Le théâtre villageois en Flandre. Deel 2
(1881)–Edmond Vander Straeten– AuteursrechtvrijEdmond Vander Straeten, Le théâtre villageois en Flandre. Deel 2. Librairie Alex. Tillot et Cie., Brussel / Jules Martin, Parijs / Belinfante Frères, Den Haag 1881 (2de druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de tweede druk van Le théâtre villageois en Flandre. Deel 2 van Edmond Vander Straeten uit 1881. De eerste druk dateert uit 1880.
redactionele ingrepen
p. 17-206: ontbrekende streepjes in plaatsnamen zijn door de redactie stilzwijgend toegevoegd.
p. 209: voetnoten ‘(1)’ en ‘(2)’ hebben in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie zijn de noten onderaan de het hoofdstuk ‘Saint-Jacques-Cappelle’ geplaatst.
p. 245: in het origineel is een letter slecht leesbaar. De redactie heeft de letter tussen vierkante haken aangevuld.
p. 276: het foutieve paginanummer 267 is gecorrigeerd naar 276.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (4, 6, t.o. 60, *2, *4, t.o. 111, t.o. 131, t.o. 140, t.o. 154, t.o. 171, t.o. 255, 314, 316) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
LE THÉATRE VILLAGEOIS
en flandre
[pagina 2]
DÉPOSÉ.
Bruxelles. - Imp. de Xavier Havermans, Galerie du Commerce, 24 à 32
[pagina 3]
LE
THÉATRE VILLAGEOIS
EN FLANDRE
HISTOIRE, LITTÉRATURE, MUSIQUE, RELIGION POLITIQUE, MOEURS
D'APRÈS DES DOCUMENTS ENTIÈREMENT INÉDITS
par
Edmond VANDER STRAETEN
DEUXIÈME ÉDITION
avec
LETTRE-PRÉFACE DE George BECKER
de Genève
Tome Deuxième
BRUXELLES
LIBRAIRIE Alex. TILLOT et Cie
13-15, GALERIE DU COMMERCE, 13-15
PARIS
JULES MARTIN.
1881.
LA HAYE
BELINFANTE FRÈRES.
[pagina 5]
TABLE DES MATIÈRES.
Pages. | ||
Lettre-Préface de George Becker | ||
I. Monographies | 9 | |
II. Épilogue | 261 | |
ANNEXES. | ||
A. | Lettre d'invitation à un concours dramatique, adressée en 1801, aux Dolende Schapen à Lebbeke, par la Meersch-Blomme de Grammont | 289 |
B. | Avis du magistrat de Nevele, formulé en 1766, sur une demande en obtention d'un octroi gouvernemental autorisant l'érection d'une gilde de rhétorique à Laerne | 294 |
C | Demande, faite en 1791, en obtention d'un octroi gouvernemental pour l'érection d'une société de rhétorique à Maldeghem, et avis, à ce sujet, du procureur général de Flandre | 298 |
D. | Requêtes adressées, en 1752, à Marie-Thérèse, en vue de faire rejeter la demande d'un octroi autorisant une gilde de rhétorique à Ramscapelle | 300 |
E. | Argument-programme en vers de la tragédie De Zegenprael van Carel den VI, jouée, en 1778, à Tieghem | 304 |
F. | Avis des hauts-pointres de la châtellenie de Courtrai et du Conseil de Flandre sur la demande en obtention d'un octroi autorisant l'érection d'une gilde de rhétorique à Wacken, en 1688 | 307 |
G. | Charte d'invitation au concours de poésie organisé, en 1806, par les Catharinisten de Wacken | 309 |