hoogwt geillumineert; voor de poort eenen triumphstaek. De abdije van St Michiels, alwaer den heere Nuntius gelogeert heeft, die van St Salvator, geseyt Peeter Pots. alle de mans- en sommige de vrouwcloosters, hadden hunne gevels en poorten verciert door illuminatien, lofdichten enz. In 't verschiet der poort van de Minderbroeders sag men de Schelde met vaerende schepen, hetwelk veel aandagt verdiende.
Vrijdag 13 September wird er nog een vuerwerk afgestoken in 't Kipdorp, alwaer wederom heel de gebuurt op 't konstigste geillumineert had, hetwelk den heere Bisschop met sijne tegenwoordigheyd vereerde.
27 Deser smorgens, sijn hier binnen gereden: sijne Excellentie den Artsbisschop van Mechelen, en den Artsbisschop van Camerijk, namen den maeltijd bij onsen Bisschop en sijn savonds wederom gekeert na Mechelen.
30 Deser savonds wird den vuervogel geschoten op de Meer vóór het Hollands cafféhuys, opgeregt sijnde door particulieren, na voorgaende permissie van 't magistraet hiertoe bekomen te hebben; en waer genoodigt waeren alle vremdelingen en inwoonders tot het afschieten van den selven met vergunning van eenen silveren caffijpot, wegende 56 oncen, alles op de conditien daer van synde, den selven in 't quaert voor 10 uren | |||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||
savonds afgeschoten, wordende den prijs sanderdags om 11 uren in 't gemeld caffij huys behandigt. Dit schieten heeft, door onvoorsigtigheijd, groote ongelukken veroorsaekt; sekeren vuerpijl nederslaegende, en de andere, in 't park liggende, aenstekende, hetgene eene geweldige uytbuldering en groot vuer maekte, waerdoor er menige van de medeschieters, sig in 't gemeld park bevindende, hetgene met planken afgesloten was, soodanig gequetst wirden door het vuer en andersints, dat er verscheyde van gestorven en gebrekkelijk gebleven sijn, het welk seer grooten schrik en desorder heeft veroorsaekt, soo onder de omstaenders als medeschieters; siende dese ongelukkige, soo droevig gestelt door het branden, wegdraegen.
11 November begost de staete vergaederinge tot Brussel, waerinne onsen Bisschop voor de eerste reijse heeft sitting genomen.
Snagts, tusschen 20 en 21 November, heeft het Scheld met het eerste quartier der maene en westnoordelijken stormwind, de nederstad onder water geset, totdat het om alf 1 begost te vallen. Desen vloed is 4 à 5 duym leeger geweest als dien van 14 November 1775; maer heeft alhier geene merkelijke schaede gedaen. Den ouden bouw voor den armen dienende, vlak te wind staende, is door de afstroomende golven, tot den grond toe, ingevallen.
4 December sijn alhier voor aelmoesseniers gekosen: Dheeren Jacobus J. Dierxsens en Jonr Petrus Anton. Coget.
15 Deser is alhier met de plegtigste godsdiensten inde Cathedraele, de Jubilé van het H. Jaer gesloten; den heere Bisschop heeft daer inne geofficieert. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||
28 deser is den jaerlijkschen spijker der graenen en andere specien alhier omgesteld voor de chijnsen te weten: terwe de veertel, f 4,7 1/3; rogge f 2,16 1/3; W. gerst f 2,15; S. gerst, f 2,10; B. haver, f 1,17; V. haevr f 1,15; boekwey f 2,3; saet, f 6, -; evie f 3,17; evit f 1,1; boonen f 6, -; erweten f 5,10; sparie saet f 3,5. |
|