Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2629. Zeemanschap gebruiken.Volgens Winschooten, 245 is ‘seemanschap kennis van de seevaart en het regt, dat daar toe behoord, en hier van: seemanschap gebruiken, reedelijk en rekkelijk sijn’. Hetzelfde vindt men in Com. Vet. Naem-lyst i.v. Zie verder R. Visscher, Sinnepoppen, 160: Een dingh 't welck met verstant gedaen wordt, dat seydt men Goedt schimmanscapGa naar voetnoot1) te wesen; Huyghens, Hofwijck, 2169; Witsen, 516; C. Wildsch. III, 50: Dan moet gij uw best doen om Dominé voor u te winnen, en hem zien te bewegen dat hij dat zoo wat vind met het huwelijksformulier: die goede man zal wel wat zeemanschap gebruiken; Tuinman I, nal. 10: Met moet zeemanschap weten te gebruiken, dat is in ongemeene gevallen zich dragen, zo als de zaak en nood best vereischt. 't Is overgenomen van schippers, die in een hevigen storm, of diergelyke gevaaren, zich niet stiptelijk binden aan hunnen lastbrief, maar doen 't geen zy ter behoudenis om dien toestand te raade worden. Vgl. Halma, 803: Men moet zeemanschap verstaan of een goed beleid in alles toonen; Sewel, 986: Zeemanschap gebruiken, na de voorvallende gelegendheden zich volgens zeemanschap gedragen, zonder stipt op zyn instructie te letten; en vandaar: rekkelyk zijn, to be reasonable and discreet; Van Eijk, I, 159; Harreb. II, 495 b; fri. semanskip brûke. Ongeveer dezelfde gedachte wordt uitgedrukt door het wkw. schipperen, eig. handelen als een schipper (zie no. 1999). |
|