Sommighe nieuwe schriftuerelicke liedekens
(1599)–Frans vander Straten de jongere– AuteursrechtvrijNae de wijse vanden neghensten Psalm.
Ga naar voetnoot+DE Godt Abrahams en Isaacs,
De God Jacobs en haers geslachs,
De Heere der Heyrscharen,
Die wil zijn Schaepkens haest vergaren,
t'Gheloovich volck de stam Juda,
Dat u verbont altijt compt na,
En zijn daer by ghebleven,
Daerom worden sy verdreven.
Versaecht u niet ghy Christen al,
Ga naar voetnoot+Ghy arm slecht Volcxken in dit dal,
| |
[Folio F2r]
| |
Ghy die noch ouer sijt ghebleven,
Om na de waerheijt Gods te leven.Ga naar voetnoot+
Verudert u niet verschrickt u niet,
Al sijt ghy hier in swaer verdriet,
Wie mach u schaden oft derren,
Blijft by Gods woort en laetse scherren.Ga naar voetnoot+
In dees werelt O Jongers mijn,
Sult ghy druck hebben een cleyn termijn,
Alst ander wel sal ghelucken,
Dan salmen v al om verdrucken.
Sij sullen u dooden al met spoet,
En meynen sy makent al goet
Sy en kennen my noch mijnen vader
Daerom haten sij v alle gader.
Waert ghy van de werelt verstaet, Ga naar voetnoot+
En ginckt op hare weghen quaet.
Soo sauden sy u beminnen,
Maer nu moet ghy u laten binden,
Om mijnen naem suldy syn ghehaet, Ga naar voetnoot+
Van alle menschen sijn versmaet,
Maer wie volstandich sal blijven, Ga naar voetnoot+
Die sal d'eeuwighe Croon vercrijghen.
Wie mijnen naem bekent en belijdt, Ga naar voetnoot+
En vroom al voor de waerheyt strijdt,
Die sal hy wederom belyden,
En van de tweede doot beurijden. Ga naar voetnoot+
Maer die godtsalich leven sal,
In Christo Jesu over al,
Die moet vervolginghe lijden,
Maer corts hier na sal hy verblijden.
Ghy cleyn vergaderinghe vreest toch niet
Die t lichaem dooden met verdriet,
| |
[Folio F2v]
| |
Ga naar voetnoot+Maer vreest den Heere der heerscharen,
Die Lijf en Siele can beswaren.
Ga naar voetnoot+ Wort ghy beproeft door t'vier voorwaer,
t' Lijden Christi compt altijt naer,
Ga naar voetnoot+Want die met Tranen hier sayen,
Die sullen hier naer met vreuchden mayen.
Een ooghenblick een weynich siet,
Sijt ghy verlaten int verdriet,
Ick sal u wederom vergaren,
Mijns Vaders Rijck u openbaren,
t' Lyden present neemt haest een ent,
Dat maeckt ons Paulus wel bekent,
Ten heeft al niet te ghelijcken,
By d'eeuwich goet dat Syon sal strijcken.
Ga naar voetnoot+ Doetmen dit in een groen Haut,
Wat salt dan met den dornen staut.
Ga naar voetnoot+Die niet dan onrust hebben bedreven,
Die sullen sterven en niet leven.
Mijn lieve Broeders en Susters mee,
Ga naar voetnoot+Jaecht na de volcomende Liefd' en Vree,
De Heere wil uwer becrachten,
Laet ons hem altijt verwachten.
Oorlof Vrienden alle ghelijck,
Ga naar voetnoot+Al sijn wy hier gheacht als slick,
Want door veel drucx en lyden,
Gaen wy int eeuwich verblyden.
☞ ☜ |
|